Nadat het coronavirus halverwege september weer oplaaide is het aantal fysieke transacties in Nederland teruggelopen meldt de ABN Amro in haar rapport over de Nederlandse economie van 7 oktober.
De transacties waren ook al gedaald in april en mei dit jaar. Het aantal transacties nam niet alleen af in sectoren die op slot gingen, maar ook in bestedingscategorieën waar bedrijven niet hoefden te sluiten, was het aantal transacties in april en mei aanmerkelijk lager.
Een vergelijking van alle Nederlandse gemeentes door middel van regressieanalyse van paneldata laat zien dat het aantal corona-besmettingen in een Nederlandse gemeente een statistisch significant negatief effect heeft op het volume van lokale fysieke transacties door consumenten. Met andere woorden, gemeentes in Nederland waar corona hard toesloeg, kenden moeilijkere economische tijden dan gemeentes met weinig of geen besmettingen. De modellen in deze studie zijn gecorrigeerd voor gemeente specifieke kenmerken, zoals bevolkingsdichtheid en aantal cafés en restaurants. Dit effect wordt geïllustreerd in de twee grafieken hieronder voor het totaal aantal pintransacties in Amsterdam en Groningen. In Groningen bleef de eerste covid-19-golf relatief beperkt, terwijl in Amsterdam het virus sterk om zich heen greep. Het totaal aantal transacties was in Amsterdam na het instellen van de lockdown 55% lager dan in dezelfde periode van vorig jaar. In Groningen was dit circa 40%. Aan het einde van de lockdownperiode waren in Amsterdam de transacties nog niet terug op het oude niveau, terwijl in Groningen het herstel al snel inzette. Dit verschil houdt geen verband met lockdownmaatregelen, want in alle gemeentes was de lockdown even streng en ging deze op dezelfde datum in. Hieruit concluderen we dat consumenten minder gaan uitgeven wanneer het virus zich sneller verspreidt, ongeacht eventuele lockdownmaatregelen.
Bron: ABN Amro