Nieuw: 'drie-in-één' uienassortiment

De Franse regio Bretagne is van oudsher één van de belangrijkste teeltgebieden van sjalotten in Europa. Alleen al de streek Finistère is goed voor 80% van de Franse productie. Telers van Prince de Bretagne vermarkten jaarlijks 25.000 sjalotten die zij op een areaal van ruim 1.500 hectare produceren. Het bedrijf heeft nu L'Allitou op de markt geïntroduceerd, een noviteit omdat in dezelfde verpakking uien (rood en rosé), knoflook en de traditionele sjalotten gecombineerd zijn. 

De sjalotten worden tussen half januari en half april met de hand geplant, waarna de velden met zwarte mulch worden afgedekt om onkruid tegen te gaan. In juli worden de sjalotten met de hand gerooid en een aantal dagen te drogen gelegd totdat ze een koperachtige kleur gekregen hebben. Hierna worden ze automatische gesorteerd en opgeslagen. Een deel wordt gekoeld bewaard zodat het product jaarrond leverbaar is. Per hectare kost de oogst zo'n 400 tot 450 uur werk!

Prince de Bretagne teelt uitsluitend traditionele sjalotten, die te herkennen zijn aan hun asymmetrische vorm. In tegenstelling tot de ui die uit één bol bestaat, is de sjalot opgebouwd uit meerdere tenen over elkaar. De aanduiding 'traditioneel' op de verpakking garandeert dat de consument echte sjalotten koopt. Al jaren lang roepen telers op tot een marktverbod van de Nederlandse zaaisjalot omdat dit feitelijk een ui is. Deze sjalotten beantwoorden niet aan de criteria en het feit dat ze vermarkt worden als 'sjalotten' zorgt voor verwarring onder consumenten. 

Pink Roscoff uien ontvingen in 2009 een AOC-keurmerk. In 2013 gevolgd door het EuropesePDO-keurmerk. Sindsdien produceren telers van Prince de Bretagne twee types uien: de Roscoff (1.000 ton per jaar) en de Pink Breton (2.500 ton per jaar). 

De Roscoff uien worden geproduceerd volgens de strikte PDO-richtlijnen. Slechts 24 gemeentes rondom Roscoff mogen dit uienras telen. De ui wordt van half februari tot half april gezaaid en medio juli gerooid. Na de oogst worden de uien te drogen gelegd op het veld en opgeslagen in goed geventileerde ruimtes waarna ze tot eind april vermarkt worden. De 'uienvlecht' (1 kilo) van Roscoff uien is niet alleen iconisch voor het ras maar draagt ook bij aan de houdbaarheid van het product. Het PDO-keurmerk garandeert de herkomst van de uien die met de hand door de telers worden verwerkt. 

Prince de Bretagne produceert ook het roze ras Breton. Deze ui wordt buiten de PDO-zone geteeld en automatisch gesorteerd en verpakt. Prince de Bretagne biedt beide rassen in veel verschillende verpakkingen aan maar ook los en gevlochten. 

Hoewel er traditioneel witte knoflook werd geteeld in Bretagne, was de productie nagenoeg verdwenen als gevolg van de concurrentie met Zuid-Frankrijk en importknoflook. Bretonse knoflook kon de concurrentie alleen het hoofd bieden door zich te onderscheiden op kwaliteit. Om deze reden heeft Prince de Bretagne besloten om de markt voor roze knoflook te ontwikkelen. Momenteel produceert het bedrijf 15 tot 20 ton per jaar op een areaal van 4 hectare. Om optimale kwaliteit te kunnen garanderen, wordt de knoflook met de hand geteeld en verwerkt. De roze kleur is zichtbaar in de bovenste lagen van de schil en is het resultaat van zorgvuldig met de hand schoonmaken. De knoflook wordt tussen december en januari gepoot en in juli geoogst. Het verkoopseizoen loopt van augustus tot februari.