De bewaaruien in Spanje hebben te kampen met een stagnerende vraag en prijzen die geen weerspiegeling zijn van de beperkte beschikbaarheid na een oogstdaling van meer dan 40% in 2020.
“De export is sterk gedaald sinds het begin van de pandemie. Sinds de tweede coronagolf, die in het najaar begon, is de horeca op een laag pitje komen te staan. De Spaanse uiensector maakt op de exportmarkten precies het verschil met zijn grote kalibers die vooral voor de horeca bestemd zijn”, vertelt Alfonso Tarazona, voorzitter van de Spaanse Vereniging van Uientelers en -exporteurs (ACEC).
“Ondanks de beperkte hoeveelheid uien zijn de prijzen niet hoog en dat ligt vooral aan de geringe vraag. Gelukkig zijn de prijzen toch iets gestegen in vergelijking met de zomermaanden. In een normale situatie, zonder pandemie, zouden de prijzen voor grote uien nu erg hoog zijn”, voegt hij eraan toe. "Ook de hogere consumptie in de huishoudens en de toename van de verkoop in de supermarkten en groentewinkels hebben het verlies van de afzet in het horecakanaal niet kunnen compenseren."
Een ander obstakel voor de Spaanse ui is volgens Alfonso Tarazona de sterke concurrentie vanuit Nederland, vooral voor de middelgrote maten, waarvan er dit jaar in Spanje meer dan gebruikelijk zijn geoogst. “Nederland lijkt een grote oogst te hebben gehad. De Nederlandse ui heeft in vrijwel alle markten veel druk uitgeoefend, hoewel India niet eens uien exporteerde. De landen in Afrika en het Verre Oosten hebben veel Nederlandse uien afgenomen. Maar normaal gesproken vindt de Spaanse ui altijd wel nieuwe markten. Dat is althans de laatste jaren steeds zo geweest”.
In april worden in Spanje de eerste uien van het nieuwe seizoen geoogst, namelijk in Andalusië. Hoewel het precieze uienareaal voor dit jaar nog niet bekend is, zal het naar verwachting licht afnemen. Ook heeft de aanplant van vroege uien in sommige gebieden wat vertraging opgelopen na de doortocht van de sneeuwstorm en koudegolf Filomena begin januari. “September en oktober waren heel droog en de telers in Andalusië waren bang dat ze niet genoeg water zouden hebben om te besproeien. Daarom verwachten we dat het areaal iets zal krimpen. Ook de mindere vraag op het moment van de aanplant en de voortdurende onzekerheid vanwege de coronacrisis spelen daarbij zeker een rol”.