Duitsland: boerderijwinkels profiteren nauwelijks van de lokaliteitstrend

Lokale producten zijn een trend in Duitsland, maar producenten die hun producten direct verkopen, profiteren echter nauwelijks van deze trend. Deze conclusie kan volgens de Landvolk-Pressedienst uit een marktonderzoek van de Agrarmarkt Informationsgesellschaft (AMI) getrokken worden. De AMI heeft de directe verkoop in de jaren 2012 tot en met 2015 geanalyseerd en hierbij vastgesteld dat het aantal huishoudens dat landbouwproducten direct bij de producent koopt sinds 2012 is gedaald. In 2012 telde de AMI in heel Duitsland nog 10,1 miljoen huishoudens die in boerderijwinkels kochten. Tot 2015 is dit aantal afgenomen naar 9,3 miljoen huishoudens. Het omzetvolume bleef relatief stabiel met 1,3 miljard euro. Alleen in 2013 was er sprake van een lichte groei naar 1,5 miljard euro. Wat betreft de uitgaven op weekmarkten, waar lokale landbouwproducenten eveneens vaak met een stand vertegenwoordigd zijn of handelaren beleveren, is er sprake van vrijwel hetzelfde volume.

Foto: Landvolk

De reden voor het afnemende aantal klanten in boerderijwinkels ziet de AMI in de assortimentsuitbreiding van de levensmiddelenhandel. De levensmiddelenhandel heeft de wens van de klant naar lokale producten opgepakt en aangegrepen en neemt haar regionale leveranciers daarmee een deel van hun eigen omzet af. In eerste instantie maken vooral zogenaamde sporadische klanten gebruik van het aanbod in de levensmiddelenhandel. Zij zien nu eerder af van extra aankopen in boerderijwinkels. Vaste klanten van boerderijwinkels, die daar meer dan twaalf keer per jaar inkopen doen, lieten zich niet zo sterk weglokken door de supermarkten en blijven sterker verbonden met de landbouwproducenten.