Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"Details maken groot verschil voor onkruidbestrijding in biologische uien"

Onkruidbestrijding is een grote uitdaging en een grote kostenpost in de biologische uienteelt. Verschillende teeltwijzes zijn mogelijk. In 2023 teelden we op het proefbedrijf biologische landbouw plantuien, geplante zaaiuien en gezaaide zaaiuien. Bij het begin van het nieuwe seizoen deelt Inagro haar ervaringen, zo melden ze op haar website.

Biologische uien winnen in Vlaanderen aan belang
Veel CSA-bedrijven vinden het belangrijk om uien in hun aanbod te hebben. Ook op grotere schaal wagen enkele bedrijven zich aan de teelt. De onkruidbestrijding is een van de grootste uitdagingen. Manueel wiedwerk is onvermijdbaar, maar naast een moeilijke arbeidsorganisatie, betekent dit ook een dure kostenpost.

Drie Courante teeltwijzen in beeld
"In 2023 plantten we op het proefbedrijf biologische landbouw een rassenproef plantuien en een rassenproef met in persblokjes voorgezaaide zaaiuien uit. De rest van het perceel werd door een loonwerker gezaaid met een pneumatische zaaimachine.

Door het natte voorjaar in 2023 konden we pas begin mei op het veld. Het volledige perceel werd niet kerend voorbewerkt en op 3 mei geplant/gezaaid. Voor de plantuien en de gezaaide zaaiuien is dat laat. Uitgaande van de proefopzet is een vergelijk tussen deze drie teeltwijzes niet mogelijk. Toch vonden we het belangrijk om ook onze ervaringen inzake de onkruidbeheersing bij te houden. We bestreden het onkruid op 3 wijzen":

  • ze gebruikten een Trefflerwiedeg,
  • omwille van het beperkte areaal schoffelden z manueel met een Terrateck wielschoffel,
  • en in de zaaiuien werd gebrand met de volveldse onkruidbrander van Vanhoucke.

Mei en juni waren droge maanden, waardoor de onkruidbestrijding op zich goed meeviel. De nakiemers in de natte zomer waren weinig problematisch.

1. Plantuien
Plantuien voldoende diep
De plantuien plantten we met een perduplantmachine. De plantmachine plantte 3 rijen op 45 cm. De dichtst mogelijke plantafstand in de rij was 17 cm. We gooien telkens 3 uitjes in de plantbeker.

Gemeten vanaf de bovenkant van het plantrugje, zaten de uien ongeveer 2,5 cm diep. Uitgevlakt kwamen de uitjes hiermee ongeveer gelijk met het maaiveld. Dit had iets dieper gemogen in functie van de onkruidbestrijding nadien.

Eggen, schoffelen en manuele wiedronde

  • Vanaf planten werd maximaal geëgd.
  • Tussentijds werd een keer geschoffeld. De eerste maand na planten waren de plantuien gevoelig voor lostrekken. De wiedeg moest (te) zacht worden afgesteld voor een efficiënte onkruidbestrijding. Dit jaar willen we daarom dieper planten.
  • Vijf weken na planten was een eerste manuele wiedronde nodig. Omgerekend kwamen we op ongeveer 110 uur/ha. Nadien groeiden de uien vrij snel dicht.
  • Tegen begin juni was de onkruidbestrijding afgerond.
    Door de late plantdatum kon de plantui pas half augustus worden geoogst en viel de opbrengst tegen. Over de rassen heen werd ongeveer 35 ton per ha geoogst.

2. Voorgezaaide zaaiuien
Topopbrengst met minimaal werk

  • Op 1 maart 2023 zaaiden ze de uien voor in persblokjes van 4x4 cm met 5 à 6 zaadjes per persblokje. Plantenkwekerij Dekoster zorgde voor de opkweek van het plantgoed.
  • Begin april werden de planten geleverd. De persblokjes werden met de perduplantmachine geplant op een afstand van 17 cm in de rij en zo diep mogelijk weggestopt.
  • De voorgezaaide plantuien waren een tweetal weken later oogstklaar dan de plantuien. Eind augustus bracht het standaardras Hylander in de rassenproef ongeveer 55 ton/ha op.

De onkruidbestrijding liep volledig gelijk met de plantuien, met als enige verschil dat met de wiedeg steeds 1 à 2 standen (op een schaal van 9) agressiever kon worden gewerkt. Deze iets agressievere stand maakte een groot verschil. De impact op het manueel wiedwerk was significant en beperkte zicht tot minder dan 10 % van de plantui.

De voorgezaaide plantuien waren een tweetal weken later oogstklaar dan de plantuien. Eind augustus bracht Hylander in de rassenproef ongeveer 55 ton/ha op.


3. Zaaiui
Branden in kramstadium maakt verschil

In de gezaaide zaaiuien (ras Hylander, Bejo) verkenden Inagro een aantal strategieën. Branden voor opkomst is een must, zo stellen ze.

  • In een veilig scenario brandden ze net voor opkomst (14 mei).
  • In een meer gedurfd scenario wachtten ze twee dagen langer: tot de uien in voor 50 % in kramstadium stonden.

"Nadien gingen we maximaal door met de wiedeg. In een eerste scenario waren we eerder voorzichtig qua instelling. In een tweede scenario zetten een of twee tandjes (op een schaal van 9) bij."

Bij branden in kramstadium stelden ze geen wezenlijke plantuitval bij de uien vast.

  • Op 30 mei, vlak voor de eerste wiedegbeurt, telden ze ongeveer 70 planten per m² in beide objecten.
  • Dat branden voor opkomst in uien doorslaggevend is voor een geslaagde onkruidbestrijding, is duidelijk in onderstaande tabel. Op 17 mei, daags na het branden in kramstadium, waren er in de objecten die twee dagen eerder waren gebrand, al ruim 25 onkruidzaden/m² opnieuw gekiemd.
  • Een maand na zaai, op 31 mei, konden ze met de eerste wiedegbeurt dit verschil maar in beperkte mate wegwerken ongeacht meer of minder agressief werd geëgd.
    Dit vertaalde zich ook rechtevenredig in het manueel wiedwerk. Bij branden in vooropkomst, werd bij de eerste wiedbeurt (7 juni) ruim 100 uur/ha gewied. Bij branden in kramstadium bleef deze eerste wiedronde beperkt tot 70 uur/ha.

Agressief of periodiek eggen
Meer of minder agressief eggen na de eerste wiedronde gaf in de onkruidtellingen niet echt eenduidige verschillen. Door de droogte bleef nieuwe kieming van onkruid beperkt. Het is wellicht belangrijker om een wekelijks ritme aan te houden. Toch is er een trend dat iets agressiever eggen leidt tot minder wiedwerk in de tweede ronde.

"Eind juli kregen we regen en volgde een explosie van nieuw onkruid. We konden geen verschillen vaststellen tussen de objecten. Op dat moment haakten de bladeren van de uien in elkaar en was geen mechanische correctie meer mogelijk."

In alle objecten verloren ze vooral bij de eerste wiedegbeurt wat planten. Nadien viel de uitval mee. Over het gehele traject (en bij ieder object) verloren we ongeveer 10 % uien.

Besluit
Bij elk van de drie teeltwijzen komen belangrijke succesfactoren voor een geslaagde onkruidbestrijding naar voor:

  • Bij geplante uien is de kwaliteit van het plantwerk doorslaggevend opdat voldoende intensief geëgd kan worden in de eerste maand na planten.
  • Bij zaaiui is branden tot in kramstadium goed mogelijk en gewenst. Zaaiuien verdragen na opkomst ook goed de wiedeg.
  • Ze kunnen besluiten dat het uitplanten van voorgezaaide zaaiuien in deze context tot het beste resultaat heeft geleid door een, combinatie van de hoogste opbrengst en het minste wiedwerk. De late plant/zaaidatum in deze proef was hierin een belangrijke factor.

Een onderbouwde vergelijking tussen de drie teeltwijzen is niet mogelijk omwille van de proefopzet. Voor een juiste inschatting is meerjarig onderzoek nodig en zijn ook de bedrijfseigen omstandigheden belangrijk om in rekening te brengen.

Voor meer informatie:
Inagro vzw
Ieperseweg 87
8800 Rumbeke-Beitem
[email protected]
www.inagro.be

Publicatiedatum: