Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Vijf pilots verzilveren koolstofopslag bij de boer

In het Nederlands klimaatakkoord is de ambitie opgenomen dat boeren vanaf 2030 jaarlijks 0,5 Mton CO₂ vastleggen in landbouwbodems. Om deze ambitie te kunnen halen moet er nog veel gebeuren. Het ontwikkelen van een verdienmodel voor Carbon Farming kan een belangrijke motivatie zijn voor boeren om meer aandacht te besteden aan koolstofvastlegging en bodemkwaliteit. Dat is precies waar de samenwerkende partijen, BoerenNatuur Brabant West, ZLTO en Louis Bolk Instituut in dit project mee aan de slag gaan: hoe kunnen we zorgen dat inzetten op Carbon Farming lonend wordt voor boeren.

In vijf pilots in Zuid-Nederland gaan boeren, marktpartijen en eventuele andere relevante stakeholders samenwerken om zo in de praktijk te leren wat nodig is om tot succesvolle projecten te komen met een reëel verdienmodel voor de boer. We richten ons hierbij niet alleen op duurzame koolstofvastlegging in de bodem, maar ook in biomassa, zoals biobased teelten, landschapselementen en agroforestry.

Kansrijke businessmodellen
Via een marktverkenning wordt contact gelegd met diverse marktpartijen die (potentieel) geïnteresseerd zijn in het stimuleren van CO₂-vastlegging via Carbon Farming. Dit leidt tot verschillende potentiële businessmodellen die in de praktijkpilots getoetst worden op haalbaarheid, praktische toepasbaarheid en verdienmodel. Hierbij wordt met name gekeken naar de mogelijkheden om koolstofvastlegging in te zetten voor het compenseren van de eigen emissies in de keten (‘insetting’) of om deze te verkopen voor compensatie van emissies door partijen buiten de eigen keten ( ‘offsetting’). Daarnaast wordt ook rekening gehouden met mogelijkheden voor stapeling met GLB en/of andere vormen van publieke financiering en wordt óók gekeken naar de directe voordelen voor de boer, zoals het verbeteren van de bodemvruchtbaarheid en weerbaarheid tegen klimaatextremen.

Betrouwbaarheid en borging
Een belangrijk aandachtspunt bij het ontwikkelen van een beloningssysteem voor koolstofvastlegging is de betrouwbaarheid van de vastlegging en de borging daarvan. In Nederland zijn verschillende partijen actief met borging via certificering, waarvoor verschillende methodieken beschikbaar of in ontwikkeling zijn. Dit is een terrein wat nog erg in ontwikkeling is. Zo werkt de EU aan een systeem voor Monitoring, Rapportage en Verificatie van koolstofvastlegging (het zogenaamde MRV-protocol) ter vergroting van de betrouwbaarheid.

Tools
Naast methodieken en protocollen wordt ook gewerkt aan tools om de uitvoering van koolstofvastleggingsprojecten gemakkelijker te maken, waarmee de efficiëntie vergroot kan worden en de kosten verlaagd. Beschikbare tools voor het voorspellen en verifiëren van koolstofvastlegging worden in de praktijk getest en verbeterd. En er wordt ingezet op remote sensing (bijvoorbeeld satellietdata) voor optimalisatie van de monitoring waarbij gekeken wordt of dit het verdienmodel positief kan beïnvloeden.

Kennisverspreiding
De kennis die in het project ontwikkeld wordt, wordt op diverse manieren verspreid: via artikelen in de media, presentaties tijdens bijeenkomsten en informatiebijeenkomsten voor boeren en stakeholders. Zo verschijnt binnenkort al de eerste brochure waarin de methodieken en protocollen voor betrouwbare koolstofvastlegging in de landbouw die op dit moment in Nederland beschikbaar zijn op een toegankelijke manier worden beschreven. Aan het einde van het jaar wordt een grote conferentie georganiseerd waarin de ervaringen en leerpunten uit het project gedeeld worden.

Het project is in handen van ZLTO, Louis Bolk Instituut en BoerenNatuur Brabant West en wordt mogelijk gemaakt door het Groen Economisch Herstelfonds in het kader van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Plattelandsontwikkeling - Europese Commissie (europa.eu).

Bron: ZLTO

Publicatiedatum: