Greenyard
Hein Deprez van Greenyard, bekeek de Brexit vanuit een ander oogpunt door te zeggen dat het nu eenmaal de realiteit is en dat men er dus het beste van zal moeten maken. Hij blikte terug op de tijd toen hij 25 jaar geleden als champignonkweker begon. Hij legde uit dat je product bekendheid moet geven door kennis, innovatie en technologie te gebruiken en door je te verplaatsen in de consument zodat je jezelf aan de veranderende markt aan kan passen. Hij vervolgde door te vertellen dat Britse producenten harder zullen moeten werken en meer zullen moeten produceren voor minder. Momenteel produceert het Verenigd koninkrijk slechts 30% van zijn voeding, dit percentage moet tot 50% verhoogd worden en dit is niet onmogelijk zolang men maar efficiënter gaat werken.
Nigel Jenney van het Fresh Produce Consortium vertelde dat de situatie zowel kansen als uitdagingen met zich meebrengt. Hij pleitte voor een naadloze Brexit en nog belangrijker: volledige duidelijkheid. Het zal een ingewikkelde juridische procedure worden om uit de EU te treden en het FPC wil garanties dat de goede handelsrelatie met de EU hier niet onder zal lijden.
Wat er ook gebeurt, het Britse volk zal toch moeten eten en hoewel de handelsrelatie met de EU behouden blijft, zullen er voor landen van buiten Europa grote mogelijkheden op de Britse markt ontstaan om hun handel met het Verenigd Koninkrijk uit te breiden.
Andere voordelen zijn de versoepeling van importreglementen omdat momenteel vrijwel alle regelgeving door de EU wordt voorgeschreven en fytosanitaire maatregelen betreft die niet relevant zijn voor de Britse sector. Ook zouden omslachtige procedures die de Europese regels met zich meebrengen beperkt kunnen worden.
Nigel roept mensen op om overal ter wereld te lobbyen om soepele handelsbetrekkingen tussen het Verenigd Koninkrijk en andere landen mogelijk te maken.
Richard McIntosh, Assistant Chief Plant Health Officer bij DEFRA, legde uit dat bioveiligheid belangrijk is en dat er goede redenen zijn om de toegang van bepaalde producten tot de Britse markt te reguleren. Momenteel ligt de verantwoordelijkheid hiervoor bij de Europese Permanente Commissie. McIntosh raadt importeurs aan om te werken volgens de adviezen van de commissie en te helpen met het herkennen van mogelijke problemen.
Gary Welsh, hoofd import en export bij het Food Standards Agency besteedde aandacht aan een soortgelijk onderwerp en prees de rol van de AGF-sector in het garanderen van de voedselveiligheid. Daarnaast sprak hij zijn hoop uit dat er in de toekomst de informatie-uitwisseling zal verbeteren zodat mogelijke risico's gedetecteerd worden nog voordat producten de Britse grens bereiken.
Lambert van Horen van Rabo Research Food and Agribusiness presenteerde drie mogelijke scenario's voor na de Brexit, nadat hij de aanwezigen eraan had herinnerd dat de AGF-sector weliswaar voor hun de hoogste prioriteit heeft maar bij de onderhandelingen in Brussel echter geen belangrijke rol speelt.
Het Britse arbeidsaanbod zal er eveneens onder lijden en dit is zorgelijk aangezien 38% van het personeel dat werkzaam is in de verwerkende en conservensector Europeanen zijn. Afgezien van immigratievraagstukken zullen deze mensen waarschijnlijk minder snel geneigd zijn om in het Verenigd Koninkrijk te gaan werken omdat het zwakkere pond minder inkomsten betekent.
Van Horen wierp vervolgens de vraag op of het Verenigd Koninkrijk verder zal gaan met het subsidiëren van de agrarische sector. Het antwoord op deze vraag luidt: waarschijnlijk niet. In combinatie met de hogere importkosten van bijvoorbeeld meststoffen betekent dit dat de gemiddelde agrariër en mogelijk tot wel 50% op achteruit gaat.
Hij sloot zijn betoog af door te vertellen dat een bank zich op alle drie de mogelijke scenario's dient voor te bereiden.
De Brexit zal mogelijk zorgen voor sterk afgebakende grenzen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk en wat zal dit betekenen voor havens, vroeg Barbara Buczek, directrice Coroporate Development in de haven van Dover, zich af. Zij vertelde dat met 2,6 miljoen vrachtwagens die jaarlijks in de haven van Dover aankomen, veiligheidsinspecties geen haalbare kaart zijn omdat er eenvoudigweg onvoldoende ruimte is om deze uit te voeren. Buczek roept dan ook op tot 'wrijvingsloze' grenzen zodat de handel doorgang kan vinden en is van mening dat er een IT-oplossing voor gezocht zou moeten worden. Ze vertelde dat mensen er niet van houden om in wachtrijen te staan en gebruikte hiervoor de recente stakingen in Franse havens als voorbeeld. Buczek is voorstander van een sector gestuurde oplossing die aan de regering kan worden voorgelegd.
Tim Heddema, Commercial Counsellor van de Nederlandse Ambassade, legde uit dat de Brexit zelfs voor de meest hechte betrekkingen een beproeving zal worden maar dat Nederland er alles aan zal doen om de lange handelsgeschiedenis tussen beiden landen voort te zetten. Hij wees erop dat de EU niet eerder vrijhandelsverdragen met landen buiten de EU is aangegaan en dat de Brexit zou kunnen leiden tot een dergelijk scenario waarmee we decennia teruggeworpen worden maar wat ook nieuwe kansen met zich mee kan brengen.
Tot slot voerde Laurence Jones, commercieel attaché van de Jamaican High Commission het woord. Momenteel bereiken alle Jamaicaanse producten de Britse markt via Nederland. In de toekomst zal dit echter met twee schepen gedaan moeten worden in plaats van met één maar het land is bereid zich hieraan aan te passen. Hij vertelde dat De Brexit voor Britse importeurs een stimulans is om de banden met voormalige Gemenebest landen opnieuw aan te halen en liet weten dat er al onderhandelingen gaande zijn om de handel met het Verenigd Koninkrijk op te voeren zodra de Brexit afgerond is.