De Tweede Kamer heeft het stikstofbeleid gisteren enigszins bijgestuurd, maar de hoofdlijn blijft overeind. LTO Nederland maakt zich daarmee grote zorgen over de kaalslag van het platteland door het nog steeds 'onhaalbare en onrealistische beleid', en roept op tot een onmiddellijk onderzoek naar de economische, sociale en culturele impact van dit verwoestende stikstofbeleid.
“Boeren en tuinders voelen zich machteloos en radeloos. Het kabinet wil 25 miljard belastinggeld inzetten voor plannen die niet zijn doorgerekend. De economische, sociale en culturele impact van dit verwoestende stikstofbeleid is onbekend, hoe kun je dan over toekomstperspectief spreken? De Kamer draait vandaag enigszins aan de knoppen – ten positieve – maar de zorg voor een kaalslag van het platteland blijft levensgroot,” zegt Sjaak van der Tak, voorzitter LTO Nederland. “De provincies zijn nu aan zet om dit Haagse dictaat te veranderen in beleid waarmee we op het platteland goed eten en mooi groen kunnen blijven produceren. Boeren en tuinders hebben daar, samen met anderen, talloze voorstellen voor gedaan die wél realistisch zijn.”
Impactanalyse
Het is onbegrijpelijk dat dit vergaande traject wordt ingezet zonder sociale, culturele en economische toets vooraf, vervolgt Sjaak. "De overheid gaat 25 miljard euro uitgeven aan een kaalslag van het platteland, maar heeft daarbij geen analyse van de gevolgen als mogelijk duizenden boerenbedrijven verdwijnen. Terecht maken politieke partijen zich druk over de leefbaarheid op het platteland. Het is daarom teleurstellend dat moties om in kaart te brengen wat de sociale, economische en maatschappelijke gevolgen van zowel SGP als BBB en JA21 niet zijn aangenomen."
Wel is het te prijzen dat de sociaaleconomische impactanalyse een verplicht onderdeel wordt van de gebiedsplannen dankzij een aangenomen motie van Volt en CDA, stipt LTO Nederland aan. "Onder meer Omtzigt en CDA waren kritisch op het gebruik van de vaak onhaalbare kritische depositiewaarde (KDW) als absolute waarheid in het beleid. De minister gaf echter, net als een Kamermeerderheid, geen ruimte om breder te kijken, terwijl ook het PBL reeds sterke kanttekeningen plaatste bij de KDW."
Maatwerk, innovatie en koplopers
Het kabinet benadrukt steeds dat de provincies aan zet zijn om in een jaar tijd de ‘richtinggevende doelen’ te halen met de gebiedsplannen. Dankzij een motie van het CDA draagt de Kamer het ministerie op provincies echt de regie te geven over hoe beleid en budget wordt ingezet voor innovatie, verplaatsen en opkoop, ook al blijft het onrealistische landelijke doel staan. Ook innovatie wordt gesteund: met een VVD-motie wordt LNV opgedragen om de onzekerheid rondom innovatieve oplossingen weg te nemen en een aangenomen SGP-motie vraagt om innovatie vanuit de boer. Ook is een motie van D66 aangenomen om biologische bedrijven te beschermen als ze zich in gebieden met hoge reductiedoelen bevinden. Voor PAS-melders wordt dankzij een motie van de SGP voorrang gegeven bij de legalisatie van deze bedrijven.
Toekomstperspectief
“Bij het debat was brede kritiek op het ministerie vanwege het gebrek aan toekomstperspectief. Tegelijkertijd gaat de Kamer akkoord met deze stap richting kaalslag van het platteland. Voor de nieuwe toekomstperspectiefbrief van minister Staghouwer is het dus noodzaak om een financiële doorrekening te hebben. Voor ondernemers is dat het startpunt van perspectief: inkomen en rendement. Wij willen dus geen nieuwe opsomming van bestaande beleidsmaatregelen, maar harde cijfers. Wat is het inkomensverlies, en hoe denkt de overheid dit aan te pakken? Als dat er is kunnen we, met de feiten op tafel, volop aan de slag met provincies en gemeenten voor een realistisch beleid met boerenverstand,” aldus Van der Tak.
Bron: LTO Nederland