Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Vanaf aanvang teelt oog voor oogst met weinig tarra

Tarra reduceren tijdens het telen

Telers die schoon product van het land halen, denken na over de oogst, nog voor de uien gezaaid of geplant worden. Jan en Marijn Veraart uit Dinteloord en Kurt Paridaen uit Sint Kruis zorgen voor een egaal bed voor de uien en een gelijkmatige groei. Die aandacht wordt beloond met lage tarracijfers.

Vader Jan en zoon Marijn Veraart telen op 150 hectare de typische akkerbouwgewassen tarwe, suikerbiet en aardappelen aangevuld met sperziebonen en graszaad. Verder zijn ze gespecialiseerd in tweedejaarsplantuien. Daarvoor huren ze er 35 hectare land bij. Er gaat veel aandacht naar een gelijkmatige groei van de uien op onbereden bedden.

“We planten de uien in één werkgang op onbereden bedden van 2,25 meter breed”, zegt Marijn Veraart. “We rijden dan op smalle cultuurbanden. Het onbereden bed heeft veel voordelen bij het rooien. We maken de spoortjes even diep. Het voordeel van de beddenteelt is dat we nooit harde grond onder de uien hebben.”

Op het bedrijf van Veraart werken vader en zoon liever in een rustig tempo. Overigens kunnen ze, door tijdig te beginnen en toch nog een hectare per uur te doen, vroeg genoeg in het seizoen de plantwerkzaamheden afronden. Ze spreiden de rassen zo, dat ze hele vroege hebben en ook late rassen, zodat de laatste plantuien net voor de zaaiuien afland verkocht kunnen worden. Jan Veraart: “Het ene jaar zijn de vroegste wat duurder, het andere jaar de wat latere rassen. We hebben gekozen voor Forum, Jetset, Centurion en Sturon.”

Homogeen planten
Het weegbokje op de plantmachine helpt de telers om de uitjes gelijkmatig over de percelen te planten. Ondertussen corrigeren ze zo dat ze precies uitkomen met het plantgoed. Marijn Veraart: “Homogeen verdelen met plantuien is moeilijker dan met zaaiuien. We komen ongeveer op twintig uien per meter. Dat komt neer op 1.600 tot 1.700 kilo plantuitjes per hectare. Voor een gelijkmatig resultaat is een snelheid van acht kilometer per uur het beste.”

Door de uien in nette bedden te zetten, gelijk te verdelen bij het planten en gelijkmatig te behandelen in de andere teeltbehandelingen, krijgen de telers uien in dezelfde maatverdeling. Ze trekken de rooias bij de oogst twee tot drie centimeter onder de uien door. De rooier is uitgerust met een taster, wat volgens de akkerbouwers beter is dan een wieltje. Rooien moet niet te langzaam en dat kan volgens de telers dankzij de losse bedden. Na enkele dagen drogen op het land gaat de partij direct naar een afnemer.

Bijna geen rooibeschadiging
De Veraarts halen hun uien gaaf van het land. In overleg met de afnemer bepalen ze het rooimoment. De ene keer gaat het gewas groener van het veld dan de andere keer. Voor een vaste huid wachten ze liever wat dagen extra. In de zomer van 2018 was vier of vijf maal beregenen nodig, dus waren de telers blij met de goede beschikbaarheid van water bij de percelen. Het klappen moet in zo’n droog jaar, net als anders, niet te kort, want met beregening is er risico op bacterieziekte. Beschadiging voorkomen de telers door voorzichtig op te laden, valhoogtes te beperken en een zachte schuimrubberrol te gebruiken.

Perceelkeuze
Een goede ui telen en weinig tarra bij de oogst begint bij de juiste perceelkeuze, een geschikte voorvrucht en goed ploegwerk. Het bedrijf van loonwerker Kurt Paridaen in Sint Kruis zaait en rooit elk jaar 400 hectare uien in Zeeuws-Vlaanderen. Paridaen gebruikt zijn jarenlange ervaring om de teelt goed uit te voeren en zijn machines aan te passen aan de bijzonder wisselende omstandigheden in zijn werkgebied.

“Wij zijn van het zaaien tot het oogsten met de uienteelt bezig”, zegt Paridaen. “De boer legt de grond klaar. Het liefst hebben we goed ontwaterde percelen en geen aardappelopslag. Grasland kan een goede voorvrucht zijn. Het zaaibed moet zo vlak mogelijk liggen. Anders krijg je bij herverdeling droge en natte delen. Met een sleepeg krijg je een fijn zaaibed. Soms werken we met een vals zaaibed tegen onkruid, maar in een natter voorjaar kan het nadeel zijn dat je dan langer moet wachten met uien zaaien.”

Zaaimachine op rupsen
Paridaen werkt steeds meer met zijn negen meter brede zaaimachine op rupsbanden. Met de 35 centimeter brede rupsen berijdt hij het zaaibed niet. Zo blijft het bed vlak tot het rooien aan toe. Op de andere zaaimachine van zes meter breed, helpt een neuswiel voorkomen dat de sporen ongelijk worden en de uien op wisselende diepte komen. De bestuurder trekt het neuswiel in bij het keren op de kopakker. De rupsen hebben de voorkeur bij Paridaen en zijn klanten.

Voor het rooien gebruikte Paridaen een Riecam werktuigendrager met een AMAC rooieenheid. “In 2014 dachten we na over een methode om snel uien te kunnen rooien. Een assenrooier kan niet harder dan drie kilometer per uur werken. Het systeem dat we nu gebruiken, hebben we uitgerust met schudscharen. Zo hebben we kwaliteit en capaciteit. De machine rijdt zeven kilometer per uur en de schudscharen breken de grond eerst los. Zo krijgt niet elke ui een tik van de onderkant.”

Tempo
Bij het loonbedrijf moet één werknemer veel werk aankunnen. Het scheelt in de kostprijs en daarnaast is goed personeel schaars. “Ze moeten met goed weer bereid zijn om in het weekend door te werken. Voordeel van onze rooier is dat hij heel weinig onderhoud vraagt, veel minder dan een assenrooier.”

Paridaen ziet graag dat de uienteler onkruid schoffelt. Dat kan in uien en andere gewassen goed tussen de rijen. Het voorkomt dat een bed dichtgeslagen raakt en dat is weer gunstig voor het rooiresultaat. Helemaal ploegloos werken is ongunstig voor de grond. “Dan wordt de grond te hard bij het rooien. Misschien is het in combinatie met schoffelen wel goed te doen.”

Niet te kort klappen
Bij het klappen van de ui houdt Paridaen de vuistregel aan: een vuist dik of vier vingers hoog. Te laag klappen verhoogt het risico op bacterieziektes. Om de rooidiepte goed vast te houden, zitten er twee tasters op de rooimachine. Wieltjes tussen de rijtjes uien bepalen de diepte. “Dit jaar moesten we eerst wat dieper rooien door de droogte. Na de regen ging het veel beter.”

Paridaen beperkt de valhoogtes bij het rooien tot maximaal 50 à 60 centimeter, houdt de matten vol tijdens het werk en zet de richting van de rollen op stand transport. “Die rollen kunnen agressief zijn voor de uien als deze er aan het loof doorheen getrokken worden.”

Samengevat geldt voor Paridaen en voor Jan en Marijn Veraart dat zorgvuldig werken bij grondbewerking, zaai, teelt en rooien de tarra sterk beperkt.

Bron: De Groot en Slot

Publicatiedatum: