Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Van ruilen komt huilen

Tholen - Gronddeals, herstructurering, geld, het blijkt, getuige de continue stroom aan rechtszaken, telkens weer een uitstekend recept voor 'gedoe'. Ook in Deurne, waar alweer ruim tien jaar terug een deal werd gesloten tussen de gemeente en een grondeigenaar.

In de deal een nabetalingsclausule mocht vergelijkbare grond 'bij de buren' later duurder verkocht worden. Maar wat als die clausule niet helemaal helder is? Dan komt het Gerechtshof, in dit geval dat van Den Bosch, eraan te pas.

Glastuinbouwontwikkeling
Het gaat in de zaak om verkoop van 13 hectare cultuurgrond om glastuinbouwruimte te creëren. Al in 2005 werd het eerste contact tussen verkoper/grondeigenaar en de gemeente Deurne gelegd. Dit alles omdat de Provincie Noord-Brabant een nieuw glastuinbouwgebied wilde ontwikkelen en daarvoor grond wilde (laten) opkopen. 

Tot zover geen probleem en na een jaar werd een overeenkomst gesloten van 'ruiling&levering'. Daarin de 'beruchte' clausule, waarbij de verkoper afdwong dat in geval de gemeente elders grond tegen een hogere prijs zou aankopen, de verkoper een nabetaling zou ontvangen.

Zes euro per vierkante meter
Als grondprijs werd in de overeenkomst zes euro per vierkante meter afgesproken. Mocht er binnen vijf jaar grond aangekocht worden tegen een hogere prijs, dan rekende de verkoper op extra geld.

Het mag geen verbazing wekken dat er later ook nog gronden door de gemeente zijn aangekocht. Nu wijst de verkoper erop dat daarbij door de gemeente per saldo hogere bedragen zijn betaald en dat de verkoper dus recht heeft op een nabetaling.

In de twee aangevochten latere transacties ging het om het enerzijds laten opkopen van grond door de gemeente en daarvoor in ruil ook grond terugkrijgen. De gemeente zou daarbij duurdere grond hebben verkregen dan het teruggegeven heeft, dus is er eigenlijk voor meer dan zes euro per vierkante meter 'verkocht'. 

Bewijzen
Het gerechtshof oordeelt nu dat de verkoper moet bewijzen dat in één van die twee zaken, die binnen de vijf jaars termijn valt, de gemeente meer heeft betaald dan zes euro per vierkante meter. Daarbij gaat het er om wat er daadwerkelijk betaald is en niet wat er op feitelijk op papier staat zo oordeelde het gerechtshof. De vorderingen van de verkoper over de tweede grondruil wijst het hof niet toe en dus besluit het hof die zaak niet meer te bespreken.

Op 12 mei volgt een nieuwe zitting waarin de verkoper moet aangeven hoe hij het bewijs wil gaan leveren en of er getuigen gehoord dienen te worden. 

Bekijk hier de hele zaak.