Krachtig pleidooi Verburg op Biovak
Foto: Buizer Advies
Al deze deelnemers uit uiteenlopende plantaardige sectoren hebben een gemeenschappelijk doel, zo vertelde Van Hoogen de minister: het leveren van hoogwaardig biologisch uitgangsmateriaal voor een gezonde, winstgevende en bedrijfszekere teelt in veel landen en regio’s.
Gezien de structurele groei in het biologische segment van de consumptieve bestedingen in Europa, zouden we mogen verwachten, dat ook de export van biologisch uitgangsmateriaal mee zou groeien. Dat blijkt echter voor een groot aantal gewassen, zoals aardappelen, glasgroenten en onderstammen voor vruchtbomen, niet het geval.
Als oorzaak zien de deelnemers van Organicseeds.nl het ontbreken van een ‘Level playing field’ wat betreft de regelgeving voor het gebruik van biologisch uitgangsmateriaal in Europa. In Nederland zijn we gehouden aan de Nationale Annex, die inmiddels een respectabele Categorie I kent. In andere landen van Europa heeft men dan misschien wel een Nationale Annex maar geen of slechts een onbeduidende Categorie I. Daardoor kunnen biologische boeren en tuinders in die landen goedkoper gangbaar uitgangsmateriaal gebruiken.
Hierdoor ontstaat een ongelijke situatie die zijn weerslag heeft op de concurrentiepositie van de Nederlandse telers van biologische producten voor de eindgebruiker. De stagnatie van de afzet van biologisch uitgangsmateriaal naar andere landen maakt investeringen in de productie van biologisch uitgangsmateriaal in ons land minder rendabel. Dit remt ook de gewenste toename van het gebruik van biologisch uitgangsmateriaal in Nederland.
Hoewel de situatie de afgelopen jaren voor verschillende gewassen al duidelijk is verbeterd, vragen de deelnemers van Organicseeds.nl minister Verburg om in Europees verband krachtig te blijven pleiten voor een zoveel mogelijk eenduidige Europese regelgeving voor het gebruik van biologisch uitgangsmateriaal.
Organicseeds.nl is de populaire naam van het ‘Pilotproject productie en afzet van biologisch uitgangsmateriaal’, een netwerkproject waaraan 22 Nederlandse kweek- en handelsbedrijven uit de diverse plantaardige sectoren aan deelnemen.
Het project wordt medegefinancierd door het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, EZ/Kompas en door het Ministerie van LNV, UILN-N.