Niedersachsen: uienareaal groeit
Uienoogst 2016
De areaaluitbreiding van de afgelopen jaren is volgens Michael Dunker onder meer te danken aan de stijgende vraag naar lokale levensmiddelen en de stabiele prijs en oogst. "Veel grotere aardappeltelers zijn begonnen met het telen van uien of hebben hun uienareaal uitgebreid. Aardappelrooimachines kunnen ook voor de uienoogst worden ingezet.
De uienoogst in Niedersachsen loopt momenteel op volle toeren. Allereerst worden de pootuien geoogst. Aangezien deze vatbaar zijn voor ziektes, groeien deze uien het beste in regio's met weinig uienteelt. Van midden juli tot midden augustus worden de kleine zilveruien geoogst. Direct na de oogst worden deze maximaal drie centimeter kleine, schilloze en kwetsbare uien verwerkt tot 'mixed pickels' of andere zuurconserven. Zilveruien kunnen slechts om de tien jaar op dezelfde plek geteeld worden.
"Met de teelt van bosuien en pootuien hebben de telers in Niedersachsen geprobeerd om al vroeg met verse waren op de markt vertegenwoordigd te zijn. De oogst is echter niet zo goed en de rassen zijn kwetsbaar", zegt Michael Dunker. Bovendien is de Pfalz door gunstigere weersomstandigheden Niedersachsen steeds weer een stapje voor waardoor het positieve effect op de prijs al snel verdwijnt. Daarom concentreert de productie van Niedersachsen zich voor 90 procent op zomeruien, weet de teeltadviseur.
De oogst van de zomeruien wordt dit jaar vanaf eind augustus verwacht. De telers kunnen gewoonlijk 53.000 tot 54.500 kg per hectare bijeen brengen. De zomeruien kunnen bijzonder goed worden opgeslagen. Bij de juiste omstandigheden kan dit zelfs tot aan de volgende oogst. Daardoor komt het seizoen van deze ui in Niedersachsen nooit ten einde.
"Het areaal ziet er goed uit. We verwachten een gemiddelde oogst bij de zomeruien", zegt Michael. Hij hoopt bovendien op stabiele prijzen. Belangrijke informatie over de ui heeft de 'Deutsche Bauernverband' (DBV) samengevat op de uienoogstkaart. Deze is te downloaden op: www.bauernverband.de/erntekarteikarten.
Bron: www.proplanta.de