Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Deel 2 van 3: Jaap Wiskerke en Eric Moerdijk

Hoe ziet de uienhandel er over 10 jaar uit?

Tholen - Soms is een paar weken vooruitkijken al lastig, laat staan een paar maanden. Voor het vakblad Primeur vroegen we enkele spelers in de uiensector om zelfs tien jaar vooruit te blikken. Hebben alle bureau-exporteurs, exporterende verpakkers en service-verpakkers, commissionairs en telers bestaansrecht? En welke ontwikkeling zal de komende 10 jaar de Nederlandse uiensector het meest beïnvloeden? Glazenbolpraat ten top, maar wel interessant om te zien hoe uien handelend en verwerkend Nederland de toekomst ziet. We delen het artikel op in drie delen. Dit keer Jaap Wiskerke (Wiskerke Onions) en Eric Moerdijk (Monie).



Eric Moerdijk van Monie verwacht dat er voor alle huidige schakels in de uienketen ruimte op de markt blijft. "Bureauexporteurs zullen blijven bestaan omdat die vaak een totaalpakket aan producten aanbieden en dit voor sommige klanten een voorwaarde zal blijven. Verpakkende exporteurs komen er de laatste jaren steeds meer, alleen zullen die hier ook mee te maken krijgen. Je ziet de laatste jaren dat de grote verwerkers steeds groter worden en dat er daarom grotere verschillen ontstaan tussen de 'groten' en de 'kleintjes'. Ik denk dat er voor beiden plaats blijft in de markt, alleen zal er naar verwachting ook onder verwerkers meer specialisatie ontstaan. We hebben nu te maken met een behoorlijke overcapaciteit bij verwerkers. De vraag is daarom of nog verder uitbreiden als sector op lange termijn houdbaar is."

"Het maximum beschikbare areaal voor uien is naar mijn mening een eind bereikt en als we ons land op kwaliteit willen blijven onderscheiden, zullen we dit ook moeten respecteren. Wellicht wordt er door verbetering van de rassen de komende jaren nog wat gewonnen in opbrengst per hectare maar dit is vaak een langdurig traject omdat veredeling tijd nodig heeft. Het is natuurlijk wel mogelijk dat er in ons land ook steeds meer buitenlandse uien verwerkt gaan worden en dat Nederland als het ware als een soort draaischijf gaat fungeren in de uienketen", vervolgt Eric.
 "Commissionairs zullen er naar mijn verwachting ook blijven, alhoewel ik het persoonlijk wel een voordeel vind om voor het grootste deel van de inkoop met eigen inkopers te werken. Op deze manier bouw je beter een vaste relatie op met telers en heb je als verwerker een beter beeld op het gewas en de markt gedurende het hele (groei)seizoen. Op deze manier kun je beter sturen omdat je ook advies verstrekt. De basis is de teelt en als die goed is, dan heb je ook een beter exportproduct ter beschikking."

Eric verwacht dat er in de toekomst wel meer vaste ketens ontstaan. "Dit zie je de laatste jaren ook al wel gebeuren. Hoewel een 'vrije markt' juist het mooie is bij uien, levert een vaste keten ook voordeel op omdat je op die manier naar mijn mening beter vraaggestuurd kunt produceren, wat op langere termijn belangrijk is voor de gehele keten. Je ziet de trend wel ontstaan dat, met name in Europa, er steeds meer aandacht komt voor voorkeur voor 'lokaal' product. De vraag is echter in hoeverre dit steeds meer gemeengoed wordt of dat dit ook een niche blijft. De uitbreiding van de teelt in andere landen is voor een groot deel afhankelijk van de prijs op de wereldmarkt. Als Nederland kunnen we tegen een relatief lage kostprijs/kg produceren en verwerken. Hierdoor zijn we voor lokale telers ook wel eens een grote concurrent."

Op de vraag welke ontwikkeling de Nederlandse uiensector de komende 10 jaar het meest zal beïnvloeden, antwoordt de verpakker: "Optisch sorteren zal zeker door blijven ontwikkelen en in de toekomst wellicht de standaard worden. Het is nu echter nog lastig in te schatten of dit voor de gehele markt een meerwaarde op zal leveren of dat het een niche blijft. Klimaatverandering heeft zeker invloed op de landbouw, 'gelukkig' speelt dit probleem echter wereldwijd en biedt het dus ook kansen voor Nederland als elders ter wereld een misoogst is. Wellicht dat veredelingstechnieken in de toekomst versneld kunnen worden, zodat hier op een kortere termijn nóg meer uit te halen is."

"Ketenverkorting is nog altijd een trend. Ik was in 1980 de eerste verpakker die zelf ging exporteren en toen zijn stap voor stap andere verpakkers gevolgd", steekt Jaap Wiskerke van Wiskerke Onions van wal. "Die keuze is voor ons erg goed uitgevallen. Maar wie ben ik om te zeggen dat bureau-exporteurs of sorteerbedrijven die niet exporteren geen bestaansrecht hebben.... Ik zou zelf alleen niet graag in hun schoenen staan. Er zijn in de loop der jaren ook wel bureau-exportbedrijven me ter overname aangeboden, maar wat koop je dan? Alleen een lijstje namen. Die ketenverkorting zie ik alleen maar doorzetten. Supermarkten zitten bij voorkeur zo dicht mogelijk op de teelt en zouden in feite het liefste zelf hun producten telen. Het is nog een voordeel dat dit bij uien door de benodigde vruchtwisseling geen optie is."

"Nu er bijvoorbeeld veel partijen met mindere kwaliteit op de markt zijn, zie je iedere sorteerder zijn mindere partijen aanbieden bij bureau-exporteurs, ook partijen van Klasse III en daaronder. Onze policy is dat we die partijen gewoon niet bijkopen. Maar een bureau-exporteur heeft niet altijd alternatieven", vertelt Jaap. Wij hebben een strategie van maximaal één retail- en groothandelsklant per land. Op het moment dat we deze klanten van kwalitatief onderscheidende uien voorzien, zie je vaak dat we gezamenlijk een mooie groei doormaken. Daarbij proberen we natuurlijk de krenten uit de pap te vissen, maar elke markt heeft weer andere specificaties."

Als grootste bedreiging voor de komende tien jaar ziet Jaap het fenomeen dat exportbestemmingen blokkades opheffen. "Het lastige is ook dat alle productielanden binnen Europa tegen elkaar aan het concurreren zijn. Daarom zie ik ook vooral grote mogelijkheden verder weg. Neem nou in Afrika, waarvan de WHO in 2050 een dubbel aantal inwoners verwacht. Ik denk dat dit voor ons een gigantische markt wordt. Zij hebben zelf niet de mogelijkheden om de teelt uit te breiden. Dit blijven kortedaguien en in landen rond de evenaar is het veel te vochtig."

Revolutionaire ontwikkelingen verwacht Jaap de komende tien jaar niet. "De techniek zal zich ongetwijfeld verbeteren, maar de ontwikkelingen op het gebied van optisch sorteren vind ik nu nog langzaam gaan. Het is niet zo dat je met een knopje deze techniek aanzet. En klimaatverandering heeft veel impact op onze handel, maar dat is van alle jaren. We hebben nu ook een laat jaar en veel Europese landen hebben nog niet gezaaid. Maar 1983 was ook een heel laat jaar, maar toen er een extreme droogte overheen kwam, was het wel het allerduurste jaar dat ik me kan heugen."

eric@monie.nl
jwk@wiskerke-onions.nl

Klik hier om je te abonneren op het vakblad Primeur