Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Fotoreportage Themadag Uien

"Uiensector heeft doping nodig"

Tholen - Woensdag 11 januari werd in de Meerpaal te Dronten de jaarlijkse themadag Uien georganiseerd. Organisator was Landbouwbeurs Noord en Centraal Nederland in samenwerking met Agrifirm en Bejo Zaden/De Groot en Slot.



Uienexport vijf jaar vooruit
Vanuit de handel had Lindert Moerdijk van MSP Onions de uitdaging op zich genomen om 5 jaar vooruit te kijken. Hij begon zijn verhaal met de opmerking dat het vandaag de dag niet eens mogelijk is om 5 dagen vooruit te kijken in de uiensector. Zijn onderwerp was: 'Uienexport 5 jaar vooruit, mits MH beschikbaar blijft' wat hij op een ludieke manier presenteerde. In zijn verhaal vergeleek hij de uiensector met de stripfiguren uit Suske en Wiske en stopte hij de sector in de tijdmachine van professor Barabas. Barabas-types heb je nodig, denk aan wetenschap en onderbouwing van de sector, Jerommeke is sterk en laadt boot na boot naar Afrika waarbij Lindert verwees naar een artikel dat recent op AGF.nl stond over een bekende uienexporteur, Sidonia die roept maar wat en Suske en Wiske zijn de uienverwerkers die van 5 uur 's ochtends tot 9 uur 's avonds heel de wereld vol zetten met uien.

Twee aandachtspunten noemde Moerdijk: internationale concurrentie en klimaatverandering. Nederland is een kennisland dat deze kennis graag deelt met andere landen. Door het delen van al deze 'uien' kennis zijn andere Europese landen inmiddels prima in staat om goede uien te telen. Hoe kun je koploper blijven als het gaat over de uienexport wereldwijd? De wereldbevolking groeit, Europa krimpt, Afrika en Azië groeien (400 miljoen mensen). Daar liggen kansen! Het exportaandeel dat binnen Europa is geëxporteerd is de afgelopen 10 jaar met 20% afgenomen. Nieuwe exportmarkten zijn belangrijk! Hoe kunnen we onze positie behouden? Volgens Lindert hebben we doping nodig. Hierbij verwijzend naar de wereld van het racefietsen waar met doping uitzonderlijke resultaten werden bereikt. Deze doping moet bestaan uit wetenschappelijk onderzoek en investering in techniek. Ook daar valt nog veel te winnen.



Klimaatverandering is een ander aspect dat invloed heeft op de kwaliteit van de ui. Nationaal moeten we denken aan heftige regenbuien en hittegolven waardoor een lagere kwaliteit afland en een lagere export kwaliteit. De gevolgen voor de uienmarkt is dat er minder afzetmogelijkheden zullen zijn. Daardoor ontstaat een prijzenoorlog en zal ketenverkorting plaatsvinden. Om in te spelen op deze klimaatverandering zal precisielandbouw een belangrijk instrument worden in de handen van de telers. Internationaal gezien zullen de gevolgen van de klimaatverandering zorgen voor meer ziekten en plagen en teeltgebieden ongeschikt maken voor de uienteelt. Hierdoor moet de Nederlandse uiensector ingesteld zijn op een flexibele invulling van de door de omstandigheden ontstane kansen.

Nadruk op kwaliteit blijft de belangrijkste troef in handen van de Nederlandse uiensector. Er valt ook nog veel te winnen als het gaat om kwaliteitsverbetering door gebruik te maken van productvriendelijke uienverwerkingslijnen (optisch sorteren en verpakken) met zo weinig mogelijk valhoogten en andere obstakels. Lindert stelde de uiensorteerders voor om zelf op de losband te gaan zitten en, behalve het afstaarttraject, de gehele lijn door te lopen totdat je in een zak verpakt zit....


De sprekers: Janny Peltjes, Chris de Visser, Carlos Nijenhuis en Lindert Moerdijk

Klik hier voor de fotoreportage

Bodem
Janny Peltjes van de HLB groep pakte het onderwerp 'Hoe weerbaar is de ui in onze bodem en het veranderende klimaat' bij de hoorns. De veranderende wereld van 1950 tot 2000 en van 2000 tot 2050. Dat er grote uitdagingen komen voor de landbouw waarbij gedacht moet worden aan een betere opbrengst en kwaliteit tegen lagere kosten. Dat voedsel gezond, veilig en betaalbaar dient te zijn en wat de maatschappij vraagt op het gebied van tracking & tracing. Geïntegreerde gewasbescherming en license to produce.

In 2050 zal door toename van de wereldbevolking een verdubbeling van de voedselproductie gerealiseerd moeten worden. We hebben te maken met een wereld die steeds meer verstedelijkt, politieke factoren die meespelen zoals armoede, oorlog etc., afname van natuurlijke hulpbronnen en alternatieve energiebronnen/non food productie. Nonfood, landdegradatie (het ongeschikt worden van landbouwgronden) en verstedelijking kost in 2050 8 tot 20 % van het totale landbouwareaal!
Klimaatverandering gaat steeds meer een rol spelen wat een verhoogde Co2 concentratie met zich meebrengt maar wat volgens Peltjes opbrengstverhogend zal werken en dus gunstig is voor de landbouw. De opwarming van de aarde met 3 tot 4 graden in 2095 zal ook extremen in weersomstandigheden zoals droogte, hitte, overstromingen en stormen met zich meebrengen.


Flevotrade Dronten was als standhouder present

Het gevolg voor de plant en bodemgesteldheid van de genoemde problematiek zal verschuivingen in ecosystemen met zich meebrengen. Teelten, ziekten, plagen en bodemgesteldheid zullen veranderen. Wat is het effect op de bodemgezondheid? Peltjes noemde hierbij 3 aandachtspunten: bodemvruchtbaarheid, bodemstructuur en ziekten en plagen. Vijftig tot zeventig procent van alle Nederlandse landbouwgrond is verdicht en herstelt moeizaam, minder vorst zorgt voor een verminderd herstellend vermogen van de grond en toename van ziekten en plagen. Schimmels, bacteriën en overwinterende insecten zullen voor meer schade gaan zorgen. Ozon brengt ook schade toe aan de bodemstructuur. Hoe zal het de ui vergaan in deze veranderende wereld en hoe gaat de uiensector daar op inspelen? Peltjes noemde een aantal zaken die de komende jaren aandacht zullen vragen, dit zijn een werken aan optimale plantweerbaarheid, optimale bodemvruchtbaarheid door bemesting en bodemstructuur, rotatie en keuze in gewassen, monitoren op risico's zoals bodemziekten en nematoden (rondwormen) en bedrijfs- en perceelshygiëne. Door deze zaken goed aan te pakken zal het gevoelige juffertje dat de ui is ook na 2050 kunnen gedijen op de Nederlandse bodem.


Trekking van de loterij "Product verkocht, transactie melden door Maas van den Heuvel en Wim Waterman

MH-lobby
Carlos Nijenhuis van Nefyto en directeur Certis ging in zijn betoog in op de gewasbescherming in 2030. De actualiteit op dit moment is de situatie rond de toelating van de kiemremmer MH. Finland, een streng land, heeft MH opnieuw beoordeeld en goedgekeurd. De EFSA was het daar niet mee eens. Tijd voor reactie was niet aanwezig, waardoor de organisatie een negatief advies gaf. Nijenhuis had bewondering voor de lobby binnen de Nederlandse uienketen waarbij organisaties zoals GFH, verwerkers, distributie en politiek samen optrekken om MH te behouden. Expliciet noemde hij de inspanningen van CDA en VVD om dit dossier tot een goed einde te brengen voor de uiensector. In december is in Brussel een stemronde uitgeschreven. Tot vrijdag 13 januari kunnen landen reageren. De verwachting is dat eind maart een beslissing gemaakt zal worden voor verlenging toelating MH. Duitsland, Frankrijk, UK, Italië, Spanje en Polen zijn samen goed voor 170 van de 352 stemmen. Nederland mag 13 stemmen uitbrengen.


Is er een alternatief? Op dit moment is er geen probaat alternatief. Toelating van een ander middel dat net zo goed al dan niet beter werkt dan MH behoort volgens de wet 2,5 jaar te kosten. In de praktijk blijkt dit 4,5 jaar te zijn! Het blijft nog even koffiedik kijken wat de uitkomst van de stemming zal zijn maar dat bij een 'nee' dit grote gevolgen zal hebben voor de Nederlandse uienexport daar is een ieder het over eens. Een interessante opmerking van Nijenhuis om over na te denken was: "Gaat het over gewasbescherming? Maak je geen zorgen, de industrie komt wel weer met een nieuw middel". Maar is dat zo?

Ketenonderzoek
Chris de Visser van WUR hield een peptalk over de Nederlandse ui. Hij noemde de woorden van Gijsbrecht Gunter die de ui afgelopen dinsdag in een radioprogramma als 'exportheld' betitelde. We exporteren momenteel naar 120 landen en hebben een capaciteit van 35000 ton uien per week. De omzet bedraagt een half miljard euro. De verwachting is dat de uienconsumptie wereldwijd zal verdubbelen. Dit is een uitdaging voor de Nederlandse export om hierin koploper te blijven. Om dit te stimuleren is er een unieke samenwerking tussen zaadbedrijven, telers, toeleveranciers, sorteer- en pakstations, exporteurs, kennisinstellingen en Topsector Agrifood die gezamenlijk een subsidie hebben gekregen van 2 miljoen euro waarvan 650.000 Euro gebruikt zal gaan worden via de Topsector. Het doel is om de kwaliteit van de Nederlandse ui te ondersteunen en zo de exportpositie te versterken en daarmee de teeltbasis te vergroten. Er zijn 3 pijlers die aandacht vragen: het uitgangsmateriaal, bemesting en ziekten en plagen. De Visser noemde de website www.holland-onions.org waarop belangstellenden op de hoogte gehouden worden van de voortgang en resultaten.


Na afloop van de Themadag werden de winnaars van de verkiezing 'beste bewaarui' bekend gemaakt (1 Harry Schreuder, 2. Wout Lugtenburg, 3. Rien van Beusichem) en konden de aanwezigen aanschuiven voor de hacheemaaltijd.

Klik hier voor de fotoreportage

Auteur: Andries Gunter
Bron: www.agf.nl
Publicatiedatum: