Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Rapport ABN-AMRO

Akkerbouwers en glasgroentetelers grootverdieners binnen foodketen

De ABN-Amro zette acht afzetketens van de foodsector naast elkaar. Hieruit blijkt dat akkerbouwers en glasgroententelers de afgelopen tien jaar het meeste verdienden: € 56.0000 en € 53.000 euro per onbetaalde arbeidseenheid. Ook zette de bank in het rapport voor beide sectoren de kansen en bedreigingen op een rijtje.



Groententelers
In 2015 produceerden 750 glasgroententelers 900 ton tomaten, 340 ton komkommers en 900 ton paprika's. Acht telersverenigingen, in samenwerking met een groot aantal handelsbedrijven, zorgen ervoor dat ruim 97 procent van de producten wordt afgezet in Europa. Twee derde hiervan gaat richting Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. De productiewaarde van alle glasgroenten bedraagt 1,3 miljard euro.

Groeimogelijkheden liggen vooral in Oost-Europa. Bovendien neemt de consumptie van groenten en fruit in West-Europa toe. Daarnaast is de Chinese markt onlangs geopend voor handel in paprika's. Opmerkelijk: naast de areaaluitbreiding, is ook de productie per vierkante meter sinds 1998 toegenomen.

Sinds 2008 leveren glasgroenten weinig rendement op. Onder andere McKinsey constateerde eind 2014 dat de sector de afzetketen moet herstructureren. Mogelijke claims op Europese GMO-subsidies voor investeringen in gezamenlijke verwerking en verpakking belemmeren dit. Eind 2015 is de Federatie Vruchtgroente Organisatie opgericht. Vooral aangesloten telersverenigingen dragen bij aan veranderingen in de keten. Daarnaast pakken overheden de herstructurering van
belangrijke tuinbouwgebieden aan.

Kansen voor de groententeler
  • Tijdens een aantal perioden in het jaar zijn de Nederlandse glasgroentenproducten
  • alleen aan de markt. Door de belichte teelt verbetert de winterkwaliteit en kunnen telers retailers aan zich binden.
  • De productveiligheid en kwaliteit is hoog, doordat glasgroententelers weinig tot geen chemische middelen gebruiken. Bovendien zijn ze vaak HACCP- en BRC-gecertificeerd.
  • Het product is goed traceerbaar doordat producenten, telersverenigingen en retailers hebben geïnvesteerd in technologie.
  • Leveringsbetrouwbaarheid en het brede aanbod van rassen en segmenten kunnen stabiele relaties tot gevolg hebben. Retailers hebben behoefte aan een constante kwaliteit en onderscheidende producten.

Bedreigingen voor de groententeler

  • De markt is weinig transparant. Hierdoor kunnen telers moeilijk de juiste verkoopmomenten en -prijzen bepalen. De aanwezigheid van veel handelaren en commissionairs leidt tot ondoorzichtigheid.
  • Bovendien gaat het om verse producten, en is er dus weinig beslistijd. Inkopers hebben meer inzicht doordat ze diverse prijzen krijgen aangeboden. Bij weinig onderscheid daalt de prijs.
  • Vanwege het relatief hoge volume in de daghandel is het voor verschillende partijen moeilijk om bestendige relaties met afnemers op te bouwen. Veel producten zijn anoniem: de kopers en consumenten kennen de toegevoegde waarde in smaak en
  • gezondheid niet.
  • Door de uitwisselbaarheid van glasgroenteproducten voelt de retail ook de noodzaak niet.
  • Door onderlinge concurrentie tussen telers of telersverenigingen
  • wordt de echte samenwerking bemoeilijkt.



Aardappeltelers
Het inkomen van aardappeltelers is al decennia wisselvallig en lastig voorspelbaar.Het aardappelareaal is sinds 2000 gekrompen van 180.162 naar 156.551 ha in 2015. Het aantal akkerbouwbedrijven kromp in dezelfde periode van 10.887 naar 6.742. De productie per ha nam echter wel toe. Een gevolg van betere rassen, precisielandbouw en professionaliteit.

In 2015 produceerden 9.507 telers ruim 3.325.398 ton consumptieaardappelen, 1.516.965 ton pootgoed en 1.809.329 ton zetmeelaardappelen. Vooral de productie van consumptieaardappelen is sinds 2000 fors afgenomen (-26%).

Het is voor veel akkerbouwers moeilijk om een goede positie in de
aardappelketen in te nemen. De afhankelijkheid van handelaren en commissionairs is groot, de afstand tot retailers en consumenten moeilijk te overbruggen. Er zijn relatief weinig samenwerkingsverbanden om de afzet te bevorderen. Hierdoor is een langdurige stabiele prijsvorming niet te realiseren.

Binnen de aardappelketen verschillen de spelers in bijvoorbeeld consumptie-, poot- en fritesaardappelen zeer van elkaar. Aan de ene kant zorgt dit voor risicospreiding, maar het is ook lastiger om in elke afzetketen maximaal efficiënt te zijn. Het lijkt erop dat veel akkerbouwers het marktinzicht en sentiment laten bepalen door
handelspartners en/of commissionairs. Inzicht in wat er echt in de markt aan de hand is, is moeilijk te verkrijgen. De opbrengstschommelingen als gevolg van wisselende weersomstandigheden versterken deze onduidelijkheid.

Kansen voor de aardappelteler
  • De betrouwbaarheid van Nederlandse akkerbouwers ligt op een hoog niveau.
  • De ketenpartijen kunnen hun verwerking en afzet goed plannen doordat ze goede afspraken kunnen maken over leveringstijdstip en kwaliteitsniveau.
  • Akkerbouwers hebben de laatste jaren fors geïnvesteerd in kwaliteitsverbetering door vakmanschap, precisielandbouw, rassenkeuze en bewaring. Ook voortdurende verduurzaming van productiemethoden als gevolg van wet- en regelgeving en eigen
  • initiatieven, komen de kwaliteit ten goede.
  • Omdat de opbrengsten van alternatieve gewassen en ook het spilgewas graan gemiddeld op gezond niveau liggen, bestaan er verschillende uitwijkgewassen waaruit de akkerbouwer kan kiezen om zijn rendement te optimaliseren.

Bedreigingen voor de aardappelteler

  • Er is beperkt inzicht in de markt, waardoor akkerbouwers moeilijk het meest gunstige verkoopmoment kunnen bepalen.
  • Tussen akkerbouwers binnen een productgroep is weinig samenwerking. Doordat er veel handelaren en commissionairs actief zijn, is de markt versnipperd.
  • De toegevoegde waarde wordt vooral verder in de keten bepaald, ondanks stevige consumentenmerken. De akkerbouwer heeft hier weinig grip op en profiteert niet van de extra marge die wordt gemaakt op de consumentenproducten.

Met het rapport wil ABN Amro boeren, tuinders, bestuurders en ketenpartners inspireren om te zoeken naar mogelijkheden die de positie van de primaire producent versterken.

Lees alle bevindingen in het rapport van ABN-Amro.

Publicatiedatum: