Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Nieuwe VRIND-cijfers brengen landbouw in kaart

Dat Vlaanderen 82,5 procent van de Belgische landbouwexport voor zijn rekening neemt, het bio-areaal vorig jaar met 30 procent groeide en het aantal landbouwbedrijven tussen 2000 en 2016 met 41 procent afnam: het staat allemaal te lezen in de nieuwe editie van de Vlaamse Regionale Indicatoren, of kortweg VRIND. Uit het milieuhoofdstuk leer je dan weer dat de Vlaamse inkomsten uit milieugerelateerde belastingen tot de laagste in Europa behoren. Voor de vijfentwintigste keer verzamelt VRIND de meest recente cijfers "over de algemene omgeving waarin de Vlaamse overheid optreedt en over de mate waarin de maatschappelijke doelstellingen en effecten die de Vlaamse overheid zich stelt, gerealiseerd worden". VRIND is een gemeenschappelijk project van alle diensten van de Vlaamse administratie en wordt gecoƶrdineerd door de voormalige studiedienst van de Vlaamse regering. Het is overigens de laatste keer dat VRIND in deze vorm verschijnt, want via de oprichting van een Vlaamse Statistische Autoriteit en een netwerk Statistiek Vlaanderen zal het concept van dataverzameling grondig herbekeken worden.

In het landbouwhoofdstuk vind je cijfers over de evolutie van het aantal landbouwbedrijven, het gemiddeld bedrijfsareaal en de landbouwconjunctuurindex. "Vlaanderen neemt vier vijfde van de Belgische landbouwexport voor zijn rekening", zo staat te lezen in de inleiding. "Het is deze toppositie die Vlaanderen wil handhaven en waar mogelijk verbeteren. Een performante landbouw heeft daarbij niet alleen aandacht voor de economische aspecten maar ook voor sociale en milieuaspecten."

Het totale Vlaamse landbouwareaal nam sinds 2000 met 2,6 procent af. Weiden, grasland en voedergewassen nemen 56 procent van het landbouwareaal in, wat het grote belang van de rundveehouderij illustreert: op de helft van de Vlaamse landbouwbedrijven worden runderen gehouden. Akkerbouw is goed voor 35 procent van het areaal. Graan is de belangrijkste teelt, gevolgd door aardappelen en suikerbieten. Bij de aardappelen was er de laatste jaren een duidelijke stijging van het areaal, bij de bieten vond de omgekeerde evolutie plaats. Tuinbouw tenslotte is goed voor 9 procent van het areaal, maar staat wel in voor bijna een derde van de Vlaamse landbouwomzet.

Wat de milieuprestaties van de Vlaamse landbouw betreft tonen de statistieken enkel voor de emissies van zeer fijn stof, het P- en K-kunstmestgebruik en de druk door gewasbeschermingsmiddelen een ontkoppeling tussen de activiteiten en de milieudruk en is er dus sprake van een verbeterde eco-efficiƫntie. De daling van de uitstoot van zeer fijn stof kan verklaard worden door de omschakeling naar aardgas. Dat de inspanningen voor het milieu zich de laatste jaren niet vertalen in een daling van het energiegebruik, de uitstoot van broeikasgassen en verzurende emissies heeft dan weer te maken met de toenemende veestapel vanaf 2008 en het toenemende aantal WKK's in eigen beheer in de glastuinbouw.

In een stukje over de subsidieafhankelijkheid van de Vlaamse landbouw tenslotte, staat te lezen dat het aandeel in het bedrijfsinkomen van de rechtstreeks steun uit de eerste pijler van het Europees landbouwbeleid in de periode 2007-2013 gemiddeld 24 procent bedroeg. Daarnaast is de tweede pijler nog eens goed voor gemiddeld 9 procent van het bedrijfsinkomen. Vooral op akkerbouw- en rundveebedrijven is het percentage van de rechtstreekse steun in het bedrijfsinkomen hoog. Voor vleesveebedrijven stijgt dat aandeel door de zoogkoeienpremie zelfs tot 99 procent van het bedrijfsinkomen. De afhankelijkheid is laag bij de varkenshouderij, groenten-, fruit- en sierteelt.

Alle cijfers vind je hier.

Bron: VILT
Publicatiedatum: