Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Zo vader, zo zoon

Akkerbouwbedrijven klaar voor de toekomst

Op sommige akkerbouwbedrijven of gemengde bedrijven staat de jongere generatie klaar om onderdeel uit te gaan maken van het bedrijf of dit over te nemen. Gaat dit gepaard met uitbreiding of met andere gewassen binnen het bedrijf? Worden er innovatieve stappen genomen of wordt op andere manieren geïnvesteerd in het bedrijf? Uien magazine sprak vier vaders en hun opvolgers.

Stefaan en Jeremy Hoste
Nijvel (België)
In het Belgische Nijvel teelt de familie Hoste al jaren uien op een gemengd bedrijf. Vader Stefaan is bezig met de overdracht aan zoon Jeremy, die zich voornamelijk op de akkerbouw focust, én zus Stephanie, die de aandacht vooral op de veeteelt legt. In totaal omvat het bedrijf 180 hectare akkerbouw, waarvan dit jaar 35 hectare uien. Verder heeft het bedrijf 65 melkkoeien en bijna 10.000 biologische vleeskippen.

Voorheen lag het areaal uien rond de 80 hectare. Het land voor uien en aardappelen wordt voornamelijk gehuurd. Doordat de teelt de laatste jaren qua opbrengst (door droogte) en rendement tegenviel, is besloten in te krimpen en het areaal iets te verkleinen. Door de overdracht is het bedrijf al enige tijd in beweging: zo werd de huidige locatie twaalf jaar geleden aangekocht. Het vorige bedrijf lag namelijk midden in het dorp, waardoor er geen ruimte meer was voor uitbreiding of ontwikkeling. Er zijn nieuwe bewaarloodsen geplaatst; het bedrijf wordt meer en meer klaargemaakt voor de toekomst.

Stefaan is vier jaar geleden begonnen met uienproeven, hier gaat Jeremy graag mee verder. Door verschillende rassen op één perceel naast elkaar te vergelijken, zowel qua bruto-opbrengst als opbrengst na bewaring, weten we precies welk ras het het beste doet op ons bedrijf, zegt Stefaan. Ook in andere gewassen worden proeven gedaan, met rassen en bemesting. "De grootste verschillen zie je toch in de moeilijkere jaren", aldus Jeremy.

Naar de toekomst toe voorziet Jeremy dat weersafhankelijke risico’s beter beheersbaar moe ten worden gemaakt. Zowel droogte als grote hoeveelheden neerslag hebben hun effect op de gewassen. Perceelkeuze wordt steeds belangrijker, vandaar ook de krimp in uien: liever betere gronden met minder uien. Ook gaan opvang en opslag van regenwater een belangrijke rol spelen. "Grondwater is vooral bestemd voor drinkwatervoorziening en niet zozeer voor beregening", zeggen vader en zoon. "Dit brengt een extra uitdaging met zich mee."

Pol en Dries Verhaeghe
Proven (België)
In het Belgische plaatsje Proven (vlak bij Poperinge) is het gemengde bedrijf gevestigd van vader Pol en zoon Dries Verhaeghe. Het bedrijf bestaat voor twee derde uit varkenshouderij en voor een derde uit akkerbouw. Het varkensbedrijf telt 350 zeugen en 3.000 vleesvarkens die in een gesloten bedrijf worden afgemest. De akkerbouwtak omvat ongeveer 100 hectare, waarvan 12 hectare uien. Andere gewassen zijn aardappelen, korrelmais, tarwe en suikerbieten.

Sinds de komst van Dries op het bedrijf, zo’n twee jaar geleden, is er qua bedrijfsvoering weinig veranderd. Hij werkt al van jongs af aan actief mee. Elk vrij uurtje naast school en later zijn bachelor studie is hij aan het werk op het bedrijf. De interesse van Pol ligt bij de akkerbouw, die van Dries meer bij de varkenshouderij. Waar nodig springt Dries graag bij om bijvoorbeeld te helpen met de oogst.

De uienteelt wordt volledig in eigen beheer gedaan. Zo kunnen we altijd op het juiste moment de werkzaamheden uitvoeren die op dat moment moeten gebeuren, zegt Pol. De uien worden opgeslagen in de eigen bewaarloods. Pol: "We telen voor de versmarkt en export. In het verleden hebben we ook voor de (vries)industrie geteeld, maar dat beviel ons niet zo goed. Telen voor de versmarkt en export past beter bij ons. We kunnen de uien daarmee volledig vrij telen en we zitten niet vast aan een contract. Als we de uien verkopen, kunnen we ze, indien gewenst, ook nog op maat sorteren."

De verkoop van de uien doen Pol en Dries samen, zoals alle beslissingen binnen het bedrijf. Hoewel Dries meer interesse in de varkenshouderij heeft, blijft de akkerbouw in de toekomst gewoon een onderdeel van de bedrijfsvoering. Bovendien is Pol voorlopig niet van plan te stoppen. Dries gaat aankomende winter wel samen met zijn vriendin op de boerderij wonen. "Mijn vriendin gaat ook meewerken op de boerderij. We gaan de toekomst vol vertrouwen tegemoet om ons bedrijf voort te zetten", besluit hij.

Maatschap Prins
Wijster
In het Drentse plaatsje Wijster is het akkerbouwbedrijf van Maatschap Prins gevestigd. De broers Jan André en Harry namen het ouderlijk bedrijf in 2005 over en vormen sinds twee jaar een maatschap met Jeffrey, de zoon van Harry. Jeffrey is de vierde generatie Prins op het bedrijf. Mogelijk treden ook de kinderen van Jan André later tot de maatschap toe. Het bedrijf bewerkt zo’n 220 hectare, waarvan het grootste deel uit zetmeelaardappelen bestaat, gevolgd door suikerbieten, granen en 34 hectare zaaiuien.

Jeffrey werkt al van jongs af aan mee in het bedrijf. Sinds die tijd zijn er diverse veranderingen doorgevoerd. Zo wordt er meer loonwerk uitgevoerd en is de teelt van uien gespecialiseerd en uitgebreid. "We hebben veel lol aan het samenwerken en samen beslissen", vertelt Jeffrey. "Maar ieder heeft zijn eigen specialisme.” Harry is meer van de teelt, Jan André van de mechanisatie en Jeffrey van de uien. “Ook de handel is Jeffreys ding", vult Harry aan. Sinds acht jaar worden er uien op het bedrijf geteeld, het afgelopen jaar winterzaaiuien en gele, rode en roze zaaiuien. Dit jaar heeft Prins een tweede rooicombinatie aangeschaft, zodat er meer loonwerk kan worden gedaan in het gebied met een groeiend uienareaal.

Naar de toekomst toe willen de Drentenaren vooral optimaliseren. Aan expansie denken ze niet direct, omdat ze de dingen dié ze doen, goed willen blijven doen. Over één ding zijn ze het alle drie eens: ze willen graag blijven samenwerken zoals het nu gaat. Want ze moeten er niet aan denken om alleen te moeten boeren.

Maatschap Biemond
Stellendam
Op het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee is net buiten Stellendam het bedrijf gevestigd van maatschap Biemond. In de maatschap, die in mei 2018 is gevormd, zitten vader Boudewijn, zijn vrouw Annemieke en hun zoons Martijn en Bart. Beide zoons werken volledig mee in het bedrijf, Martijn sinds drie jaar en Bart nu twee jaar. Zij zijn na afronding van hun studie aan Aeres Hogeschool in Dronten volledig in het bedrijf gekomen.

Boudewijn nam het bedrijf in 2000 over met 90 hectare, inmiddels telt de onderneming 180 hectare. Sinds Martijn en Bart in het bedrijf zitten, is er best veel veranderd, zegt hij. "Om er voor iedereen een boterham uit te halen, hebben we pioenrozen aan de bedrijfsvoering toegevoegd. Ook zijn we met een deel van het bedrijf omgeschakeld naar de biologische landbouw." De akkerbouwers runnen het bedrijf met z’n allen en voeren alle werkzaamheden gezamenlijk uit. Wel houdt Martijn zich meer bezig met de pioenrozen, in de biologische teelt is Bart het aanspreekpunt. Boudewijn doet de spuitwerkzaamheden, vooral vanuit het oogpunt dat dit het beste door één persoon kan worden uitgevoerd, om fouten te voorkomen.

In de gangbare tak worden aardappelen, tarwe, graszaad, suikerbieten en uien geteeld. Uien zijn vast opgenomen in het bouwplan, Biemond teelde in het afgelopen seizoen 15 hectare plantuien, 7,5 hectare zaaiuien en ruim 4,5 hectare zaaisjalotten. Het biologische bouwplan bestaat uit aardappelen, wortelen, witte kool, pastinaak en uien. Er worden zowel rode als gele biologische zaaiuien verbouwd, met een totaal oppervlak van 6,5 hectare.

Binnen het bedrijf staat de bodem centraal. Onze filosofie is dat je de bodem als eerste op orde moet hebben, voordat je aan het werk gaat met taakkaarten, precisielandbouw en andere innoverende aspecten binnen de akkerbouw, aldus de Zuid-Hollanders. Biemond verwerkt jaarlijks 2.500 tot 3.000 ton compost op de percelen, om de organische stof op niveau te brengen. "Door veel in de bodem te investeren, verwachten we richting de toekomst meer ‘winst’ te kunnen behalen", zeggen ze.

Bron: Uien magazine van De Groot en Slot

Publicatiedatum: