Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Onderzoek GFK Belgium

Omzet korte keten stijgt door betere verkoop boerenmarkt

Uit het onderzoek van GFK blijkt dat als gevolg van een betere verkoop op de boerenmarkten (inclusief de buurderijen) de omzet van de korte keten vorig jaar steeg met 5%. De boerenmarkten en vooral de buurderijen trekken nieuwe kopers aan. De aankoopfrequentie in de korte keten stabiliseert maar de bestedingen per bezoek stijgen. Het kerncliënteel van de korte keten bestaat vooral uit gepensioneerden en welgestelde gezinnen met kinderen. Deze laatste groep haakt door de concurrentie van de maaltijdboxen wat af.
Naast het directe contact met de boer, de versheid en de meerwaardebeleving, biedt de korte keten voor een aantal producten ook een prijsvoordeel. De hoeve is voor aardappelen bijvoorbeeld het
goedkoopste aankoopkanaal.
 
Omzet van de boerenmarkt stijgt, deze van de hoeve blijft status quo 
De omzet op de boerenmarkten steeg in Vlaanderen met 39% van 7,5 miljoen naar 10,4 miljoen euro. Het succes van de relatief nieuwe formule van de buurderijen (Boeren&Buren) ligt aan de basis van deze forse groei. Deze formule weet nieuwe kopers aan te trekken. Hierdoor is het aantal kopers op de boerenmarkten in Vlaanderen gestegen van 4,6 naar 6,2 op 100. Met andere woorden zo'n 175.000 Vlaamse huishoudens kopen op een boerenmarkt of gaan langs op een buurderij en besteedden er 62 euro. Ze doen dit gemiddeld iets minder dan 5 keer per jaar en besteedden en per keer gemiddeld 13 euro.
 
De omzet van de rechtstreekse verkoop op de hoeve in Vlaanderen bleef vorig jaar stabiel op 55 miljoen euro. Eén op de zes Vlamingen koopt al eens op de hoeve en doet dit gemiddeld 9 keer per jaar. Een kopend gezin besteedt zo'n 121 euro per jaar op de hoeve of, net zoals op de boerenmarkt, gemiddeld 13 euro per bezoek. In totaal kwamen de rechtstreekse verkopen via de hoeve en de boerenmarkten vorig jaar uit op 65 miljoen euro.
 
 
Concurrentie van de maaltijdboxen
Het aantal keer dat men op de hoeve en de boerenmarkt koopt, is, in tegenstelling tot het globaal sterk dalend aantal winkelbezoeken, stabiel. De korte keten moet wel afrekenen met de concurrentie van de e-commerce en de maaltijdboxen, die weliswaar beperkt blijven qua omvang maar aan belang winnen. Vooral de welgestelde gezinnen met kinderen, die de doelgroep vormen van de maaltijdboxen, haken de laatste jaren wat af op de hoeve. De welgestelde gepensioneerden blijven wel een trouw publiek op de hoeve.
 
Marktaandeel korte keten beperkt
Het marktaandeel van de hoevewinkel ten opzichte van andere distributiekanalen van verse voeding bedraagt 0,8%. Voor de boerenmarkt ligt dit aandeel slechts rond de 0,15%. 
 
 
Wel zijn er enkele typische hoeveproducten waarvan het marktaandeel beduidend hoger ligt. De opvallendste zijn: de aardappelen en dan vooral de bintjes (één op vijf bintjes wordt op de hoeve gekocht); witte asperges (11% marktaandeel); grondwitloof (9% marktaandeel); rabarber (7%) en aardbeien (6%).
Het aandeel van de biologische producten ligt op de hoeve ook beduidend hoger. De hoevewinkel en de boerenmarkt zijn kanalen met een hoger percentage aan biologische producten in het assortiment dan gemiddeld. Eén product op vijf in deze kanalen is bio.
 
AGF zijn omzetmakers
De grootste omzetmaker op de hoeve is fruit met 22% van de omzet, gevolgd door vlees (21%), aardappelen (19%) en groenten (16%). Op de hoeve maakt de AGF (aardappelen, groenten en fruit)-categorie 57% uit van de omzet. Op de boerenmarkt maakt de verkoop van groenten en fruit de helft van de omzet uit. Samen met aardappelen stijgen de AGF-producten hier tot boven de 60% van de omzet. Op de boerenmarkt is het aanbod van 'overige' producten (12%) met onder andere brood, banket en charcuterie relatief belangrijker dan in de hoevewinkel (4%). Zuivel, eieren en gevogelte hebben een gelijkaardig belang op de hoeve als op de boerenmarkt.
 
 
Wie koopt wat op de hoeve en de boerenmarkt?
Het kerncliënteel van de hoeve bestaat vooral uit gepensioneerden. Samen met de welgestelde gezinnen met kinderen staan zij in voor ruim 62% van de hoeve-omzet. De welgestelde gezinnen met kinderen besteedden vorig jaar wel minder op de hoeve. Het gekochte assortiment verschilt per type koper. Zo kochten de jonge alleenstaanden uitsluitend fruit, zuivel en groenten op de hoeve. Bij de gezinnen met kinderen met een beperkt inkomen was vlees de nummer één. De oudere alleenstaanden kopen relatief meer zuivel en weinig aardappelen. Ook voor de gepensioneerden met een beperkt inkomen is hoevezuivel relatief belangrijker. De andere bevolkingsgroepen vertonen een gemiddeld, gevarieerd bestedingspatroon op de hoeve.
 
 
Het kerncliënteel van de boerenmarkt is gelijkaardig aan dat van de hoeve. Twee derde van de omzet wordt hier gerealiseerd door de gepensioneerden en de welgestelde gezinnen met kinderen. Het gekochte assortiment verschilt ook per type koper. Zo kochten de jonge alleenstaanden er voornamelijk fruit. De tweeverdieners gaan er voor gevogelte. De andere bevolkingsgroepen kopen een meer gevarieerd pallet op de boerenmarkt.
 
 
Waarom kopen op de hoeve?
Naast het directe contact met de boer, de versheid en de meerwaardebeleving, biedt de hoeve voor een aantal producten ook een prijsvoordeel. Er zijn wel grote prijsverschillen van product tot product. De hoeve is voor aardappelen bijvoorbeeld het goedkoopste aankoopkanaal. Voor groenten, kalfs- en lamsvlees en een aantal zuivelproducten zoals boter en karnemelk liggen de prijzen op de hoeve onder het niveau van de supermarkt. Voor vleesbereidingen en huisbereide zuivelproducten zoals yoghurt, ijs en kaas daarentegen is de hoeve duurder dan de supermarkt en zijn de prijzen vergelijkbaar met die van de speciaalzaak. 
 
Korte keten, meer dan hoevewinkels & boerenmarkten
Naast hoevewinkels en boerenmarkten komen er steeds meer alternatieve verkooppunten bij. Daarom brengt VLAM ook de evolutie van de verschillende spelers in de korte keten in kaart. Hieronder worden de resultaten van mei 2018 weergegeven met tussen haakjes de evolutie ten opzichte van het jaar voordien.
 
•Recht van bij de boer:
o Aantal registraties: 855 (+47)
o Aantal licentiehouders: 307 (-2)
o Aantal verkooppunten: 1705(+29)
• Steunpunt Hoeveproducten:
o Aantal verwerkers (via FAVV): 811 (+51)
o Aantal geregistreerde hoeveproducenten: 2351
• BioForum:
o Aantal boeren met groenteabonnementen: 29 (-1)
o Aantal afhaalpunten: 406 (-132)
o Aantal abonnees van groentenabonnementen: 10760 (+0)
• CSA:
o Aantal CSA-boerderijen: 41 (+1)
o Aantal leden van CSA-boerderijen: 8000 (+700)
• Voedselteams:
o Aantal Voedselteams: 172 (+1)
o Aantal leden van voedselteams: 3500 (-500)
• Boeren&Buren:
o Aantal B&B-teams: 54 (+21)
o Leden: 54658 (+19658)
 
Bron: VLAM
Publicatiedatum: