Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"Wereldwijd Hollandse uien eten: Zonde of zegen?"

Zijn al die Hollandse uien nu echt nodig? Deze vraag beantwoordde Gijsbrecht Gunther, voorzitter Holland Onion Association, in zijn column in het Uien magazine van De Groot en Slot. "Regelmatig wordt deze vraag gesteld met haast retorische intonatie. Het slepen van voedsel over de aardkloot is verdacht en onnodig, zo luidt de conclusie. Als je beseft dat amper vijf procent van de Hollandse uien in een Nederlandse buik verdwijnt, en dus twintig keer zoveel uien hongerige magen vullen in één van de 140 exportlanden die Nederland rijk is, ligt het voor de hand om te stellen: Kan het niet een kilootje minder met die Hollandse ui?

Toen vorig jaar op 15 april de Nederlandse boer hoopvol uien zaaide, gaf de NOS het antwoord al. 'Dit kan echt niet meer', zo luidde de conclusie. Jammer dat de verslaggever wel het vliegtuig naar Afrika had genomen om een mening op te halen, maar vergat de uienboer van eigen bodem aan het woord te laten. Ronduit slechte journalistiek, vond ik het. Gelukkig biedt deze column mij gelegenheid om de Hollandse kant van de medaille te laten zien.

Van de 100.000.000.000 kilo uien die wereldwijd geteeld worden is 92 procent local-for-local. De lokale oogsten die grotendeels in de (sub)tropen verbouwd worden zijn hooguit enkele weken te bewaren. Er zijn wel meerdere teelten per jaar mogelijk, maar de korte daglengte en droogteperioden zorgen voor tijden dat er geen uien van eigen bodem beschikbaar zijn. De schamele 8 procent die wereldwijd beschikbaar is voor export, is daarom broodnodig.

De Hollandse langedag uien met hun blonde bast, hebben een unieke positie om lokale tekorten aan te vullen. Deze trots hoeven we niet onder stoelen of banken te steken. De afnemers zijn er maar wat blij mee. Want je kind geen eten kunnen geven is de ergste crisis die er bestaat, hoorde ik eens iemand zeggen in een interview.

Om terug te komen op de daglengte: alleen tussen het noorden van Denemarken tot zo ongeveer ter hoogte van Parijs kunnen zeer langedag uien geteeld worden. Deze uitstekend bewaarbare uienrassen hebben minimaal 16 uur daglicht nodig om zich te ontwikkelen. Op het zuidelijk halfrond liggen de breedtegraden met dezelfde klimatologische eigenschappen in de oceanen. De rest van de wereld teelt dus flodderige kortedag uien die fysiologisch totaal anders zijn dan onze uien en slechts enkele weken houdbaar.

Naast deze feiten, die gebaseerd zijn op wat de natuur ons biedt, leveren de Hollanders ook nog eens maatwerk bij de afnemers. Daar zijn we als koopmansland groot mee geworden. Zo wordt met Senegal op overheidsniveau afgesproken wanneer de laatste uien geïmporteerd mogen worden, afhankelijk van de lokaal beschikbare oogst kortedag uien. Bovendien worden alleen importcertificaten afgegeven wanneer importeurs ook lokale oogst op de markt brengen, als die voorhanden is. Het distributiesysteem naar het achterland is hetzelfde, waarbij het mes dus aan twee kanten snijdt en de lokale oogst letterlijk meelift. Ook kennisdeling over teelt, oogst en bewaring helpt. Maar een kortedag ui zal nooit een langedag ui worden.

Tenslotte betalen de importeurs heffingen over de ingevoerde uien. Als die een-op-een geïnvesteerd zou worden in lokale landbouwprogramma's is dat een mooie vorm van ontwikkelingssamenwerking. Zo wordt kennis, financiering, uitbouw van de logistieke infrastructuur én product geleverd door de Hollanders, zou je zeggen. Helaas blijkt dat het toch nogal eens mis gaat in Afrikaanse regimes. Dat de NOS de Hollandse ui daarvoor als zondebok aanwijst, is voor mij te kort door de bocht."

Bron: Uienmagazine De Groot en Slot