Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
"Meer afwisseling in het bouwplan"

Groningers Jeroen van Rulo en Gerko Wierenga telen voor het eerst uien

Een nieuwe uitdaging, wat extra afwisseling in het bouwplan en meedoen met het 'spel' van de vrije markt; dat zijn voor Jeroen van Rulo en Gerko Wierenga uit Midwolda (Gr.) de belangrijkste redenen om in de uienteelt te stappen. De akkerbouwers startten dit jaar met resp. vijf en vier hectare. ,,We proberen er gewoon wat moois van te maken, zonder allerlei doelen die bereikt moeten worden. Persoonlijk zie ik het vooral als een leuk avontuur'', zegt Van Rulo.


Jeroen van Rulo (links) heeft een 180 hectare groot akkerbouwbedrijf in Midwolda
(Gr.). Hij verbouwt wintertarwe (115 ha), koolzaad (15 ha), suikerbieten (15 ha) en
uien (5 ha). Ongeveer 20 hectare in in gebruik als grasland, het resterende deel - ca. 10 ha - is akkerweide.
Collega en buurman Gerko Wierenga (rechts) heeft een bedrijf van ca. 130 hectare.
Hij teelt wintertarwe (65 ha), zetmeelaardappelen (22 ha), koolzaad (22 ha), wintergerst (10 ha) en uien (4 ha). Ongeveer 10 hectare is akkerweide.


"Doen wij iets nieuws? Nou, ik dacht het niet. Er zijn in dit gebied wel meer boeren
bezig met de uienteelt, sommige zelfs al meer dan 20 jaar. Die pioniers hebben laten zien dat je prima uien kunt telen in dit gebied. Wij gaan dat nu ook maar
eens proberen.'' Jeroen van Rulo ontkracht meteen maar even dat hij en collega Gerko Wierenga iets 'heel bijzonders' zijn gestart. De uienteelt is dan wel geen standaardgewas op de Oldambtster klei, maar meerdere tientallen hectares staan er ondertussen wel. Van Rulo en Wierenga voegen daar dit jaar resp. vijf en vier hectare aan toe.
 
"Eigenlijk zie ik de uienteelt vooral als een nieuwe uitdaging. Met name de marktwerking trekt me erg aan. Ik volg dat al jaren aan de zijlijn, maar dit jaar neem ik er ook 'Uienteelt is een mooie, nieuwe uitdaging' echt aan deel'', zegt Van Rulo met een brede glimlach. Bang voor tegenvallers is hij niet. ,,Als dat in je hoofd rondspookt, dan moet je er niet aan beginnen! Bij mij roept het vooral een gevoel van avontuur en vrijheid op. En daarvoor ben ik toch ook wel boer geworden.''

Wierenga is iets voorzichtiger met zijn woorden en benadrukt dat uien geen goedkope teelt is. Bovendien is de prijs nogal wat ongewisser dan de andere gewassen in zijn bouwplan. "Bij uien heb je óf een lege portemonnee, óf een lege sloot nodig. Je moet het dus echt over een langere tijd - met ups en
downs - kunnen bekijken. En dan is het saldo van uien gewoon beter dan dat van wintertarwe. Onze inzet is dan ook rustig te beginnen én vol te houden.'' Wat Van Rulo betreft is de kostprijs van om en nabij de 12 cent per kilo een eerste 'richtpunt' voor dit jaar. ,,Als we ze daarvoor kunnen afleveren, dan zijn we in ieder geval niet ontevreden."

Behalve voor de uitdaging en het ondernemerschap, telen beide Groningers ook uien voor de afwisseling in het bouwplan. Wierenga: ,,We merken dat de ziektedruk in tarwe langzaam maar zeker toeneemt. Alleen al daarvoor is het goed om een extra gewas in het bouwplan te hebben. Verder heb je in uien weer een extra mogelijkheid om onkruiden, en dan vooral duist, te bestrijden. Hoewel we hier nog geen resistente duist hebben gevonden, is het wel een dreiging die steeds groter wordt. Met uien krijgen we in ieder geval de mogelijkheid om duist met andere werkzame stoffen te bestrijden.''

Geen grote investeringen
Op het gebied van mechanisatie hebben beide akkerbouwers geen grote investeringen gedaan. Er is een zaaimachine gehuurd en een tweedehands uienlader gekocht. De andere benodigde machines, zoals een rooier en inschuurapparatuur, heeft Wierenga al voor de zetmeelaardappelen. De uien zijn dit jaar op bedden van 1,5 meter gezaaid. ,,Dat rooit niet alleen mooi schoon, maar geeft ook minder beschadigingen dan bij bedden van 2,25 meter'', weet Van Rulo. Nog liever zou hij met een machine van 4,5 meter (3 beddden van 1,5 meter) zaaien omdat hij dan niet twee keer door hetzelfde spoor hoeft te rijden. ,,Maar voorlopig is zaaien op anderhalve meter onze keus.''

Wie het spuitwerk voor de uien voor zijn rekening neemt, weten de nieuwbakken uientelers nu (begin april, red.) nog niet. ,,We hebben allebei een eigen veldspuit, dus we zouden het apart kunnen doen. Maar de kans is toch wel groot dat één van ons beide dit oppakt, omdat dit efficiënter is'', zegt Wierenga. Ook voor wat betreft de arbeid houden ze alle opties nog open. ,,We willen de dingen graag samen doen, maar als dat niet handig is of gewoon niet lukt, dan regelen we het zelf. We willen niet helemaal afhankelijk zijn van elkaar.''

Frikandellen met uitjes
Voor teelt- en gewasbeschermingsadvies hebben de akkerbouwers Klaas Froma van Delphy ingehuurd. ,,We kennen hem persoonlijk goed en ook hij is erg gedreven om iets moois van de teelt te maken. We hebben afgesproken dat als de teelt slaagt, hij voor de frikandellen zorgt en wij voor de bijbehorende uitjes'', grapt Van Rulo. Ook verwacht hij dat de adviseurs van Agrifirm en WPA Robertus het komende seizoen goede 'sparringpartners' kunnen zijn. ,,Zij komen op meer bedrijven met uien en kunnen ons hopelijk ook nog het een en ander leren over de teelt.'' Verder zijn beide mannen lid geworden van de uienstudieclub Oldambt, die inmiddels 17 leden teelt. ,,Ook daar hopen we nieuwe en vooral praktische kennis op te doen over de teelt'', aldus de Groningers.

'Rooien als je kúnt rooien'
Wierenga teelt zijn uien dit jaar op overgangsgrond van ongeveer 45% afslibbaar. Bij Van Rulo is het uienperceel met 60 tot 65% afslibbaar nog een slag zwaarder. Dat blijkt ook wanneer beide mannen de opkomst van de uien bekijken; onder de laarzen hoopt zich een enorme laag klei op. ,,Op deze grond kun je prima uien verbouwen, alleen moet je wel weten wanneer je erop kunt komen. Of beter gezegd: eraf moet blijven'', zegt Van Rulo. Droge omstandigheden - vooral straks bij de oogst - moeten dan ook met beide handen worden aangegrepen. ,,Als je kúnt rooien, moet je dat ook dóen. Daarom hebben we ook gekozen voor eigen machines, zodat we - als dat
nodig is - de uien in een dag van het land kunnen halen.''

Afland afleveren
Voorlopig doel van beide akkerbouwers is om de uien al vroeg afland te leveren. Van Rulo: ,,Het liefst willen we de uien aanbieden voordat de grote massa van het land komt. In die periode is er vraag naar mooie, harde uien, zo weten we uit gesprekken met handelaren.'' Niettemin hebben beide ook voorbereidingen getroffen om de uien (tijdelijk) op te kunnen slaan. Van Rulo heeft daarvoor een oude keerwanden-opslag gekocht. Het drogen van de uien gebeurt dan met de (variabele) ventilatoren van de graanopslag. Wierenga heeft een niet in gebruik zijnde aardappelbewaring van 300 ton
achter de hand voor eventuele 'noodopslag'. Hoewel er contacten zijn gelegd met meerdere handelaren en verwerkers, hebben beide akkerbouwers nog niks concreets afgesproken over de afzet van hun uien. ,,Belangstelling is er, en dat is voorlopig even voldoende. We zullen nu eerst moeten bewijzen dat we mooie, harde uien
kunnen telen'', vindt Wierenga. Volgens Van Rulo is er echter geen reden om hier pessimistisch over te zijn. ,,Vorig jaar zagen we een totaal verregend perceel waarvan meerdere deskundigen zeiden: daar komt niet meer dan 40 tot 50 ton uien vanaf. Op het eind van het seizoen bleek de teler bijna 80 ton per hectare gerooid te hebben. Voor mij was dat een teken dat ook een gevoelig gewas als uien zich prima kan herstellen.''

Bron: Uien Koerier, Bayer CropScience
Publicatiedatum: