Deze week verscheen het rapport over de concurrentiekracht van de Europese Unie, dat Mario Draghi in opdracht van de Europese Commissie heeft geschreven. In ruim 300 pagina's analyseert hij de grondoorzaken van de zwakke Europese positie en doet hij voorstellen om Europa weer concurrerend te krijgen. Draghi stelt dat op drie terreinen actie nodig is.
Het woord concurrentiekracht ligt tegenwoordig voor in de mond van zo'n beetje iedere Europese ambtenaar in Brussel en dat is niet vreemd. De Europese Unie (EU) heeft stevige ambities om de economie op een duurzamer pad te krijgen, maar is daarvoor afhankelijk van kritieke grondstoffen uit landen die hun geopolitieke positie maximaal benutten. Ondertussen woedt er een oorlog op het Europese continent en zijn verstoringen in de lange ketens richting Europa het nieuwe normaal geworden. De EU moet dan ook leren meer op eigen benen te staan en dat vraagt boven alles een economie die concurrerend en minder afhankelijk is. Hiervoor is echter nog een flinke achterstand in te halen. Veelbetekenend zijn de cijfers over het besteedbaar inkomen van burgers, dat sinds 2000 in de Verenigde Staten (VS) dubbel zo snel gestegen is als in de EU.
Innovatiegat
Allereerst is het essentieel dat de EU het innovatiegat met de VS weet te sluiten. De Europese industrie leunt zwaar op al volwassen technologische sectoren, waar nog maar weinig productiviteitswinst valt te halen. Echte doorbraken, bijvoorbeeld in digitale technologie, vinden meestal aan de andere kant van de oceaan plaats. Ideeën en ambitie zijn er volop in de EU, maar start-ups lopen tegen te veel beperkende en inconsistente regelgeving aan om tot bloei te komen. De hele innovatiecyclus moet volgens Mario Draghi op de schop, waarbij de EU bewuster en gecoördineerder moet investeren in talent en technologische doorbraken.
Intimiderende regelstroom
Het tweede terrein waar actie nodig is, is de energietransitie. De EU heeft tal van ambitieuze duurzaamheidsplannen met bijhorende regelgeving, maar deze zijn onderling slecht op elkaar afgestemd. Hierdoor zetten ze een serieuze rem op groei en concurrentiekracht en zitten ze ook nog eens de duurzaamheidsdoelen dwars. Een signaal dat ook de leden van evofenedex regelmatig afgeven. De omvang van de Brusselse regelstroom is sowieso intimiderend met 13.000 wetten in de afgelopen vijf jaar (de VS zit op minder dan de helft). Wat Draghi betreft, wordt 25 procent van de rapportageverplichtingen geschrapt (50 procent voor mkb-bedrijven). Als ondernemersvereniging vinden wij dit een uitstekend idee.
Energietransitie
Ondertussen hebben Europese bedrijven met elektriciteits- en gasprijzen te maken die twee tot vijf keer hoger zijn dan in de VS. Draghi ziet een kans de energietransitie op een positieve manier te koppelen aan concurrentiekracht. De EU is immers (nog) marktleider als het gaat om innovatie in schone technologie. Dit vraagt wel om een flink portie industriepolitiek om sectoren te stimuleren die de energietransitie vooruit helpen. Tegelijk moet groene energie voor industriële eindgebruikers het aantrekkelijkere alternatief zijn in plaats van een concurrentienadeel.
Afhankelijkheid en handel
Als het gaat om de toelevering van kritieke grondstoffen, digitale technologie en defensiecapaciteit is de EU te afhankelijk van een klein aantal landen en dus ook kwetsbaar voor geopolitiek spierballengerol. China wordt in dit kader veelvuldig genoemd in het rapport. Waar de EU China vroeger zag als samenwerkingspartner en later als economisch concurrent en systeemrivaal, noemt het rapport het land nu ronduit een bedreiging.
Draghi roept in zijn rapport op een gemeenschappelijk economisch buitenlandsbeleid op te zetten: investeer in grondstofrijke landen, werk aan handelsverdragen, leg strategische voorraden aan en ga industriële samenwerkingen aan om grip te krijgen op de ketens van sleuteltechnologieën. De EU moet niet bang zijn om handelsmaatregelen te nemen, maar daarbij wel de valkuil van protectionisme vermijden. Dus pas handelsdefensieve maatregelen niet systematisch toe, maar alleen als daarvoor een doorslaggevende geopolitieke reden is. Het is goed dat het rapport dit specifiek benoemd, aangezien handelstarieven wereldwijd juist aan het stijgen zijn en een escalatie niet ondenkbaar is. Dit zou funest zijn voor Nederland, dat economisch afhankelijk is van open grenzen en (duurzame) vrije wereldhandel.
De rekening
Veel van de punten die het rapport van Draghi naar voren brengt, zijn niet nieuw. De bevindingen zijn grotendeels in lijn met de strategische koers die de Europese Raad voor de komende jaren heeft uitgestippeld en ook de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, sprak in de aanloop naar haar herverkiezing al uitgebreid over regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke onafhankelijkheid.
Wat het rapport vooral duidelijk maakt, is hoe groot de opgave is. Europa moet jaarlijks 750 tot 800 miljard euro extra investeren om de VS en China bij te blijven. Ter vergelijking: de EU-begroting voor 2024 (zonder coronaherstelmaatregelen) was bijna 190 miljard euro. Een van de spannende vragen zal dus zijn wie de rekening gaat betalen. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, staat negatief tegenover hogere afdrachten aan de EU of het aangaan van gemeenschappelijke schulden. Het grootste deel van de investeringen zal dus uit de private sector moeten komen.
Bron: evofenedex