Nederlandse bedrijven kijken met argusogen naar hoe internationaal gewerkt wordt met de gentechniek Crispr-Cas9, terwijl in Nederland (en Europa) wetgeving gebruik van de techniek remt. Raakt Nederland zo niet achter met landbouwinnovaties?
Ja en nee, zo zou je het antwoord van LNV-minister Carola Schouten kunnen samenvatten. Zij klom in de pen om antwoord te geven op vragen van de VVD-Kamerleden Peter Valstar en Thom van Campen.
Flinke stijging China
Ja, want China deed de afgelopen jaren meer octrooiaanvragen dan Europa en de Verenigde Staten bij elkaar. In zijn algemeenheid, maar ook specifiek voor plantenveredeling met Crispr-Cas9.
Schouten verwijst naar cijfers van Espacenet, een door het Europees Octrooibureau beheerde octrooidatabase. Daarin zijn wereldwijd gepubliceerde octrooidocumenten te vinden. In China liep het aantal Crispr-Cas9-publicaties op van 200 in 2016 naar 850 in 2020. Ter vergelijking: in de VS is dat 150 en 500 (in 2020), terwijl in Europa in 2020 'slechts' 140 aanvragen zijn gedaan, tegen 47 in 2016.
Toch plaatst Schouten ook kanttekeningen. Zo is in zijn algemeenheid het aantal octrooiaanvragen in China flink gestegen de afgelopen jaren en is ook niet duidelijk hoeveel van de aanvragen ook daadwerkelijk gehonoreerd zijn.
Gebonden aan EU
Blijft overeind dat Schouten de zorgen over de achterstand die Nederland lijkt op te lopen deelt. Daarbij is Nederland echter gebonden aan Europese wet- en regelgeving. Een rapport van de Europese Commissie dit voorjaar werd in dat licht daarom goed ontvangen.
In het rapport staat dat, om de GGO-wetgeving duurzamer, toekomstbestendig en uniform uitvoerbaar te maken, er nieuwe beleidsinstrumenten ontwikkeld worden.