Kennisbijeenkomst over gewassensoren
Afwijkingen in het gewas zijn 2 tot 3 weken eerder zichtbaar dan met het blote oog. Ook ziet de sensor veel kleinere verschillen. Daardoor kun je beter en eerder detecteren en bijsturen. Met de metingen kunnen online machines worden aangestuurd, bijvoorbeeld een meststrooier of veldspuit. Voor graangewassen, mais en koolzaad zijn bemesting doseertabellen beschikbaar per groeistadium. Voor andere gewassen of toepassingen kan naar wens een doseertabel gemaakt worden. Met de sensoren krijgt de teler een beter beeld van verschillen in het gewas en kan hij pleksgewijs de dosering variëren. Dat biedt mogelijkheden voor opbrengstverhoging en/of middelbesparing.
De OpRtx sensoren komen uit de stal van de Amerikaanse firma Ag Leader. Ag Leader levert behalve hardware ook de SMS management software. Daarmee is het mogelijk om perceelscans te verwerken tot taakkaart. Taakkaarten kunnen met SMS naar vrijwel alle merken GPS terminals geëxporteerd worden Ook is het mogelijk om taakkaarten te maken door metingen van de sensoren te combineren met bijvoorbeeld bodemscans of opbrengstmetingen. In Nederland zijn momenteel diverse instellingen en bedrijven hier mee bezig. Wie niet meteen in het diepe wil stappen, kan de sensoren ook huren voor 1600 euro per jaar. Je krijgt dan 2 sensoren plus een beeldscherm.
Koelmiddel kiezen
Na de pauze nam Harrie Versluis van DLV Bouw de aanwezigen mee in de wereld van de koelinstallaties. Veel telers staan voor de keuze van een nieuw koelmiddel nu sinds de jaarwisseling het bijvullen met R22 niet meer is toegestaan. Ammoniak is koeltechnisch en qua energieverbruik een uitstekend alternatief maar door de vereiste veiligheid maatregelen pas interessant bij installaties vanaf 200 kW. Koeling met een propaan / CO2 installatie kan al uit vanaf 80 kW. Bij beide systemen treedt minder indroging op in gewassen als winterpeen en witlof. DLV komt binnenkort met een rekenhulp waarmee iedereen kan uitzoeken wat het beste bij zijn situatie past: een ander koelmiddel, en upgrade van de bestaande installatie of een compleet nieuwe installatie.
Het tweede deel ging over bewaren van pootgoed zonder koelen. Uitgangspunt is dat de kiemrust van een ras een gegeven is dat niet beïnvloed wordt door de bewaartemperatuur. Pas als de kiemrust na bijvoorbeeld 150 dagen voorbij is, gaat de temperatuur een rol spelen. Dat temperatuureffect verschilt per ras. Ook relatieve vochtigheid en CO2 concentratie hebben invloed op het kiemingsproces. Om de bewaring en de kieming te kunnen optimaliseren adviseert Versluis pootgoedtelers om rassen te clusteren naar kiemrustperiode en "kiemgedrag". Dat betekent in de praktijk dat hij meer kleinere bewaarcellen nodig heeft met een eigen klimaatregeling.
Bron: www.greenportnhn.nl