Vanaf 2030 betalen autobezitters niet meer voor autobezit, maar voor autogebruik. Dit 'betalen naar gebruik' is afgesproken in het coalitieakkoord. Het kabinet is voornemens om per 1 januari 2030 de huidige motorrijtuigenbelasting om te zetten van 'bezit' naar 'gebruik'. Om te komen tot een goede vormgeving van deze omzetting is gekeken welke opties er zijn voor de tariefstructuur. Er zijn opties onderzocht waarbij elke auto hetzelfde tarief per kilometer betaalt en opties onderzocht waarbij rekening wordt gehouden met het gewicht, de brandstofsoort of de CO2-uitstoot van de auto. Steeds is daarbij gekeken wat de effecten zijn voor onder andere de overheidsinkomsten en de CO2-uitstoot. Het onderzoek is het eerste van een aantal onderzoeken. Deze onderzoeken helpen het kabinet inzicht te krijgen in de effecten van bepaalde keuzes.
Vervolgstappen
Het kabinet gaat over de onderzoeksresultaten in gesprek met belanghebbenden en neemt de onderzoeksresultaten en alle andere feedback mee bij het besluiten over de precieze vormgeving van betalen naar gebruik. Medio 2023 start naar verwachting een internetconsultatie over de wetgeving voor betalen naar gebruik. Dan kunnen ook burgers en bedrijven hun ideeën inbrengen. Later zal een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer worden ingediend.
Van betalen voor autobezit naar betalen voor autogebruik
Vanaf 2030 betalen autobezitters niet meer voor autobezit, maar voor autogebruik. Het kabinet wil de huidige motorrijtuigenbelasting hervormen naar een kilometerafhankelijke belasting voor personen- en bestelauto’s. Automobilisten betalen in het nieuwe systeem voor het daadwerkelijk gebruik van de weg en niet langer een vast bedrag voor het bezit van een auto. Waar en wanneer deze kilometers gereden zijn, maakt niet uit. De lasten van automobiliteit worden zo evenwichtiger en rechtvaardiger verdeeld. Dit systeem van betalen naar gebruik levert bovendien een belangrijke bijdrage aan de twee doelstellingen: het op peil houden van de belastingkomsten in het autodomein en CO2-reductie in de mobiliteit.
Bron: Rijksoverheid