De Tweede Kamer heeft zich deze week uitgesproken voor een ander beleid rond groene gewasbeschermingsmiddelen. Twee moties, ingediend door de PVV en de BBB, kregen brede steun en werden met ruime meerderheid aangenomen. Beide voorstellen zijn bedoeld om duurzame alternatieven voor chemische middelen toegankelijker en herkenbaarder te maken voor boeren.
© Oticki | Dreamstime
Eigen categorie voor biologische middelen
Een motie van Jeanet Nijhof-Leeuw (PVV) vraagt de regering te onderzoeken of biologische gewasbeschermingsmiddelen met een direct toxisch effect op plagen een eigen categorie kunnen krijgen binnen de toelatings- en toepassingskaders.
Nu vallen dergelijke middelen vaak onder de noemer 'chemisch', omdat ze een directe werking hebben, ondanks hun natuurlijke oorsprong of snelle afbreekbaarheid. Volgens Nijhof-Leeuw doet die indeling geen recht aan de milieuvriendelijkheid en oorsprong van deze middelen.
De Kamer vindt dat er beter gekeken moet worden naar kenmerken zoals afbreekbaarheid en milieueffect, in plaats van uitsluitend het werkingsmechanisme. Vrijwel alle fracties stemden voor de motie.
Versnelling toelating en opschaling
Daarnaast diende Caroline van der Plas (BBB) een motie in die de regering oproept de toelating en opschaling van groene middelen te versnellen. Daarbij gaat het niet alleen om snellere procedures, maar ook om ondersteuning van pilots en praktijkonderzoek bij boeren.
De motie benadrukt dat de verduurzamingsplannen in de landbouw alleen haalbaar zijn als boeren toegang hebben tot betaalbare en effectieve alternatieven. Zonder praktische en schaalbare groene middelen lopen telers het risico dat zij vastlopen tussen de beleidsdoelen en de dagelijkse realiteit op het land. Ook deze motie kreeg steun van een ruime Kamermeerderheid.
Signaal richting beleid
Met de aangenomen moties geeft de Tweede Kamer een duidelijk signaal richting de regering: boeren moeten in de transitie naar duurzamere teeltmethoden voldoende handvatten krijgen. Zowel de erkenning van biologische middelen in een aparte categorie als het versnellen van de beschikbaarheid van groene alternatieven moet bijdragen aan dat doel.
Het is nu aan het kabinet om invulling te geven aan de aangenomen moties. Daarbij zal moeten blijken hoe de regels rond toelating van gewasbeschermingsmiddelen worden aangepast en welke ruimte er komt voor praktijkonderzoek en opschaling. Voor de land- en tuinbouwsector kan dit op termijn belangrijke gevolgen hebben voor het middelenpakket en de praktische inzetbaarheid van duurzame oplossingen.
Bron: Tweede Kamer