Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Kees Jacobs en Trude Zonneveld, Syngenta Seeds:

"Het kan nu snel gaan met de uien (en het onkruid)!"

Door de late zaai zullen veel uien kiemen en opkomen bij relatief hoge temperaturen. "De uien zullen daardoor sneller door de verschillende ontwikkelingsstadia gaan dan we de laatste jaren gewend zijn", attenderen Trude Zonneveld en Kees Jacobs van Syngenta Seeds. "Hou dit goed in de gaten bij de timing van de onkruidbespuitingen."

De gemiddeld late zaai van de uien hoeft wat Zonneveld en Jacobs betreft niet per se een nadeel te zijn. "Natuurlijk missen we wat groeidagen en daardoor ligt de opbrengstpotentie in theorie wat lager maar we hebben ook nog een heel seizoen voor de boeg", relativeert Jacobs. Er zijn ook voordelen, vult collega Trude Zonneveld aan. "De uienplantjes zullen sneller door hun eerste kwetsbare ontwikkelingsstadia gaan en vlot weggroeien. Maar het onkruid gaat natuurlijk ook sneller."

Die verwachte snelle ontwikkeling maakt het volgens de uienexperts noodzakelijk om heel alert te zijn bij de onkruidbestrijding. Jacobs: "De afgelopen jaren waren we veel vroeger met zaaien en zaten de uien door de lagere temperaturen soms weken lang in het kram- of vlagbladstadium. Je had langer de tijd voor de betreffende onkruidbespuitingen. Nu volgen de stadia elkaar sneller op en daar moet je met je bespuitingen op inspelen." Tegelijkertijd waarschuwt Jacobs voor overhaaste acties: "Ik werd al gebeld door een teler die direct na zaai met bepaalde na-opkomst herbiciden aan de gang wilde. Maar dat kan een risico opleveren voor het zaadje of uienplantje. Mijn advies is om gewoon het etiket te volgen zoals de GBM fabrikant dat heeft opgesteld."

Begint eer ge bezint
Op het moment van publicatie van dit bericht zullen er waarschijnlijk nog steeds uien gezaaid moeten worden. De zwaardere gronden zijn nog steeds niet overal bekwaam, horen de experts in het land. "Bovenop lijkt het heel wat, maar iets dieper is de grond vaak nog behoorlijk nat", weet Zonneveld. Maar adviseren om nu nog te wachten is ook een beetje dubbel, stelt Jacobs. "Een Zeeuwse teler adviseerde mij ooit om in bijzondere situaties het spreekwoord om te draaien. Dus begint eer ge bezint. Maar het blijft natuurlijk belangrijk om dan wel te werken met zo licht mogelijke mechanisatie. Ik zag op Twitter een Flevolandse teler voorbij komen die met een kleine 3-cylinder trekker met een koppensneller voorop en de sneleg achterop aan het werk was. Dat vond ik een hele mooie oplossing."

Bij late zaai hoeft het zaad wat Jacobs betreft niet dieper weggestopt dan normaal. "Dieper zaaien doe je voor het vocht, maar op de late gronden zit het vocht nog hoog genoeg. Wel is het aan te raden om iets dikker te zaaien, als je er het zaad voor hebt. Een hogere zaaidichtheid geeft namelijk vervroeging van de teelt en dat is geen overbodige luxe bij zaai in mei."

Korsten breken en planten tellen
Op de vroeger gezaaide percelen zien Jacobs en Zonneveld dat er plaatselijk opkomstproblemen zijn. "Op de lichte gronden is verslemping opgetreden door de neerslag", hoort Zonneveld. "In combinatie met de kou en de nattigheid zie je daar soms tegenvallende opkomsten. En op percelen die rond 20 april zijn gezaaid zijn alweer de eerste onkruideggen gesignaleerd om de korst te breken", vervolgt Jacobs. "Maar het is goed dat die telers dat snel doen want hoe langer je wacht, hoe groter de kans op schade aan de uien en hoe lastiger de egtanden de grond in gaan."       

Planten tellen  
Planten tellen rond de opkomst is volgens de uienexperts een zinvolle gewoonte. "Het vertelt je niet alleen hoe goed de opkomst is geweest maar het kan je ook op het spoor zetten van zaaielementen die niet goed werken of van verdichtingen", stelt Jacobs. "Ook helpt het je bij beslissingen over de samenstelling en de dosering van je onkruidmix." Onder normale omstandigheden is het streefaantal 80 planten per vierkante meter. De Syngenta uienexperts adviseren de volgende telmethode:

  • begin 10 dagen na zaai (of na 7 dagen bij geprimed zaad)
  • zet in meerdere bedden een vak uit van 2 strekkende meter over de hele bedbreedte.
  • tel de planten en reken dit terug naar een aantal per vierkante meter.
  • herhaal dit steeds na 2 dagen tot het gewenste plantaantal is bereikt (of totdat het plantaantal stabiliseert).
  • kijk niet alleen naar het totale aantal planten maar kijk ook of er verschillen zijn tussen rijen; vaak zijn er 1 of 2 rijen die minder staan.

Voor meer informatie:
Kees Jacobs
Syngenta Seeds
T +31 657 312 075
kees.jacobs@syngenta.com  
www.syngenta.com           

Publicatiedatum: