Voorjaar 2025 kenschetst zich vooral als zijnde droog. Hierdoor konden de uien op tijd worden gezaaid. Waar mogelijk is beregend. De temperaturen waren overdag redelijk hoog, maar de nachten waren wel vaak koud. Dat laatste is een groot voordeel op het gebied van insecten! Door de koude nachten zijn de insecten in verhouding met vorig jaar later op gang gekomen.
© De Groene Vlieg
Uienvlieg en bonenvlieg komen beide voor in het gewas uien en ze richten beide schade aan; alle reden om er dus alert op te zijn. Schade van de larven van uienvlieg en bonenvlieg lijken heel erg veel op elkaar. Aan de larve is het bovendien niet te zien of je te maken hebt met uien- of bonenvlieg.
Verschillen zijn er natuurlijk wel en bij De Groene Vlieg worden die feilloos herkend. Bonenvlieg komt altijd eerder in het seizoen opgang en wordt aangetrokken door organische materiaal en kiemende zaadjes. Ook de kieming van het uienzaad heeft een aantrekkingskracht op bonenvlieg. De kaken van de bonenvliegmade zijn zwakker dan die van de uienvliegmade. Daarom doet de bonenvlieg tot ongeveer het eerste pijpje schade. Door de koude nachten zijn er dit jaar minder hoge aantallen dan vorig jaar. Veel uienplanten zijn al door het kritieke stadium van de bonenvlieg gegroeid.
Uienvliegschade is in de loop van mei zichtbaar geworden. De eerste schade is voornamelijk te vinden aan de rand van het perceel en bij luwteplekken. De Steriele Insecten Techniek (SIT) helpt om de uienvlieg in een gebied te beheersen. Op basis van monitoring worden het hele seizoen lang steriele uienvliegen in overmaat uitgezet langs deelnemende uienpercelen, een biologische vorm van plaagbeheersing. Steriele vliegen zijn onvruchtbaar en de paring met wilde vliegen leidt dan ook niet tot nakomelingen. Zo wordt de populatiegroei afgeremd en de plaag beheerst.
© De Groene Vlieg
Trips
De zomerse omstandigheden die voorjaar 2025 met zich meebrengt, zijn gunstig voor het plaaginsect trips. Vroegtijdig ingrijpen voorkomt populatieopbouw van trips op uienpercelen. Er bovenop zitten is ook van belang met het oog op het smallere middelenpakket waarvan telers gebruik kunnen maken. Om snel te kunnen reageren, moet je weten hoe hoog de druk is en die informatie verkrijg je met monitoring. HLB voert tripsmonitoring uit met blauwe plakvallen. Zie meer hierover in dit artikel.
Emelten
Dit jaar is er in verschillende delen van het land schade door emelten te zien. Emelten zijn de larven van langpootmuggen. De emelten vreten aan zowel boven- als ondergrondse delen van de uienplantjes. Plantjes vallen hierdoor om of blijven klein en vergelen.
© De Groene Vlieg
Ritnaalden
Ritnaalden zijn larven van de kniptor en kennen meerdere generaties. Ritnaalden doen van het derde jaar schade aan onder andere aardappelen en uien. In de zaaiuien vreten ze aan de jonge plantjes waardoor deze omvallen. Ook in grotere uien kunnen ze voor schade zorgen door gaatjes in de ui te eten. Dit zijn dan weer invalspoorten voor eventuele secundaire ziekten zoals schimmels en bacterie. Ritnaalden zijn eveneens insecten die gemonitord worden voor een optimale beheersstrategie. HLB onderzoekt het effect van groenbemesters op een ritnaaldenpopulatie. Lees daar hier meer over.
Voor meer informatie:
De Groene Vlieg
0187 – 65 18 62
info@degroenevlieg.nl
www.degroenevlieg.nl