Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Vroege zaaiuien goed beschermd tegen bladvlekken en Stemphylium

"Nee, met dit weer gaat het allemaal nog niet zo hard'', zegt Kees van Dalen, wanneer hij samen met CZAV-adviseur Rinse de Putter een paar uienkiemplantjes uit de grond peutert. Nu - in de derde week van april - komen de grootste plantjes net in het vlagbladstadium. Ze hebben zich weliswaar goed ontwikkeld, maar van een vroege start is volgens de akkerbouwer niet echt sprake meer. Niettemin behoort zijn perceel tot de vroegste zaaiuien op het eiland Tholen, zo weet De Putter. ,,De meeste zaaiuien moeten nu nog boven komen. Deze uien hebben dus een flinke voorsprong op de rest.'"


Kees van Dalen (rechts) heeft samen met zijn vrouw Lysian en zoon Jan een akkerbouwbedrijf in Tholen (Zld.). Op ca. 120 hectare lichte zavel verbouwt de maatschap consumptie-aardappelen, suikerbieten, wintertarwe, graszaad en zaaiuien. Rinse de Putter is teeltadviseur bij CZAV.

Vroeg zaaien essentieel
Van Dalen is gewend om al in maart met het voorjaarswerk te beginnen. De lichte zavelgrond leent zich er normaal gesproken ook voor, maar dit voorjaar was dat vanwege de aanhoudende buiigheid maar sporadisch mogelijk. ,,Deze uien heb ik 22 maart kunnen zaaien op voorjaars geploegde grond. Daarna heeft het werk meer dan twee weken stil gelegen. Het andere perceel uien heb ik pas 9 april gezaaid'', zo blikt hij terug. Vroeg zaaien is voor de akkerbouwer belangrijk omdat hij zich met de uienteelt richt op het vroege segment. Om die reden gebruikt hij sinds een paar jaar ook geprimed zaaizaad. ,,Dat kost zo'n €125 per hectare meer, maar het levert wel een egaler en meestal ook een wat vroeger gewas op. Die paar dagen voorsprong op de grote massa kunnen in de markt soms net het verschil maken; daar moet je het voor doen'', zo motiveert hij zijn keuze.

Witrot baart zorgen
Voor de uienteelt houdt Van Dalen een rotatie van minimaal 1-op-10 aan. ,,En dat is ook echt nodig, wil de volgende generatie hier ook nog uien kunnen telen'', zo vindt hij. Met name witrot is volgens hem een groot probleem op Tholen. ,,De meeste telers weten op hun eigen bedrijf gelukkig aardig goed waar de ziekte zit. Maar het zal een kunst zijn om het de komende jaren ook alleen dáár te houden.'' De Putter deelt de zorgen over witrot. Hij ziet dat de verliezen hierdoor jaar op jaar toenemen. Daarnaast komen ook andere grondgebonden ziekten als Fusarium en Pinkroot steeds meer voor in het gebied. ,,We zullen nog scherper moeten zijn op bedrijfshygiëne, willen we de uienteelt in huidige omvang kunnen behouden. Daarvoor moet de
grond vooral op zijn eigen plek blijven.''

Voor wat betreft de bladschimmelziekten ziet De Putter de laatste jaren een lichte toename van Stemphylium en papiervlekkenziekte. Volgens hem komt dat deels door het (vochtigere) weer, maar ook omdat telers deze ziekten niet altijd op tijd herkennen.

Van Dalen vertelt de laatste jaren geen grote problemen met bladschimmels gehad te hebben. "Voor valse meeldauw zijn de plantuien in dit gebied meestal een goede indicator; zodra het daarin gevonden wordt is vrijwel iedereen op zijn hoede. De twee andere belangrijke schimmels - bladvlekkenziekte en Stemphylium - komen vaak pas later in het seizoen echt opzetten. Met vroege uien heb ik daar gewoon wat minder last van'', zo schetst hij de situatie.

Om tijdig te kunnen anticiperen op (mogelijke) infecties, heeft de akkerbouwer in het groeiseizoen min of meer wekelijks contact met De Putter van CZAV en met een vaste adviseur van Delphy. "Zij hebben niet alleen meer zicht op de ziektedruk in het gebied, maar zijn ook een goede sparringpartner om alle actuele gewaszaken mee te bespreken'' , aldus Van Dalen.

Luna Experience
Het spuitschema en de bijbehorende middelenkeuze bespreekt en bepaalt Van Dalen samen met De Putter. Voor dit seizoen ziet het schema er (voorlopig) hetzelfde uit als vorig jaar. En dat wil zeggen: mancozeb aan de basis, met op de derde en vijfde bespuiting 0,5 l/ha Luna Experience erbij en als afsluitende zevende en achtste bespuiting 1,25 l/ha Fandango. Volgens De Putter wordt de combinatie met Luna Experience (en ook Fandango) behoorlijk breed toegepast in zijn werkgebied en zijn de ervaring tot dusver prima. ,,Luna Experience heeft als grote voordeel dat het een
langdurige werking heeft op bladvlekken en Stemphylium. In de praktijk is dat zeker twee weken; daarmee trekt het langer door dan andere middelen in dit segment. Verder heeft het ook nog een nevenwerking tegen koprot, waardoor er wat mij betreft nog een plusje bij komt.''

Nog een duidelijke pré is dat de combinatie mancozeb + Luna Experience niet duurder is dan andere (vergelijkbare) combinaties. ,,Ook dat helpt zeker mee om het middel succesvol te laten zijn in de praktijk'', zo voegt Van Dalen er nog graag even aan toe. ,,Bedrijfsbreed spuit ik jaarlijks zo'n 2200 hectare. Als ik op elk hectare een euro kan besparen zónder in te leveren op effectiviteit en betrouwbaarheid van de bestrijding, dan is dat opgeteld toch een heel aardig bedrag.''

Bron: Uien Koerier, Bayer Crop Science
Publicatiedatum: