In de bewaring is het goed om de werking van een antispruitmiddel te testen. Vooral in een seizoen met extremen, zoals dit teeltjaar met veel droogte en kans op ziekte in uien, is het belangrijk om de uien regelmatig te controleren.
Om de werking van de antispruitbehandeling te testen, wordt bij uienverwerker Monie in Nieuwdorp elk jaar van elke partij in de bewaring een monster genomen. De monsters worden op potgrond gezet. “Meestal begin ik eind oktober met de uien op potgrond te zetten. Afgelopen seizoen waren de omstandigheden moeilijk. Veel droogte, hitte en trips. Daarom ben ik dit jaar iets eerder begonnen”, vertelt Kees Smalheer van Monie. “Ik ben namelijk erg benieuwd of in de warme en droge periode voldoende opname van het antispruitmiddel is geweest. Nadat de uien 3 à 4 weken op vochtige potgrond hebben gestaan, kijk ik of er wortelontwikkeling is bij de uien. Als dat het geval is, dan halen we zo’n partij naar voren om eerder te verwerken. Wij werken al jaren op deze manier. Daarmee hebben we een goed “instrument” om de kiemrust te meten. Alle partijen die bij ons in de pool zitten - deelbouw of contract - worden op deze manier getest op de werking en opname van de antispruitbehandeling”, aldus Kees Smalheer.
Pooltelers van Flevo Onions testen ook
Ook bij de pooltelers van Flevo Onions worden dit jaar uien voor de bewaring op potgrond gezet. Uit elke partij wordt een vijftigtal uien gehaald, op potgrond gezet en in dezelfde ruimte vochtig gehouden. Op deze manier kijken ze welke partijen het beste zijn voor de lange bewaring. Commissionair Kees Zandijk van de poolcommissie: “Aan de hand van de testen kunnen we bepalen welke partijen het eerste worden afgezet en welke partijen voor de lange bewaring zijn. Dit gaat altijd in samenspraak met de pooltelers.”
Bron: De Groot en Slot