Eerder deze week werd in Las Pedroñeras, hét Spaanse knolflookdorp in de provincie Cuenca, de Nationale Knoflookvergadering gehouden. Er werd gesproken over de opbrengstdaling, de droogte en de vermeende frauduleuze import van zogezegd diepgevroren knoflook uit China.
"De Andalusische telers hebben op goed geluk de knoflook ingezaaid, want op dat moment hadden ze geen beschikking over water", zei Carmen Quintero, secretaris van de afdeling Córdoba van telersvereniging Coag. "Met de regens van de voorbije weken overleeft de teelt momenteel wel, maar of dat zo zal blijven, is zeer de vraag. Als ze ons geen water geven, kunnen we de oogst niet langer garanderen. Het gewas dreigt volledig verloren te gaan", zei Carmen Quintero.
Tijdens de bijeenkomst werd onthuld dat het knoflookareaal in Spanje dit jaar met 20% is gekrompen. In Andalusië loopt dat cijfer vanwege de droogte op tot 50%.
Door de beperkingen op het watergebruik hebben de telers de knoflook nog niet kunnen irrigeren. Deze waterstress heeft een grote impact op de groei van de plant en de productie zal mogelijk verloren gaan.
Tijdens de bijeenkomst is er ook gesproken over een vermeende frauduleuze export van zogezegd diepgevroren knoflook uit China naar de Europese Unie, waarover een rapport is gepresenteerd.
Tussen 2017 en 2022 is geconstateerd dat het volume diepgevroren knoflook zeer hoog is en men vermoedt dat het product eigenlijk geclassificeerd moet worden als verse knoflook in plaats van diepgevroren knoflook.
Om het diepgevroren knoflook te kunnen noemen, is de bewaarconditie -20ºC, terwijl men vermoedt dat het bij -3ºC binnenkomt, wat nog steeds als vers product moet worden geclassificeerd. Het gaat hier om twee verschillende tariefclassificaties.
Andalusië is het op een na grootste knoflooktelende gewest in Spanje. De provincie Córdoba is goed voor 36% van het areaal en voor 35% van de opbrengst in dit Zuid-Spaanse gewest. Daarna volgen de provincies Sevilla en Granada met respectievelijk 24% en 17% van het areaal en 28% en 15% van de opbrengst. De provincies Málaga en Jaén beslaan respectievelijk 14% en 6% van het areaal en zijn goed voor 12% en 8% van de oogst.