Op sociale media doen talloze video's de ronde waarin te zien is hoe Iraanse telers hun gewassen eigenhandig verwoesten of hoe zij deze noodgedwongen tegen spotprijzen verkopen omdat ze weigeren hun producten aan de overheid te leveren. Telers in Kahnooj hebben hun uien en komkommers vernietigd en telers in Khuzestan hebben hun gewassen in de rivier de Karkheh gedumpt.
De tuinbouwgewassen worden vernietigd terwijl president Hassan Rouhani op 16 mei nog zei dat het land geld, goederen en diensten nodig had. "Als we ons richten op exporteurs, dan hebben we geen problemen zolang zij maar exporteren en dollars binnen brengen."
Terwijl Rouhani het over de export heeft, wordt de binnenlandse teelt kapot gemaakt door importproducten en dan met name de import die vrijgesteld is van heffingen waarbij overheidsinstellingen en regeringsfunctionarissen betrokken zijn.
Wat er overblijft voor de export, waar Rouhani op focust, zijn de voedselgewassen die nu in de meeste Iraanse gezinnen al op de eettafel ontbreken.
Vorig jaar blokkeerden bewoners van de grensregio met Koerdistan al een konvooi van honderden vrachtwagens dat met aardappelen onderweg was naar Irak, terwijl er op dat moment in het land sprake was van een groeiend tekort aan aardappelen en hoge prijzen.
De autoriteiten, die vooral geld willen verdienen en buitenlandse valuta willen vergaren om hun uitgaven te financieren, houden producten weg bij de bevolking en exporteren ze naar andere landen. De regering exporteert voedselgewassen naar het buitenland maar importeert dezelfde producten tegelijkertijd uit andere landen.
