Onder de eerste compensatieregeling, die in augustus vorig jaar werd ingesteld en enkele weken later werd stopgezet, is voor bijna 1,37 miljoen euro aan Europees geld naar Nederlandse telers gevloeid. Deze uitbetalingen zijn allemaal afgerond. Voor de periode tussen de eerste en tweede compensatieregeling (4 tot 10 september) staat nog één verzoek open voor toezending van aanvullende gegevens, de overige meldingen uit deze periode zijn afgehandeld en uitbetaald.
Tweede
Onder de tweede compensatieregeling is voor bijna 1,17 miljoen euro steun gevraagd door Nederlandse telers. Deze meldingen worden nu gecontroleerd en uitbetaald. De hoogte van dit bedrag kan nog veranderen, afhankelijk van de controles die worden uitgevoerd.
Compensatieruimte niet volledig gebruikt
Voor de derde compensatieronde, die loopt tot 30 juni 2015, waren tot 13 maart 2015 staat de tussenstand op 102 meldingen gedaan door telers. In 64 gevallen gaat het om levering van appelen en peren aan de Voedselbank. In totaal melden Nederlandse telers 304 ton appelen en peren (inclusief melding via Fruitmasters) aan, voor Nederland is in totaal compensatie beschikbaar voor 9700 ton. Daarnaast is er 1290 ton wortelen aangemeld van de in totaal beschikbare 12.325 ton. Op 13 maart waren er nog geen aanvragen ingediend voor komkommers, tomaten, augurken en paprika's. Dat was ook de verwachting aangezien de oogst nog niet begonnen is. In totaal is er voor deze producten compensatie mogelijk voor 12.325 ton. De compensatieregeling staat nog open tot 30 juni 2015.
Het ministerie evalueerde samen met partijen uit de sector de aanpak van de Russische boycot en de genomen maatregelen. Doordat de eerste compensatieregeling midden in de oogstperiode viel en al snel weer werd gesloten, kon er slechts beperkt gebruik gemaakt worden van de maatregel.
"Het stopzetten van de eerste verordening midden in de oogst heeft ertoe geleid dat een groot aantal telers na initiële aanmelding voor de interventieregeling, gekozen heeft voor het alsnog via de reguliere weg afzetten van producten," aldus het ministerie.
Interventieprijs onder marktprijsTijdens de tweede compensatieregeling leidde de interventieprijs tot een bodem in de markt voor appelen en peren. Hoewel er ook een bodemprijs gold voor de vruchtgroenten, lag de marktprijs in deze periode boven de bodemprijs, waardoor de compensatieregeling minder aantrekkelijk was voor telers. Voor peen dat lag dat anders.
"De relatief hoge interventieprijzen van peen ten opzichte van de marktprijs hebben geleid tot een groot gebruik en het toegekende quotum van groente onder de tweede verordening raakte hierdoor snel vol."
Eerder overleg met sector
Daarnaast concludeert het Ministerie van EZ dat de aanpak van de eerste compensatieregeling (wie het eerst komt, wie het eerst maalt) en de snelle sluiting tot verwarring leidde binnen de sector. De aanpak van de latere regelingen, met enveloppes per productgroep per lidstaat, gaf meer duidelijkheid. "Nederland had graag een verbreding gezien van het productenpakket dat voor steun in aanmerking kon komen," schrijft staatssecretaris Dijksma. "Ik heb hier meermaals voor gepleit bij de Europese Commissie. Ook heb ik meermaals gepleit voor algemeen geldende hogere interventieprijzen. Hogere interventieprijzen hadden het effect van de maatregelen wellicht versterkt, maar de interventiemaatregelen hebben uiteindelijk wel gezorgd voor een bodem in de markt. Dat er uiteindelijk in beperkte mate gebruik is gemaakt van de maatregelen wil niet zeggen dat de regeling niet heeft gewerkt."
Omdat de productgroepen die de Europese Commissie opstelde uit producten bestaat met verschillende oogstperiodes heeft de staatssecretaris in overleg met de sector de enveloppe verdeeld over de producten binnen een categorie. Tot slot concludeert Dijksma dat "mocht een dergelijke situatie zich opnieuw voordoen - bij de voorbereiding en start van met name Europese maatregelen, frequenter overleg tussen overheid en sector wordt gehouden."
Lees hier alle artikelen uit Dossier Rusland.