De olieprijs veerde begin deze week flink op toen duidelijk werd dat de OPEC-landen het niet eens kunnen worden over een productiebeperking. Ontwikkelingen op de valutamarkt wijzen er echter op dat olie in de toekomst weer goedkoper wordt, constateert Joost Derks van IBanFirst in onderstaande column.
De zomervakantie staat voor de deur, maar voor wie met de auto weggaat kan de reis wat duurder uitpakken dan verwacht. In Nederland is de prijs van een liter benzine deze week gestegen tot een nieuw record. Het slechte nieuws is dat het niet heel veel verschil maakt als je in omliggende landen je tank vult. Achter de hogere benzineprijs, gaat namelijk een stijgende olieprijs schuil die overal wordt gevoeld. Een belangrijke reden voor die prijsstijging is onenigheid binnen de OPEC over hoe de productiebeperkingen teruggeschroefd moeten worden. Toen de wereldeconomie in het voorjaar van 2020 knarsend tot stilstand kwam, heeft de organisatie afgesproken om de productie met 10 miljoen vaten per dag te verlagen.
Zes keer zoveel als Shell
Die productiebeperking is ongeveer zes keer zo groot als de olieproductie van Shell, dat tegenwoordig overigens meer aardgas dan olie uit de grond haalt. De productiebeperking verklaart waarom de olieprijs al sinds november vorig jaar stijgt, terwijl het economisch herstel daarna pas op gang kwam. Inmiddels dreigt de hoge olieprijs zelfs een rem te zetten op dat herstel. Een vat Brent-olie dat eind oktober 40 dollar kostte, wordt inmiddels verhandeld voor 78 dollar. Het is dan ook geen wonder dat de OPEC-landen om de tafel gingen zitten om de teugels wat te laten vieren. Het was de bedoeling dat afgelopen maandag de knoop over een productieverhoging werd doorgehakt. Maar omdat de Verenigde Arabische Emiraten dwarslagen, werd het overleg onverwacht afgeblazen.
Valutamarkt: olieprijs gaat dalen
Het uitblijven van een akkoord kan twee dingen betekenen. De OPEC-landen houden vast aan de huidige productieafspraken, of iedereen gaat zijn eigen gang en verkoopt zoveel mogelijk olie. Met een prijsstijging van ruim 2 procent nam de oliemarkt aanvankelijk een voorschot op dat laatste scenario. Maar valutamarkten vertellen een ander verhaal. Sinds half juni zijn de valuta’s van olie-exporteurs zoals Canada en Rusland met 3 procent gedaald ten opzichte van de dollar. De Noorse kroon is zelfs met ruim 4 procent onderuit gegaan. Ook de prijsvorming op futuremarkt ICE wijst erop dat de olieprijs weer gaat dalen. Daar kan je hetzelfde vat olie dat nu 78 dollar kost, voor november bestellen voor minder dan 73 dollar. En voor juni volgend jaar is die futureprijs nog geen 69 dollar.
Autovakantie
Wie straks met de auto Europa in trekt, schiet natuurlijk weinig op met het vooruitzicht dat de benzineprijs over een aantal maanden mogelijk een stuk lager ligt. Volgens de ANWB ontloopt de prijs aan de pomp het Nederlandse niveau in de meeste Europese landen echter met drie of vier eurodubbeltjes. De grote uitzondering? Dat is Rusland. Daar betaal je nu omgerekend minder dan 60 eurocent voor een liter benzine. Maar een zomervakantie in Rusland is natuurlijk niet echt een leuk vooruitzicht. Het is ver rijden, het aantal coronabesmettingen neemt snel toe en je moet je afvragen of je wel op reis wilt naar een land dat het predicaat ‘champagne’ alleen aan de eigen bruiswijnen toekent en niet die van Frankrijk. Nu moeten we maar even leren leven met de pijn aan de pomp.
Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld. Deze column geeft zijn persoonlijke mening weer en is niet bedoeld als professioneel (beleggings)advies.
Voor meer informatie:
Joost Derks
iBanFirst
+31 85 808 5033
jde@ibanfirst.com