Veel uienpercelen kenden een vliegende start en staan er nu mooi bij. Volgens Kees Jacobs eist de komende weken vooral de onkruidbestrijding de aandacht op. "Want dat groeit minstens zo snel als de uien."
© Syngenta Seeds
"De uien hebben een prachtige start dit jaar", glundert uienexpert Kees Jacobs van Syngenta Seeds. "Het is een verademing vergeleken met vorig jaar en 2023. Toen waren er op dit moment nog telers aan het zaaien. En je zag voornamelijk plantaantallen tussen de 30 en de 60 en vaak ook een onregelmatige stand. Dit jaar zijn plantaantallen van 80 en hoger heel gewoon en staan de gewassen vaak mooi homogeen. Op de zwaardere gronden heeft de opkomst wel iets meer moeite gekost maar dankzij beregening staan de uien er ook daar stukken beter op dan we de laatste jaren gewend zijn. En op de plekken waar vorige week voldoende neerslag is gevallen groeien de uien nu heel hard. Het is echt genieten."
Amper korsten breken
Er was dit jaar beduidend minder noodzaak om korsten te breken; het gebeurde vooral nadat er was beregend voor de kieming. Jacobs ziet dat telers daarbij ook steeds vroeger met de wiedeg het land op durven. "Zodra het land begaanbaar is, beginnen ze er mee. Dat komt waarschijnlijk ook omdat men ziet dat wiedeggen ook wel iets doet tegen het onkruid. Dat moet je met een wiedeg immers zo klein mogelijk pakken. En na opkomst van de uien kan het niet meer." Jacobs ziet nog een andere voorzichtige trend: "Ik zie steeds vaker dat telers beregenen tussen de zaaibedbereiding en het zaaien in. Dan is een eventuele korst na het zaaien al verdwenen."
Onkruidbestrijding komt nauwkeurig
Niet alleen de uien groeien hard, ook het onkruid heeft de gang goed te pakken, ziet de Syngenta adviseur. "Ik zie verschillen in onkruiddruk die samenhangen met de vochttoestand. Op percelen waar kort na de zaai geen (kunstmatige) neerslag is gevallen had kiemend onkruid, dat vooral van iets diepere lagen kwam, betrekkelijk weinig last van de bodemherbicidebespuiting in het kramstadium. Nu er overal neerslag is gevallen zullen de bodemherbiciden beter werken. Daar staat tegenover dat onkruidzaden in de bovenste grondlaag nu volop kiemen. Je krijgt dus onkruiden in verschillende stadia." Alles bij elkaar is er volgens Jacobs genoeg reden om de onkruidsituatie goed te blijven volgen. "Je kunt met de contactbespuitingen beginnen als de uien hun eerste echte pijpje hebben. Maar wacht wel met de eerste LDS-bespuiting totdat de grote meerderheid van de planten dat stadium bereikt heeft. Want je hebt nu mooie plantaantallen en dan is het zonde als je veel planten wegspuit." Bij de dosering is volgens Jacobs de grootte van het onkruid de belangrijkste factor. "En hou een vast interval aan tussen de LDS-bespuitingen van maximaal een week. Ontsnappers kunnen tegenwoordig prima worden aangepakt met de spotsprayer. Maar wacht daar niet te lang mee om spuitschade te voorkomen."
Weinig insectenproblemen
Bonenvliegen zijn inmiddels wel gesignaleerd maar Jacobs heeft nog niet van grote problemen met dit insect gehoord. "Telers die in het verleden problemen hadden, gebruiken nu vaak een granulaat bij het zaaien", weet hij. "En wat ook scheelt is dat de uien dit jaar vroeg zijn en nu goed groeien. De uienplantjes zullen dus ook sneller door het kwetsbare stadium heen zijn." Datzelfde effect helpt de uien dit jaar met een beetje geluk ook om aan de uienvlieg te ontsnappen. "Maar dat wil niet zeggen dat je niet tegen de uienvlieg moet optreden", waarschuwt Jacobs. "Het uienplantje valt misschien niet meer om maar je loopt wel risico op kwaliteitschade. De vraatplekken zijn een invalspoort voor schimmels en bacteriën. We zagen vroeger in proeven altijd meer kwaliteitsproblemen in percelen zonder insecticidecoating. En bestrijden van de uienvlieg helpt ook om populatieopbouw voor volgend jaar te beperken."
Voor meer informatie:
Kees Jacobs
Syngenta Seeds
T +31 657 312 075
kees.jacobs@syngenta.com
www.syngenta.com