LTO: meer innovatie en duurzaamheid nodig in nieuw EU-landbouwbeleid

Maak de landbouw sterker, meer concurrerend in de markt en zorg dat groene en blauwe diensten van boeren en tuinders worden beloond. Dat moet de ambitie zijn van Brussel met het nieuwe EU-landbouwbeleid. Dit zegt voorzitter Albert Jan Maat van LTO Nederland in een reactie op de plannen voor het nieuwe EU-landbouwbeleid 2014-2020, die Eurocommissaris Dacian Ciolos (landbouw) vanmiddag in Brussel bekend heeft gemaakt.

In de mededeling van de Europese Commissie staan de contouren voor het EU-landbouwbeleid na 2013. Maat mist daarin de economische dimensie en een grotere inzet op een efficiëntere productie in agrarisch Europa. Hij constateert dat Europa al jaren achterblijft bij de mondiale voedselproductie en verwijst naar de enorme opgave om in 2050 de mondiale voedselproductie met zeventig procent te verhogen. Europa moet haar aandeel daar in leveren, aldus de LTO-voorzitter.
De inkomens in de landbouw blijven structureel achter bij de rest van de economie, ook in ons land. Een sterkere concurrentiepositie van agrarische bedrijven is daarom des te harder nodig. Maat: "De uitdaging is dat boeren er structureel beter voor komen te staan. Dit voorstel zegt te weinig over waar het met de landbouw op langere termijn naar toe moet. Investeer in de toekomst en zorg in de EU tegelijkertijd voor een passend overgangsbeleid, zodat boeren niet worden geconfronteerd met abrupte veranderingen."

In de plannen van EU-landbouwcommissaris Ciolos blijven inkomenstoeslagen voor actieve boeren de ruggengraat van het EU-beleid. Wat LTO betreft staat de omvang van het huidige EU-landbouwbudget niet ter discussie, maar dient een groter deel van het budget te worden benut om innovatie en concurrentie in de landbouw te stimuleren. Dat kan door het budget voor plattelandsontwikkeling beter te gebruiken.
Naast een zwaarder accent op innovatie moet Brussel wat LTO betreft kiezen voor een structurele verduurzaming van de agrarische productie. Maat: "De combinatie van meer concurrentiekracht en duurzaamheid past ons heel goed. Deze ambitie komt te weinig terug in het voorstel. Met minder grondstoffen kunnen we hier meer produceren. Het is mogelijk om als landbouwnatie onze koppositie in de wereld te versterken."

"De Nederlandse agrosector, de tweede exporteur ter wereld, draagt sterk bij aan de verduurzaming van de samenleving”, stelt Maat. Het nieuwe GLB sluit daar volgens hem met een vergroeningspremie nog onvoldoende op aan. "In vergelijking met andere landen doen we het hier op milieugebied buitengewoon goed."

De LTO-voorzitter pleit voor meer duidelijkheid over de verdeling van EU-gelden over de lidstaten. Alle uitgaven, ook die uit regionale fondsen en plattelandsbeleid, moeten voor alle landen zichtbaar worden gemaakt. Ook is volgens hem een aanpassing nodig in de verdeling van financiële middelen. "De agrarische sector in ons land is goed voor zeven procent van de totale productie in de Europese Unie, terwijl ons land slechts twee procent van het EU-landbouwbudget krijgt. De nieuwe regering moet zich inzetten om een groter deel van de Europese koek te krijgen om bijvoorbeeld vernieuwing in biobased economy en duurzame energie te stimuleren."

LTO is voorstander van marktconforme beloningen voor agrariërs die extra presteren op het gebied van bijvoorbeeld landschap, biodiversiteit, wateropvang, beheer akkerranden en bescherming van weidevogels. Groene en blauwe diensten worden door de samenleving gewaardeerd en daar moet ook in Europa gericht beleid op worden gevoerd. Maat: "Het landschap wordt in belangrijke mate gemaakt door boeren en tuinders en daar wordt geen vergoeding voor betaald. Als boeren op dat gebied een prestatie laten zien, moet daar ook wat tegenover staan. Zonder boeren geen mooi landschap."