Uien zijn 'booming' in Niger
Uienzaadtelers in Niger produceren inmiddels uienzaad van goede (gecertificeerde) kwaliteit waar veel vraag naar is. Niet alleen van boeren in heel Niger, maar ook in buurlanden en onlangs heeft FAO-Niger uienzaad gekocht voor haar eigen hulpprogramma. Met zo'n grote vraag is er een enorm potentieel voor inkomstenverbetering van de uienzaadtelers en kan ook de opbrengst en kwaliteit van consumptie-uien sterk verbeteren. FCMN wil daarom een coöperatief uienzaadbedrijf oprichten.
Eind september waren vier afgevaardigden van FCMN, de voorzitter, penningmeester, en twee stafleden, in Nederland om samen met De Groot en Slot een stappenplan te maken voor de oprichting van het zaadbedrijf. In 2012 moet het bedrijf van start gaan. FCMN verwacht dat met het zaadbedrijf de inkomsten van haar leden toenemen. Daarnaast kan het zaadbedrijf FCMN helpen de eigen financiering te verbeteren. Nu is FCMN nog voor 80% afhankelijk van externe donoren. Als deze wegvallen, heeft dat verstrekkende gevolgen voor FCMN. Aan de ondernemersgeest van de voorzitter en medewerkers van FCMN zal het niet liggen. De voorzitter wil bijvoorbeeld Senegal, waar de grond minder geschikt is voor uienzaadteelt, best helpen met het verbeteren van hun uienteelt; het uienzaad zal ook voor hen te koop zijn via het uienzaadbedrijf.
Sinds De Groot en Slot eind 2005 de uitdaging aanging om FCMN te helpen de uien- en uienzaadsector in Niger op een hoger plan te tillen, is de productie van uien en uienzaad flink toegenomen. In 2006 werd 1.200 hectare land gebruikt voor uienproductie door 4.800 uientelers, aangesloten bij FCMN. Dit leverde 16.800 ton uien op, waar de boeren 1.512 miljoen fcfa ( ruim 2,3 miljoen euro) voor kregen. In 2011 is het aantal uienboeren gestegen tot 16.500. Op 3.300 hectare oogsten zij 72.600 ton en dat levert 7.260 miljoen franc (dik 11 miljoen euro) op. De uienzaadproductie heeft zo mogelijk een nog grotere groei doorgemaakt. De oogst ging van 210 kilo in 2006 naar 2.741 kilo in 2010. Verdienden in 2006 de boeren nog zo'n 9.604 euro met hun uienzaad, in 2010 was dit gestegen naar bijna 168.000 euro.
FCMN verwacht met het uienzaadbedrijf de winst voor de boeren te vergroten. De coöperatie zal uienzaad opkopen van de leden en dit verkopen aan andere boerenen aan aan instanties als de FAO. Ook kan uienzaad naar de buurlanden geëxporteerd worden. Leden kunnen tegen een lage prijs uienzaden kopen voor hun productie. Aangezien de vraag naar uienzaad erg groot is (goed uienzaad is essentieel voor een goede uienproductie) en de grond in Niger zeer geschikt is voor uienzaadproductie, ziet de toekomst van de coöperatie er rooskleurig uit. De medewerkers van FCMN presenteerden tijdens hun bezoek aan Nederland hun plan ook aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Ook hier ontlokte het enthousiaste reacties.
Hans van Leeuwen, uienspecialist en nauw betrokken bij het plan om de uienzaadcoöperatie op te richten, is inmiddels bijna een beroemdheid onder de uienproducenten in Niger. Sinds 2006 reist hij twee keer per jaar naar Niger om daar advies te geven rond alle aspecten van de uienketen. De kwaliteit van het uienras,wat in Niger veel geteeld wordt, de "violet de galmi", is dankzij de inzet van Hans, in samenwerking met de medewerkers van FCMN, sterk verbeterd. In de Nigerese volksmond heeft deze uiensoort daarom een naamsverandering ondergaan: 'de varieté de Hans'.
Bron: Agriterra, via De Groot & Slot