Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"De dollar verliest en dat kost ons tientallen miljarden"

"Een sterke euro klinkt leuk, maar brengt wel onze beleggingen een flinke klap toe. Een goede aanleiding om nog eens te bekijken hoe we kunnen zorgen dat ons geld meer in Europa belegd kan worden", zo schrijft Marieke Blom in het kader van ING Research.

"De wisselkoers van de dollar is de verrassing van het jaar: de munt zakte weg van 1,03 dollar per euro naar 1,18 dollar per euro. De euro werd relatief zo'n 14 procent meer waard. Het is de langste 'winning streak' van de euro in twintig jaar. De grote vraag is nu of de dollar beneden de 1.20 zakt. Wij denken van niet, maar als er een heel onevenwichtige Amerikaanse begroting komt, de handelsoorlog opnieuw escaleert of als de onafhankelijkheid van de Amerikaanse centrale bank in het geding komt, kan dit alsnog gebeuren.

Voor nu gaan we bekijken wat die zwakke dollar voor Nederland betekent. Een sterke euro lijkt een positieve ontwikkeling en voor consumenten klopt dat ook. Spullen die we in het buitenland kopen worden namelijk goedkoper. Nederland importeerde in 2022 voor zo'n 5 miljard euro aan goederen en zo'n 11 miljard euro aan diensten uit de VS voor binnenlandse consumptie. Daarnaast importeren we ook uit andere landen, zoals China en het Midden-Oosten, waarbij we afrekenen in dollars. Dat betreft een groter bedrag, vooral olie en gas – daarvan importeren we jaarlijks zo'n 20 miljard euro (CBS). Alles bij elkaar hebben we het dus over tientallen miljarden aan dollar importen. Als de dollar gedurende lange tijd rond deze waarde blijft, kan dat ons dus miljarden euro's aan kosten schelen. We ervaren het voordeel aan de benzinepomp of als we software kopen van Amerikaanse bedrijven. We moeten wel even geduld hebben voordat we kunnen profiteren hiervan, want prijzen passen zich vanwege langlopende contracten en het afdekken van valutabewegingen slechts geleidelijk aan ten opzichte van wisselkoersen.

Helaas houdt het dan al op met de winnaars en komen we bij de verliezers. Ten eerste Europese bedrijven. Ze hebben last van de dure euro als ze exporteren naar de VS. In 2022 verdienden we ongeveer 23 miljard euro met exporten naar de VS. Een vuistregel is dat de exportdaling meestal wat kleiner is dan de wisselkoersverandering, dus wellicht staat zo'n 5 tot 10 procent van de exporten naar de VS onder druk, dus tot ongeveer 2 miljard euro. Daarnaast kunnen bedrijven voor hun afzet in Europa last krijgen van concurrentie van goedkopere Amerikaanse concurrenten.

Er is nóg een nadeel voor Nederlandse bedrijven, voor zover ze winst of omzet maken in dollars, zoals in de Verenigde Staten. Dat betreft vooral grote internationale bedrijven, zoals ASML, Ahold, Randstad of Philips. Hun winsten in dollars –in veel gevallen de helft van de winst – worden in euro's minder waard. Voor Amerikaanse bedrijven geldt het omgekeerde. Hun totale winst in dollars stijgt, door de winst die ze maken op plekken waar niet met de dollar wordt afgerekend. Veel Amerikaanse techbedrijven, zoals IBM, Microsoft en Apple verdienen zo rond de helft van hun winst in Europa. Aangezien de wisselkoers zo'n 14 procent is veranderd, is het effect op de winsten een procent of zeven. Het is één van de redenen dat de Amerikaanse beurzen er behoorlijk goed voorstaan.

Terug naar het Nederlandse perspectief: wij beleggen op onze beurt in die Amerikaanse bedrijven. Nederlandse huishoudens bezitten voor ongeveer in bedrijven en een deel daarvan zit – rechtstreeks of via internationale fondsen - in Amerikaanse bedrijven. Bij elkaar gaat het om enkele tientallen miljarden. Om nog veel meer geld gaat het voor onze pensioenfondsen, maar liefst voor 293 miljard euro hebben we via die fondsen belegd in Amerikaanse aandelen. En de fondsen hadden ook nog andere beleggingen in dollars, in totaal zo'n 550 miljard euro. Het effect van de dalende dollar komt sinds begin dit jaar dus op een waardeverlies van zo'n 70 miljard euro. Voor een deel worden de verliezen gecompenseerd door gestegen aandelenkoersen en pensioenfondsen dekken ook een klein deel van het wisselkoersrisico af via derivaten. Maar de negatieve vermogensimpact bedraagt dus tientallen miljarden.

Kunnen we hier nog iets mee? Een belangrijke afhankelijkheid van Nederland ten opzichte van de Verenigde Staten is al het geld dat we er beleggen. Er zouden veel meer Europese beursgenoteerde bedrijven moeten zijn om ons pensioengeld in te investeren, dan zouden we minder wisselkoersrisico lopen. Helaas gaat dat niet zo makkelijk: hoewel de economie van de eurozone zo'n 40% procent kleiner is dan die van de VS, is de totale marktwaarde van Europese beursgenoteerde bedrijven ongeveer 90% lager dan die in de VS. Dat komt deels door de hoge winstgevendheid en bijbehorende populariteit van beleggen in Amerikaanse bedrijven, maar het komt ook doordat bedrijven in Europa minder vaak voor een beursnotering kiezen.

Al zouden ze willen, onze pensioenfondsen hebben weinig mogelijkheden als ze in Europa willen beleggen. En dus zijn wisselkoersrisico's onderdeel van beleggen. Om dat te verminderen is het hoog tijd dat Europa het aantrekkelijker maakt voor bedrijven om hier voor een beursnotering te kiezen. De Europese Commissie heeft hier al voorstellen voor gedaan. Die zwakke dollar zal voorlopig nog wel even blijven, maar op die manier kunnen we er naartoe werken dat er in Europa wel wat te beleggen valt."

Bron: ING