Fusarium blijft een groot probleem in de Nederlandse uienteelt. De schimmel, die vaak pas in de bewaring zichtbaar wordt als bolrot, kan grote verliezen veroorzaken. HLB voert sinds dit najaar op verzoek van Uireka een nieuwe fusariumtoets uit waarmee telers hun percelen kunnen laten testen op de aanwezigheid van de ziekteverwekker.
© HLB
"Weet waar je aan begint, dat is de insteek van de fusariumtest", zegt uienteler Jaap de Zeeuw, voorzitter van de werkgroep fusarium van Uireka. Volgens hem biedt de toets handelingsperspectief: "Vertrouw je het niet, laat de grond dan onderzoeken om teleurstellingen te voorkomen." De test toont aan of een perceel een laag of hoog risico heeft, zodat maatregelen beter afgestemd kunnen worden.
Jaap, die met zijn broers uien teelt in de Noordoostpolder, ziet de druk van fusarium toenemen. "Chemisch is er niets tegen te doen. Ook inundatie werkt niet 100%." De nieuwe toets helpt volgens hem om beter in te schatten waar het gevaar zit.
Teelttechnische maatregelen
Naast testen zijn er ook teeltmaatregelen die helpen om aantasting te voorkomen. "De fusariumdruk wordt minder als je op ruggen teelt. Wij telen op verhoogde bedden, dat helpt ook."
© HLB
Ook een diepere grondbewerking draagt bij aan sterkere planten: "Dan wortelt de ui dieper en kan de plant beter water en mineralen zoeken. Je krijgt een weerbaardere ui." Een goede bodemstructuur en het voorkomen van plasvorming zijn cruciaal, benadrukt hij. "Zeker op een hoog risico-perceel moet je beregenen met beleid."
Innovatie en toekomst
De huidige test geeft een laag of hoog risico aan, maar wordt nog steeds verder ontwikkeld. "We gaan 'm nog verfijnen om gerichter advies te kunnen geven, ook over het grijze tussengebied tussen laag en hoog risico." Ondanks de uitdagingen blijft Jaap positief over de sector. "De uienafzet loopt als een trein in Nederland, daardoor is het meestal een rendabele teelt."
HLB is door Uireka als enig erkend laboratorium aangesteld om de fusariumtest uit te voeren. De analyses vinden plaats van eind november tot eind januari en moeten helpen om de verspreiding en druk van de schimmel beter in kaart te brengen.
Bron: HLB