Importeurs van Marokkaanse producten zijn niet de enigen die uitkijken naar de start van het seizoen. Ook bij transport- expeditiebedrijf Attrans North Africa kijkt men uit naar de eerste in Marokko en Tunesië geteelde groenten die geladen kunnen worden. Erik Dekoninck ziet dat de teelt in Noord- en West-Afrika groeit en dat biedt kansen voor het transportbedrijf, zo zegt hij in het Vakblad Primeur.
“Importeurs kunnen het seizoen verlengen dankzij de teelt in Marokko en Tunesië,” noemt Erik een voordeel van de Marokkaanse productie. Ook de relatief korte afstand tussen Noord-Afrika en Noord-Europa is een voordeel. “Met een dubbele bemanning staan we met 48 uur vanuit de haven in Tanger in bijvoorbeeld Nederland, Verenigd Koninkrijk, Duitsland of Frankrijk. Dan is Marokko ineens niet zover meer.” Voor Marokko zijn groenten en fruit “big business”, maar ook in andere landen in de regio groeit de productie. Ook het belang van Tunesië in de productie van groenten neemt toe, Substantiële oppervlaktes kassen werden inmiddels gebouwd en in gebruik genomen.
Marokko investeert in West-Afrika
Daarnaast breiden Marokkaanse telers hun productie uit in West-Afrikaanse landen. “Er zijn bedrijven die in Marokko produceren en het seizoen verlengen met teelt in Senegal en de teelt daar uitbreiden, maar ook Nederlandse bedrijven investeren volop. Momenteel nog hoofdzakelijk in Senegal.” Die producten moeten ook over de weg getransporteerd worden, omdat zeevracht vaak geen optie is. “Zeevracht is niet ideaal, want de transittijd is te lang,” weet Erik. Vanuit Senegal is een vrachtwagen sneller in Nederland dan een schip. Bovendien is het flexibeler que bestemming in de EU.
Met de geplande uitbreidingen van teeltbedrijven in Senegal verwacht Erik dat de vraag naar transport in de komende jaren zal stijgen. “Snel, efficiënt, met recente trailers en track & trace,” somt hij enkele eisen aan het transport op. “Dat is een niche, want dat kan niet iedereen: 24/7 online temperatuur opvolging, dagelijks communicatie tijdens het hele traject en degelijk verzekerd.” Voor het lijnvervoer van Agadir naar Rotterdam is er keuze genoeg uit transportbedrijven die deze service aanbieden. “Maar voor twee verschillende producten die op verschillende temperaturen vervoerd moeten worden, is dat al weer anders.”
Meer transport nodig
Attrans North Africa, gevestigd in Breda, is onderdeel van de Maltese groep Attrans. Naast de vestiging in Breda heeft de groep een vestiging in Alblasserdam en Genua, Italië. Dat kantoor houdt zich enkel bezig met transport naar Malta. Attrans North Africa richt zich, zoals de naam al zegt op Noord-Afrika. De laatste jaren wordt West-Afrika ook steeds belangrijker. “We doen veel niche vervoer, daar zijn we in gespecialiseerd,” vertelt Erik. Dan gaat het bijvoorbeeld om groepagevervoer vanuit Europa naar Marokko, Algerije, Tunesië en dieper West-Afrika in naar Mauritanië, Mali en Senegal. Ook groupagevervoer naar Libië met een wekelijks vertrek wordt aangeboden. “In de toekomst gaat dat nog meer worden en nog verder.”
Momenteel werken er dertien mensen op het kantoor in Breda, maar er wordt vrijwel permanent gezocht naar nieuwe medewerkers. Uitdaging is wel dat het personeel de talen spreekt die nodig zijn. “Er zijn niet veel mensen te vinden die Frans, Arabisch of Marokkaans spreken. Daar zijn we permanent naar op zoek.”
Confectie is een belangrijke productgroep, net als farmaceutische producten en koel- en vriesproducten. “Er zijn er niet zoveel transporteurs die met koeltransport naar Noord-Afrika rijden,” vertelt Erik. “We transporteren ook veel hommels en insecten naar deze landen. Die worden ingezet voor de bestuiving in de teelt. Dat is super interessant.” Voor de reis vanuit Noord-Afrika naar Europa worden producten uit verschillende sectoren, waaronder confectie, industrie en AGF, geladen. “Wij zitten te wachten op de start van het AGF-seizoen,” licht hij toe. De start valt dit jaar waarschijnlijk in oktober. “In de eerste weken van oktober starten we met groenten, tomaten, avocado’s, bonen, eigenlijk het hele scala.” Daarna volgt het citrus, druiven en vijgen.
Eigen trailerpark
“Gezien het prijsniveau in de markt, de afstand die gereden moeten worden en de moeilijkheid van de markt gebruiken we Marokkaanse chauffeurs voor charters voor het transport uit Marokko,” vertelt Erik. Deze chauffeurs werken op contractbasis voor het transportbedrijf. “Ze rijden met onze eigen trailers.” Het trailerpark van Attrans North Africa telt meer dan 400 trailers. Voor andere routes zijn de chauffeurs ook afkomstig uit Spanje en Oost-Europese landen. Deze laatste groep rijdt vooral naar Marseille, waar de trailers op de ferry worden geladen met bestemming Tunesië. Diezelfde ferry zet trailers uit Tunesië af in Marseille die door de chauffeurs worden opgepikt.
De laatste maanden lijkt de vluchtelingenroute vanuit Marokko naar Spanje vaker gebruikt te worden. Vooralsnog heeft Attrans North Africa geen problemen ondervonden door de vluchtelingenstroom. “Dat komt deels door de maatregelen die we genomen hebben,” vertelt Erik. Verladers in Marokko worden regelmatig bezocht, net als de locaties waar geladen wordt en de havens. “Er is dan opnieuw begeleiding die verzekert dat niemand in de containers kan kruipen. Daarnaast zijn het boxtrailers en geen huiftrailers, die zijn minder makkelijk open te maken.” Regelmatige controles van de trailers, loodjes en deuren in de havens in Noord-Afrika en Europa beperken het risico.