Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Uienvlie

Uienvliegdruk in grote delen van Nederland beheersbaar, hoge druk in NOP en Drenthe

Het chemische middelenpakket tegen insectenplagen krimpt steeds verder, waardoor bekende en soms ook nieuwe plaaginsecten tot schade in de teelt leiden. We monitoren verschillende insecten op tienduizenden hectares. Denk hierbij aan onder andere de uien-, bonen- en wortelvlieg, trips, mineervliegen, luizen en kniptorren. De resultaten van de monitoring zijn de basis voor een praktisch teeltadvies gericht op het beheersen c.q. voorkomen van schade met zo weinig mogelijk impact op het milieu. Door monitoring wordt onnodig spuiten voorkomen en kunnen biologische methoden zoals bijvoorbeeld de steriele insecten techniek (SIT) voor de bestrijding van de uienvlieg worden ingezet", aldus HLB / De Groene Vlieg in haar laatste nieuwsbrief.



Uienvlieg
De eerste vlucht is geweest, waarbij de uienvliegdruk over in grote delen van Nederland beheersbaar was met de steriele insecten techniek . Er zijn een aantal gebieden met een hoge tot zeer hoge druk, vooral in de NOP en Drenthe. Het is belangrijk hier alert te blijven en tijdig in te grijpen. De maden uit de eerste vlucht zijn nu aan het verpoppen en zorgen binnenkort voor de zogenoemde tweede vlucht waarbij voornamelijk de bol wordt aangevreten. Afhankelijk van het seizoen volgt een derde vlucht waarvan een gedeelte overwintert in de grond tot volgend seizoen.

Bonenvlieg
Naast uienvliegen zijn er in de eerste weken van dit seizoen ook veel bonenvliegen gevangen. In het veld is niet of nauwelijks te zien of schade is ontstaan door de uienvlieg of de bonenvlieg. Ook voor de bonenvlieg geldt: om deze goed te beheersen, is het belangrijk om te weten hoe de druk op het perceel is door middel van monitoring.

Wortelvlieg
Ook de eerste vlucht van de wortelvlieg loopt ten einde, de tweede vlucht staat over een aantal weken voor de deur. De druk van de eerste vlucht lijkt relatief hoger in bepaalde gebieden dan het afgelopen jaar. Door een droge winter hebben de poppen en maden geen schade ondervonden tijdens het overwinteren. Tussen de 1e en de 2e vlucht zit in het algemeen een duidelijke korte pauze, waarin de druk van de wortelvlieg relatief laag is. Tussen de 2e en de 3e vlucht is het onderscheid meestal minder duidelijk; in deze periode neemt de druk niet zoveel af als tussen de 1e en de 2e vlucht. De meeste schade wordt veroorzaakt door de oudere maden.

Mineervlieg
We zien in toenemende mate schade van mineervlieg in bepaalde gebieden. Directe schade door mineervliegen kenmerkt zich door de mineergangen die larven in het blad maken. De cyclus van larve tot volwassen vlieg is sterk afhankelijk van de temperatuur, hoe hoger, hoe sneller. Om schade door de mineervlieg te voorkomen, is het van belang dat de populatie gemonitord wordt op het perceel. Uit onderzoek blijkt dat de druk per perceel aanzienlijk kan verschillen, ook al liggen deze percelen relatief dicht bij elkaar. Met behulp van plakvallen in het perceel bepalen we de mineervliegdruk per week. Iedere week worden de vallen gewisseld en krijgt de teler een drukmelding. Op deze manier kunt u op het juiste moment ingrijpen.



Trips
Trips kan veel schade veroorzaken. Zowel volwassen tripsen als hun larven voeden zich door plantencellen aan te prikken en leeg te zuigen. Op het blad veroorzaakt dit grijze vlekken. Als tripsen sterk groeiende delen van de plant aanprikken kunnen er groeiafwijkingen ontstaan. Er zijn veel tripssoorten, de belangrijkste schadeverwekker in uien is de Trips tabacci. Voor de monitoring gebruiken we blauwe plakvallen, een kleur die juist de trips aantrekkelijk vindt. De plakplaten in deze vallen worden wekelijks vervangen en geteld waarna u een drukmelding krijgt.

Kniptorren
Ritnaalden zijn de larven van kniptorren en veroorzaken in toenemende mate schade in heel veel gewassen. Beheersing van ritnaalden met chemische middelen is, o.a. door strengere regelgeving, beperkt. Om ritnaaldschade te voorkomen kan men echter ook de bron aanpakken: de kniptorren. Kniptorren zetten hun
eitjes voornamelijk af in granen en grassen. De levenscyclus van de kniptor duurt enkele jaren. De eerste 3 tot 5 jaar leeft de larve (de ritnaald) in de grond. De ritnaald veroorzaakt schade door ondergrondse gedeelten van de planten aan te vreten. Ritnaalden zijn het meest actief in de periodes maart t/m mei en augustus t/m oktober. Door de kniptorren vroegtijdig te beheersen worden in latere teelten problemen met de ritnaalden voorkomen. Met behulp van de kniptormonitoring kan het juiste moment van ingrijpen worden bepaald. Belangrijk is dat de monitoring jaarlijks wordt herhaald om nieuwe ei-afzetting te voorkomen en uiteindelijk het ritnaalden probleem wordt verminderd.

Voor meer informatie:
HLB / De Groene Vlieg
info@degroenevlieg.nl 
info@hlbbv.nl 
www.degroenevlieg.nl   
www.hlbbv.nl 

Publicatiedatum: