De Polytechnich University of Madrid heeft de effecten van bemesting met zink op in kassen geteelde uiengewassen onderzocht. De uien bleken na oogsten viermaal zoveel zink te bevatten als normale uien en zijn daarmee een goede bron van het mineraal.
Een tekort aan zink is een veelvoorkomend probleem in het eetpatroon van mensen uit ontwikkelde landen, met name Europa. Zink is een essentieel mineraal, dat nodig is voor de activiteit van enzymen met metabolische, immunologische, klinische en biochemische functies. Het niet goed functioneren van deze enzymen kan veel lichamelijke problemen opleveren.
Het tekort aan zink kan worden opgelost door voeding te telen met een hoger natuurlijk zinkgehalte. Het via bemesting toevoegen van mineralen aan de bodem waarin de gewassen geteeld worden is een van de manieren om dit te doen. Via deze agronomische bio-versterking wordt het gewas voedzamer zonder dat de genetische samenstelling ervan verandert.
Tijdens de studie onderzochten de wetenschappers 8 biologische zinkverbindingen. Naast prestaties en zinkgehalte in de plant werden ook carotenoïden en het chlorofylgehalte bestudeerd. Daarnaast deden de onderzoekers metingen naar de concentraties zink die na de oogst in de bodem achterbleven en bekeken ze de invloed van bodemparameters zoals PH-waarde en redox-potentieel.
Toevoeging van biologische zinkverbindingen verbeterde zowel de opbrengst als de zinkconcentratie in planten. Afhankelijk van het bodemtype en de gebruikte verbinding was het zinkgehalte viermaal zo hoog als in planten waar geen zink aan toegevoegd werd.
Het onderzoek is gepubliceerd in "Scientia Horticulturae".