Het aantal notificaties door Nederland van Q-organismen in importzendingen afkomstig uit derde landen is in 2012 licht gedaald ten opzichte van 2011, van 342 naar 302. In de gehele EU is er juist een stijging met 10% ten opzichte van 2011, van 2.029 naar 2.272. Het aantal notificaties dat Nederland heeft ontvangen uit derde landen, is in 2012 gedaald naar 214. In 2012 ontving Nederland 96 notificaties van EU lidstaten over zendingen in het interne EU verkeer. Dat aantal is ongeveer gelijk aan 2011.
Groenten en fruit
In 2012 is bij importinspectie 108 maal een schadelijk organisme aangetroffen. Dat is minder dan in 2011. De variatie in het aantal intercepties over de jaren wordt vooral veroorzaakt door variatie in het aantal besmettingen van sinaasappel met Guignardia citricarpa. Bij plantenpaspoortinspecties is 98 maal een schadelijk organisme aangetroffen, alle in aardbei: 73 maal Xanthomonas fragariae, 24 maal Phytohthora fragariae en 1 maal aardbeikrinkelvirus. Het aantal besmettingen met Clavibacter michiganensis subsp. michiganensis (Cmm) in de teelt van tomaat neemt jaarlijks af en bedroeg 4 in 2012. In de paprikateelt werd de paprikasnuitkever (Anthonomus eugeniï) voor de eerste maal in Nederland aangetroffen. Op basis van alle op dat moment beschikbare informatie werd de snuitkever als schadelijk beschouwd en werd besloten tot uitroeiing op 6 besmette bedrijven, waarna geen nieuwe vondsten zijn gedaan.Akkerbouw
Het aantal vondsten van ringrot voor Nederlandse begrippen is opnieuw hoog. Er zijn 9 besmettingen aangetroffen in 2 klonale lijnen, waarbij besmetverklaringen zijn opgelegd bij 1 pootgoedteler en 8 telers van consumptieaardappelen. Er waren geen vondsten van bruinrot, maar vanwege overstromingen in Friesland zijn 108 hectare pootaardappelen 'waarschijnlijk besmet' verklaard, waarmee de pootgoedstatus aan die partijen is ontnomen. De resultaten voor aardappelmoeheid worden sterk beïnvloed door de invoering van de nieuwe bestrijdingsrichtlijn. Nu de overgang naar de nieuwe richtlijn voorbij is, neemt het bemonsterde areaal toe. Dit leidt tot een hoger aantal vondsten. Ook de verzwaarde bemonsteringsintensiteit draagt hieraan bij. De ruimere afbakening van besmette verklaarde terreinen heeft er toe geleid dat de gemiddelde oppervlakte van een besmet verklaard terrein is verdubbeld. Ten gevolge van de weersomstandigheden ligt het aantal vondsten van M. chitwoodi duidelijk onder het niveau van voorgaande jaren.Zie voor meer informatie het rapport Fytosanitaire Signaleringen 2012 op de site van de NVWA.