Opbreken euro brengt onzekerheid voor agro en food
Een Griekse exit leidt voor Nederland vooral tot teruglopende exportopbrengsten, maar Griekse producten zullen niet of nauwelijks concurreren met Nederlandse. Wel zorgt het vertrek van Griekenland ervoor dat mogelijk meer landen de eurozone verlaten. Dat is het echte gevaar, want het kan leiden tot een terugval van de economische groei in de gehele Unie en daarmee verder verlies aan koopkracht. Voor de Nederlandse agrosector, die 80% van zijn export op de EU-markt afzet, betekent dit mogelijk sterk dalende exportopbrengsten.
Daarnaast kan zeer stevige concurrentie ontstaan van ex-eurolanden die op dezelfde markten door devaluatie van hun munt hun producten veel goedkoper kunnen afzetten, zoals bijvoorbeeld Spanje op de Duitse markt. De Duitse markt is voor de Nederlandse agrosector van groot belang, ruim 30% van de agrarische export gaat naar deze markt. Dit zijn de effecten op korte termijn. Op langere termijn kan het uiteenvallen van de eurozone er toe leiden dat banken terughoudender (moeten) worden in de financiering van innovaties in de sector.
De afgelopen jaren exporteerde Nederland voor circa 850 miljoen euro per jaar naar Griekenland. Dit is een fractie van de totale agrarische uitvoer in Nederland naar de EU; namelijk zo’n 1,5% van ruim 58 miljard in 2011. Vlees is verreweg het belangrijkste exportproduct, gevolgd door zuivel. De exit van Griekenland betekent direct verlies op de export naar Griekenland, de waarde is afhankelijk van de devaluatie van de nieuwe Griekse munt en de vraaguitval die kan optreden. Hoewel individuele bedrijven wel degelijk worden geraakt, is het effect op Nederland als geheel niet groot.