Zaaisjalotten veroveren plek op Franse markt

Na een wat moeizame start hebben de zaaisjalotten inmiddels een plek weten te veroveren op de Franse markt. Marketing- en sales support-manager bij Bejo Frankrijk Yannick Chevray herinnert zich het begin van de ontwikkeling van de zaaisjalotten van Bejo, waarvan de vele voordelen de diverse telers geleidelijk aan hebben overtuigd.

Een baanbrekende innovatie
"Eind jaren negentig brachten we onze eerste zaaisjalotten op de markt," begint Yannick die teruggaat naar de tijd waarin er bij Bejo voor het eerst met zaaisjalotten werd gewerkt.

Het werken met zaaisjalotten ontketenende een kleine revolutie binnen de alliumsector, want in die tijd ontstonden alle sjalotten die werden geteeld en verhandeld nog uit vegetatieve vermeerdering. "Zaaisjalotten waren echte nicheproducten! Al het veredelingswerk van Bejo bestond uit het selecteren van rassen met levensvatbare zaden.

De eerste zaaisjalotten van Bejo zijn al eens op de markt gebracht. Het enige nadeel? De sjalotten hadden een ronde vorm, terwijl in Frankrijk sjalotten met een langwerpige vorm populairder waren en zijn. Daarom besloten we ons te richten op het ontwikkelen van ons eerste langwerpige ras, genaamd 'Conservor'."

Gezaaid van februari tot maart en geoogst vanaf augustus, onderscheiden zaaisjalotten zich van traditionele sjalotten onder meer door een betere houdbaarheid. "De betere houdbaarheid is een intrinsiek kenmerk van de productcyclus," aldus Yannick, die het eerste langwerpige sjalottenras dat Bejo ontwikkelde zoals gezegd de naam 'Conservor' gaf.

Wat zijn de opbrengsten en teeltkosten?
"Hoewel de uiteindelijke opbrengsten van zaaisjalotten groter zijn (gemiddeld 40 ton per hectare tegenover 26 ton bij traditionele sjalotten), zijn de teeltkosten over het algemeen even hoog. Dit komt vooral door het feit dat bij traditionele sjalotten de plantkosten het hoogst zijn, terwijl bij zaadsjalotten de kosten van het zaaiproces het hoogst zijn."

"Het duurt twee jaar voordat de zaden op de markt kunnen worden gebracht. We planten parallel aan elkaar een mannelijke en een vrouwelijke lijn. De vrouwelijke lijn wordt met behulp van onze eigen bijen door de mannelijke lijn bestoven en bevrucht. Zodra de bevruchting heeft plaatsgevonden, wordt de mannelijke lijn vernietigd en worden de zaden van de vrouwelijke lijn geoogst."

Daarna volgt een proces van het sorteren, het (laten) drogen, het controleren op ziekten en het filteren en dan begint de fase waarin de zogeheten technoseed-preparatie plaatsvindt: het coaten en voorkiemen van de zaden, om ervoor te zorgen dat we al onze klanten kunnen voorzien van zaden die gemakkelijk te ontkiemen zijn."

Een zeer gunstige milieucontext
"Onze gewassen groeien in een zeer gunstige omgevingscontext," zegt Yannick. "Gewassen starten met gezonde, virusvrije producten, betekent dat de behoefte aan behandelingen met gewasbeschermingsmiddelen beperkt is en blijft. Dit is ook het geval bij ons meeldauwresistente Innovator-ras, dat veel minder preventieve behandelingen met gewasbeschermingsmiddelen nodig heeft."

Wat plastic betreft, heeft Bejo ook een stap gemaakt door het microplastic te verwijderen dat voorheen nodig was voor het coaten van de zaden. Dit zijn belangrijke voordelen, vooral voor AB en AVM gecertificeerde bedrijven. "Ik weet zeker dat we een optimale oplossing kunnen bieden voor teeltbedrijven die de milieudoelstellingen willen halen en dat we met die oplossing meteen ook in kunnen spelen op de bezorgdheid die momenteel onder consumenten heerst. "Consumenten maken zich steeds meer zorgen over de impact van hun eigen consumptiegedrag."

Een andere kwestie die speelt is die rondom certificering: "Dankzij de traceerbaarheid (via batchnummers) en de registratie van het ras 'Conservor' in de catalogus, maakt het gebruik van zaden het voor telers gemakkelijker om voor bepaalde keurmerken (IFS, GlobalGAP) in aanmerking te komen."