Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
LTO: Werk aan de winkel bij verzekeringsplicht arbeidsongeschiktheid

Kabinet wil met nieuw maatregelenpakket meer evenwicht op arbeidsmarkt creëren

Minister Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) heeft vandaag een pakket samenhangende maatregelen voor de arbeidsmarkt aan de Tweede Kamer gestuurd. Dit pakket zorgt ervoor dat mensen meer zekerheid krijgen over hun inkomen en hun rooster en dat zelfstandigen zich bij tegenslag beter beschermd weten.

Tegelijkertijd leiden de maatregelen tot meer wendbaarheid voor ondernemers. Hierdoor wordt goed werkgeverschap aantrekkelijker en kunnen bedrijven makkelijker inspelen op veranderingen in hun omgeving, zo meldt het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Er zijn al lange tijd zorgen over de werking van de arbeidsmarkt. Het geheel aan regels, verzekeringen, rechten en plichten leidt tot teveel werkenden die onzeker werk en daarmee een onzeker inkomen hebben. Werkgevers ervaren op hun beurt niet genoeg wendbaarheid om in te spelen op veranderingen. Onder andere de commissie Borstlap, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en Sociaal Economische Raad wezen hierop en gaven hier advies op. Het SER-advies voor de middellange termijn vormde daarbij de basis voor het coalitieakkoord. Samen met de vakbonden en werkgeversorganisaties heeft het kabinet nu afspraken gemaakt over een samenhangend maatregelenpakket dat moet zorgen voor een toekomstbestendige arbeidsmarkt.

Minister Van Gennip: "Ik waardeer het zeer dat we met de werkgevers en werknemers deze belangrijke afspraken hebben kunnen maken. Zekerheid in je werk zorgt ervoor dat je weet wanneer je werkt, dat je weet dat je volgende maand rond kunt komen en dat je toekomstplannen kunt maken. Te veel medewerkers met een flexibel contract of zelfstandigen hebben die zekerheid niet. Tegelijkertijd zijn met name kleine ondernemers huiverig om mensen in vaste dienst te nemen. Dit moet anders. Dit pakket aan maatregelen zorgt voor een arbeidsmarkt die beter in evenwicht is, toekomstbestendig en bovendien houden we de onderlinge solidariteit overeind."

Meer zekerheid voor werkenden
Voor structureel werk is een (vast) contract het uitgangspunt. Daarom krijgen werkenden met een oproepcontract voortaan een vast basiscontract voor het aantal uur waarvoor ze ten minste standaard worden ingeroosterd. Zo weten werknemers beter waar ze aan toe zijn. Nulurencontracten gaan we verbieden. Wie werkt via een uitzendbureau krijgt sneller een contract met meer zekerheid. Ook worden de regels voor tijdelijke contracten strenger, zodat tijdelijk werk ook echt tijdelijk wordt ingezet. Na drie aaneengesloten tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever, mag pas na vijf jaar een nieuw contract worden gegeven in plaats van na zes maanden. Zo maken we een einde aan draaideurconstructies, waarbij werkenden langdurig van tijdelijk contract naar tijdelijk contract gaan. Voor zelfstandigen komt er een verplichte, betaalbare arbeidsongeschiktheidsverzekering, zodat ze een vangnet hebben als ze arbeidsongeschikt worden.

Meer wendbaarheid voor ondernemers
Het is van groot belang dat ondernemers de ruimte hebben om te ondernemen. Vooral kleine ondernemingen zijn minder wendbaar als één van de werknemers onverhoopt langdurig ziek wordt. Deze werkgevers blijven nu lang in onzekerheid of een zieke werknemer nog terugkeert, waardoor zij lange tijd geen vervanger in (vaste) dienst kunnen nemen. Daarom kunnen kleine werkgevers na één jaar ziekte van een medewerker duidelijkheid krijgen over de vraag of ze een medewerker structureel kunnen laten vervangen.

Ook komt er een Crisisregeling Personeelsbehoud voor werkgevers die worden getroffen door een crisis of calamiteit die buiten het ondernemersrisico valt (zoals de coronacrisis). Gedurende maximaal 6 maanden kunnen werknemers tijdelijk op een andere plek in het bedrijf aan het werk of tijdelijk minder werken met behoud van hun ww-rechten. Zo behoudt de werknemer een baan en inkomen en kan de werkgever de crisisperiode overbruggen. Daarnaast worden de kosten in de ww-premie voor overwerk beperkt bij grote vaste contracten. Ook het vaste basiscontract gaat onder de lage ww-premie vallen.

Reactie LTO op Kamerbrief
"Het kabinet presenteerde een pakket aan voorstellen die moeten bijdragen aan het beter functioneren van de arbeidsmarkt. Voor werkgevers zorgt een aantal voorstellen voor meer wendbaarheid en beperking van de kosten. Op de gewenste en noodzakelijke uitzondering van de verzekeringsplicht tegen arbeidsongeschiktheid (AOV ZZP) blijft werk aan de winkel", zo schrijft LTO in een reactie.

Het kabinet vindt dat het vaste contract de norm moet worden, maar erkent expliciet ook het belang van tijdelijke contracten zoals bij seizoenarbeid. "Door de inzet van LTO blijft de onderbrekingstermijn voor ketens van tijdelijke seizoenscontracten bestaan.", zegt Sjaak van der Tak, voorzitter LTO Nederland.

"De voorgenomen beweging naar meer vaste contracten betekent in de ogen van LTO ook dat de hoge WW-premie verlaagd kan worden. Werkgevers hebben daarom voorgesteld om de hoge WW-premie te halveren en het premieverschil te verkleinen. Voor het kabinet is dat op dit moment een brug te ver", aldus Van der Tak. Wel wil het kabinet het nieuwe basiscontract dat de oproepcontracten vervangt onder de lage WW-premie brengen. "Daarmee wordt wel een eerste stap gezet om de werkgeverslasten te verlagen, maar nieuwe stappen zullen moeten volgen", vervolgt Van der Tak.

Verzekeringsplicht arbeidsongeschiktheid
In de brief schetst het kabinet ook de contouren van de verplichte verzekering tegen arbeidsongeschiktheid voor zelfstandigen (AOV ZZP). LTO verzet zich al langere tijd tegen deze verplichting, die ook gaat gelden voor agrarische ondernemers. Het kabinet kent nadrukkelijk de positie van LTO, maar kiest er nu niet voor om een uitzondering te maken voor de agrarische sector. "LTO zet zich onverminderd in om de uitzondering bij de wetsbehandeling in de Tweede Kamer te regelen. Overigens is de daadwerkelijke invoering van een verplichte AOV ZZP pas mogelijk aan het einde van dit decennium (vanaf 2028 of later)."

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Publicatiedatum: