De economische partnerschapsovereenkomst (EPA) zijn plannen om vrije handel mogelijk te maken tussen de EU en de voormalige koloniën: de ACP-landen een aantal landen in Afrika, het Caribisch zeegebied en de Stille Oceaan. De akkoorden zijn een reactie op de regelgeving van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) om de wederzijdse handel met de EU te stimuleren. Een aantal Afrikaanse landen staan echter sceptisch tegenover de Partnerschapsakkoorden.
Sommige Afrikaanse landen hebben de overeenkomst ondertekend met de hoop dat de export naar nieuwe Europese markten kan worden uitgebreid. Onder deze landen vallen onder andere de Economische gemeenschap voor West-Afrikaanse naties, de ECOWAS. Andere landen, waaronder landen in het oosten van Afrika, zijn echter niet positief over de handelsverdragen. Volgens de leiders van deze landen bieden de verdragen te weinig bescherming voor lokale sectoren tegen de import vanuit Europa.
Onderzoeker Leleng Kebalo van de universiteit van Lomé meldt op Allafrica.com dat de Afrikaanse staten er goed aan zouden doen om zich bij de verdragen aan te sluiten. Er moet dan volgens hem echter wel aandacht worden gegeven aan de uitwisseling van technologie om de kwaliteit van de eigen export te verbeteren. "Als de akkoorden ook betrekking hebben op de uitwisseling van technologie, kunnen ze leiden tot economische verandering. Vrije handel met Europa zonder deze technologische uitwisseling is schadelijk voor de economieën van Afrikaanse landen die minder goed kunnen concurreren."
"We adviseren Afrikaanse leiders om het concurrerend vermogen van hun economieën te verbeteren. Ze kunnen dit doen door hun markten geleidelijk aan open te stellen voor Europese goederen, op voorwaarde dat ze hier kennis voor terug krijgen en innovaties kunnen doorvoeren, voegt Kebalo hieraan toe.