Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Peter Beemsterboer:

“De saamhorigheid in de uienhandel is weleens beter geweest”

Tholen - Eind september vierde J.P. Beemsterboer Food Traders haar 75-jarig jubileum met de familie en de medewerkers. Ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan werd het glossy magazine JPB geïntroduceerd. “Dat was me een klus, ik ben er vier jaar aan bezig geweest”, vertelt Peter Beemsterboer over het 178 pagina’s tellende boekwerk. Hij nam op de jubileumavond officieel afscheid als directeur. In het Vakblad Primeur blikten we met hem terug op de uienactiviteiten van het bedrijf.

“Mijn vader exporteerde vroeger altijd wel uien, maar voor ons was dertig jaar geleden de pootgoedexport veel belangrijker. Ik heb in de jaren ’90 de export naar Afrika zelf ter hand genomen en sindsdien zijn onze uienexportactiviteiten fors uitgebreid”, vertelt Peter. “Destijds ging die export hoofdzakelijk naar Ivoorkust, waar we ook deelname hadden in een lokaal bedrijf en dat werd een springplank naar andere Afrikaanse landen. Het was wel degelijk pionieren, al waren er meer Nederlandse exporteurs zoals Mulder, Minnaard, Valkier en niet te vergeten Van Dijk Inter actief. Toen exporteerden we nog 500.000 ton uien. Dat volume is de laatste jaren gigantisch toegenomen.”

“Vroeger hadden we in Marknesse ons eigen sorteerbedrijf. Later zijn we gaan samenwerken met andere sorteerbedrijven en daar zijn we achteraf gelukkig mee. Het sorteren van uien is een hele andere tak van sport waar in Nederland veelal kleinere familiebedrijven zich in hebben gespecialiseerd. Zij hebben veel direct met telers te maken, terwijl ons specialisme toch vooral de handel is”, vertelt Peter. “Mijn vader was een pionier en had een fingerspitzengefühl voor de handel. Op zijn grafsteen staat dan ook ‘Handel was zijn leven’. In de beginjaren bestond ons bedrijf uit handel. Door de jaren heen zijn er allerlei activiteiten bijgekomen. En waar staan we nu na 75 jaar? Alleen handel! Daarin zijn we goed. Dat zit als het ware in onze genen.”

“In de laatste jaren is er helaas veel concurrentie gekomen op Afrika van sorteerbedrijven die zelf zijn gaan exporteren. Helaas moet ik zeggen dat zij de markt aardig hebben verpest. Als een exporteur geen vraag had uit Afrika, ging hij er ook geen uien heen sturen, maar die zelfexporterende pakstations moeten hun sorteerbedrijven draaiende houden en vergeten hun exporteursmarge door te rekenen, wat wel nodig is vanwege de risico’s. Ik zie de veel te grote sorteercapaciteit echt als een gevaar voor de Nederlandse export. Ook dit jaar zal het voor sorteerbedrijven niet makkelijk zijn om geld te verdienen.”

Vorig jaar luidde J.P. Beemsterboer Food Traders in in Notto Diobass (Senegal) een project in om zelf uien te gaan telen op een areaal van 100 hectare. “We waren hier al langer mee bezig en waren al in Mauritanië en Mali bezig geweest met lokale teelt. Uiteindelijk is het Senegal geworden. De Senegalezen lusten wel een uitje, want de gemiddelde consumptie per hoofd van de bevolking is zo'n 27 tot 30 kilo per jaar en het bevolkingsaantal is groeiend. Maar we zagen steeds meer dat de lokale overheid de eigen teelt probeert te beschermen door importquota af te geven en tijdelijk de grenzen te sluiten. Wij zijn nou eenmaal een handelsbedrijf en op deze manier hopen wij toch onze handel te blijven doen”, verklaart Peter. “Nederland mag dan het meest efficiënte land zijn voor de uienexport, als de uien het land niet in mogen, dan heb je daar niets aan. Op deze manier proberen we de importbelemmeringen te omzeilen.”

Dat wil niet zeggen dat de teelt in Senegal eenvoudig is. “Het was een sprong in het duister en je loopt tegen zaken op die je vooraf niet hebt voorzien. Boeren hebben niet de beschikking over de juiste meststoffen, kennen geen rotatieteelt en behandelen het product na de oogst ook niet op de juiste manier. Ook de bewaring staat er echt nog in de kinderschoenen. Wij zijn nu druk bezig om de lokale telers op te leiden, zodat ze ook voor ons kunnen telen. Het zijn uiteraard andere uienrassen met een andere houdbaarheid, maar we doen ons best om het teeltvenster te verlengen.”

De situatie in uienhandelend Nederland gaat Peter nog altijd aan het hart. “De saamhorigheid in de handel is beter geweest. Men opereert de laatste jaren weer scherper en het verlies wordt elkaar niet gegund. Ik hoop van harte dat men elkaar de winst weer gaat gunnen”, spreekt Peter uit. “Nu zijn wij niet afhankelijk van uien. In volume zijn aardappelen en uien nog wel ons grootste product, maar ons assortiment is door de jaren heen fors uitgebreid en in geld uitgedrukt zullen de aardappelen en uien hooguit nog de helft van de omzet bepalen.”

Op de vraag aan Peter wat hij het meest gaat missen, antwoordt hij: “De spanning van de handel! Nu was ik de laatste jaren al niet meer zo betrokken bij de dagelijkse gang van zaken, maar de handel heeft me altijd gefascineerd. Verder ben ik trots op wat onze zoon Jan als derde generatie heeft gepresteerd. We hebben echt samen iets opgebouwd. Vroeger was ik bij onze relaties de zoon van Jan Beemsterboer, tegenwoordig ben ik de vader van Jan Beemsterboer!”

PBeemsterboer@beemsterboer.nl