Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Meer aandacht voor de bodem

"Er komt steeds meer interesse in de bodem. We willen wel weten hoe het is met de bron waarop onze producten groeien en hoe duurzaam de bodem wordt beheerd," zegt Els van der Spek, Product Manager Bodem en Teelt bij Eurofins Agro, dat zich richt op de analyse van chemische, fysische en biologische analyses van bodem en gewas.

Waar er dus meer erkenning komt voor de bodem als belangrijke basis, geeft Els aan dat het ook vervelende aspecten kan herbergen die onder meer van invloed kunnen zijn op de voedselveiligheid. De aanwezigheid van zware metalen, PFAS of gewasbeschermingsmiddelen zijn daarvan voorbeelden.

Niet altijd een probleem
"Niet altijd is de aanwezigheid van zware metalen in landbouwgrond een probleem voor de voedselveiligheid," legt Els uit. "Die verontreinigingen komen op verschillende manieren in de bodem terecht en worden daar opgeslagen. Die stoffen hoeven niet per se aan de oppervlakte te liggen, maar kunnen ook op een dieper niveau liggen. Soms liggen die stoffen er al jaren, zonder dat iemand daar last van heeft."

Waar de aanwezigheid van zware metalen voorheen alleen op voorraadniveau van een perceel – dus het totaal in de bodem – werd gemeten, kan nu worden aangegeven of de teelt ook daadwerkelijk invloed van de aanwezigheid ervan zal ondervinden. "Met een test die nabootst wat een plant kan opnemen van wat er in de wortelzone in de grond zit, kunnen we daarvoor een indicatie geven."

Overschrijdingen voorkomen
Els ziet dat – hoewel het soms ongemakkelijke informatie is – kennis over het al dan niet aanwezig zijn van verontreinigende stoffen in landbouwgrond steeds meer in de belangstelling staat. Enerzijds om te voorkomen dat er uiteindelijk bijvoorbeeld te veel zware metalen in de gewassen terechtkomen, geeft zij aan. "Zo kan voorkomen worden dat producten afgekeurd moeten worden tijdens een volgende controle."

Anderzijds merkt de productmanager op dat het een rol speelt bij de waardebepaling van landbouwgrond. "Zeker bij de aankoop van percelen willen telers graag weten wat er in de bodem zit. Dat gaat terugkomen in de waarde van landbouwgrond."

Op voorhand meten
Els noemt de tendens om vaker op voorhand te controleren een goede ontwikkeling. Daarbij ligt de focus niet uitsluitend op verontreinigen in de bodem, maar bijvoorbeeld ook op humane pathogenen in water, zoals E.coli, dat gebruikt wordt voor beregening. "Dat is heel mooi, anders heeft de teler misschien wel een product geteeld dat niet op de markt gebracht kan worden, of we eten met zijn allen ongezonde groenten. Beide willen we natuurlijk niet."

De toenemende interesse in de bodem komt ook voort uit de discussie rondom de uitstoot van CO2. "In alles wat er speelt rondom klimaatverandering en alle risico's van dien, is CO2-opslag in de bodem een belangrijk aspect. Daar kan de landbouw zeker een rol in spelen. De bodem kan namelijk aanzienlijke hoeveelheden koolstof vastleggen in organische stof."

Meer erin dan eruit
Een nadeel daarbij is dat landbouwgrond met teelt en bewerkingen altijd in beweging is, ziet Els. "Er is voortdurend opbouw en afbraak van organische stof, en dus van het vastleggen van CO2. Dat gaat altijd door. Als je het als teler voor elkaar krijgt om meer CO2 in de bodem op te slaan dan eruit te laten verdwijnen, bewijs je jezelf ook een dienst omdat organische stof veel gunstige eigenschappen heeft voor de bodem. Het zorgt onder andere voor bemesting van het gewas, draagt bij aan het vasthouden van water in de bodem en is voeding voor het bodemleven. Daarnaast wordt ook de maatschappij een dienst bewezen door de CO2 te onttrekken aan de atmosfeer."

Els geeft aan dat het in sommige bodems zoals bijvoorbeeld kleibodems vaak makkelijker is om organische stof op te slaan; dit hangt dan vooral af van de aanwezigheid van bodemleven en de kwaliteit van de organische stof die er zit en bijkomt. "Zware gronden slaan meer op, maar ook in zandgronden is er wel potentie. Als je de wortelresten hun werk laat doen, kan ook in zand een mooie humuslaag worden opgebouwd."

Meer organische stof
Daarnaast kan de CO2-opslag in organische stof worden verhoogd door bijvoorbeeld compost, stro, groenbesmesters of dierlijke mest. Eenvoudig is dat niet, want Els stelt vast dat vooral dierlijke mest steeds minder gebruikt mag worden, waardoor het voor telers nog wel een uitdaging kan zijn om voldoende organische stof op het land te krijgen.

Een uitdaging die overigens wel lonend kan zijn, merkt de productmanager op, zeker als het collectief wordt aangepakt. Els ziet dat vooral telers die gebonden zijn aan grotere inkooppartijen collectief met een specifiek grondonderzoek, de zogenaamde Soil Carbon Check, de hoeveelheid en de kwaliteit van de organische stof in beeld brengen om die vervolgens te verwaarden.

Compensatie
Als voorbeeld noemt zij melkfabrieken die hun melkveehouders belonen voor het opslaan van CO2 in hun graslanden. "Dan wordt bijvoorbeeld het grasland niet 'gescheurd' en opnieuw ingezaaid, maar met rust gelaten. De daardoor iets lagere opbrengst, wordt gecompenseerd door een plusje op de melkprijs."

Hoewel wat lastiger – omdat het veel wordt bewerkt – is het ook in akkerland mogelijk om een stijging in organische stof te bewerkstelligen. Els vindt het belangrijk om die inspanningen ook op waarde te schatten. "Juist in een land dat op zoek is naar manieren om duurzaam en plantaardig te telen, moet elke inspanning op die manier beloond worden. Dat zie je nog niet zo veel gebeuren, maar ik denk wel dat het gaat groeien. Mensen zijn zich er steeds bewuster van."

Een andere manier van verwaarden van de CO2-inspanningen van een teler is met zogenaamde carbon credits – een verhandelbare eenheid waarmee organisaties en individuen hun CO2-uitstoot kunnen compenseren. "Dat is een opkomende markt, waar al wel het een en ander in gebeurt en daar sluiten steeds meer partijen bij aan," besluit Els.

Dit artikel is verschenen in de uienspecial van AGF-Primeur. Wil je alle Primeur-artikelen lezen? Neem dan voor acht tientjes een jaarabonnement op Primeur en wij sturen je elke maand een vakblad, inclusief dit uiennummer, toe!

ElsvanderSpek@eurofins.com