Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
William Nannes, JP Beemsterboer:

"Export naar het Verre Oosten twijfelachtig, naar West-Afrika een zekerheid"

Tholen - In de uienhandel is een verrassing nooit ver weg. Een schip waarop JP Beemsterboer 5.400 ton zou laden, werd midden september vastgehouden in Rotterdam. "Normaal zou die boot al in Vlissingen liggen", zegt William Nannes van de inkoopafdeling. "De brandstof is afgekeurd door de autoriteiten."

© JP Beemsterboer

En dat is een probleem, want in de pakstations liggen duizenden tonnen uien te wachten op verscheping. "Een boot aan de ketting vanwege brandstof? Dat heb ik in mijn carrière nog niet eerder meegemaakt. Zo zie je maar, het is toch elke keer weer spannend in onze branche."

Uien zien er mooi uit
Gelukkig staat daar tegenover dat de kwaliteit van de uien dit jaar om over naar huis te schrijven is. "De uien die van het land komen, zien er gewoon mooi uit. Goede groeiomstandigheden, een juiste kieming en een gelijkmatige opkomst, vooral bij de eerst gezaaide uien zie je dat terug", aldus William.

Ook bij het sorteren zijn de signalen positief. "Er zit veel in de goede maten, weinig drielingen of oversized exemplaren. Het zit er allemaal netjes tussenin."

Verschuivende teeltkaart
Toch gaat het niet in alle teeltgebieden even goed. In Zeeland loopt de teelt zelfs al enkele jaren terug door koprot en ziektedruk. "Ook de beschikbaarheid van water wordt een steeds grotere uitdaging, al zal men daar met druppelirrigatie toch enigszins een mouw aan kunnen passen."

Hoe dan ook, geografische verschuiving in de uienteelt is een feit. "Eerst trok de uitbreiding naar Friesland en Groningen, toen naar Drenthe, en nu zie je dat ze zelfs de grens met Duitsland oversteken", aldus William. "Daar ligt nog schone grond, en de opbrengsten en de kwaliteit zijn goed."

Duitse telers zijn bovendien bereid om tegen concurrerende prijzen te leveren. "Soms zelfs goedkoper dan hun Nederlandse collega's", stelt hij. "Ze hechten vooral veel belang aan goede afspraken, en dat die ook nagekomen worden. Tot zo'n 100 kilometer over de grens zie je dit soort samenwerkingen ontstaan." Ook de roze Crimsun ui, die JP Beemsterboer ontwikkelde in samenwerking met Bejo Zaden en De Groot Slot, wordt er al geteeld.

© JP Beemsterboer

Ondertussen heeft JP Beemsterboer al best wat volumes verstuurd naar verre bestemmingen. "Er zijn nog geen problemen gemeld, ook niet bij de plantuien. De partijen worden natuurlijk gekeurd voor ze op de boot worden geladen." De kwaliteitscontrole is in handen van Q.A. Services uit Krabbendijke. "Zij zijn onze ogen in de markt. En ja, het gebeurt niet vaak, maar af en toe halen ze er een partij tussenuit."

Optische sorteermachines
Hoewel JP Beemsterboer vooral werkt met leveranciers die nog niet hebben geïnvesteerd in optische sorteermachines die ook de binnenkant van de ui kunnen scannen, ontvangt het bedrijf nauwelijks claims. "Het belangrijkste is om goede ingangskwaliteit te kopen", stelt William. "Sorteermachines die enkel uitwendig kijken, zijn in feite een handjesvervanger die de capaciteit verhogen. Maar ze doen dat wel prima."

De hype rond inwendige sortering vindt hij dan ook wat overdreven. "Of zo'n machine echt alle gebreken eruit haalt, zoals beweerd wordt? Het kan, maar soms vraag ik het me af. Onze klanten vragen er alleszins niet naar. In Afrika gaan ze geen cent meer geven voor een inwendig gecontroleerde partij. Ik kan me wel voorstellen dat supermarkten graag meegaan in het verhaal."

Het grootste voordeel van grote en geavanceerde sorteermachines vindt William de vele uitgangskeuzes die ze bieden. "Vooral dat je heel krap in maten en in kleur kunt sorteren. Je kunt zelfs je tarra opdelen: kale uien zijn nog verkoopbaar, rotte niet."

Veranderende markt
Met pakstations die steeds vaker zelf de export in handen nemen, zou je verwachten dat het voor bureau-exporteurs als JP Beemsterboer moeilijker wordt om marktaandeel te behouden. Maar William ziet het anders. "De capaciteit in Nederland is zo groot, dat zelfs exporterende pakstations bij ons aankloppen voor samenwerking."

Dat geldt ook voor de roze Crimsun ui. "Die vermarkten we in Europa samen met Wiskerke. Het loopt prima. Zelf zijn we niet actief in de Europese handel, maar voor dit specifieke product maken we graag een uitzondering."

Breed portfolio, stevige volumes
JP Beemsterboer doet meer dan alleen uien. "We exporteren eigenlijk elk product dat je overzee kunt verschepen. Van rijst en pasta tot kaas", aldus William. Toch blijft de kernactiviteit lokaal ingekochte producten. "Dat is zo'n 50% van onze omzet. Aardappelen, wortelen, friet en natuurlijk uien. Die laatste maken 60 tot 70% uit van onze lokale inkoop."

In volume gaat het om zo'n 140.000 ton per jaar, goed voor 10% à 15% van de totale Nederlandse uienexport, die volgens Faostat tussen 2019 en 2023 een jaargemiddelde haalde van 1.654.000 ton, terwijl GroentenFruit Huis, op basis van gegevens van de KCB, een vijfjarig gemiddelde van 1.174.000 ton becijfert.

Internationale concurrentie: China, India, Egypte
Nederland is allang niet meer de enige speler op het wereldtoneel. In de export moet het India voor zich dulden (2.528.574 ton in 2023), al laat het wel nog China (1.191.946 ton), Mexico (536.336 ton) en Egypte (533.332 ton) achter zich. Qua productie staat Nederland pas op de 17de plaats. India is koploper met 30.208.000 ton (cijfer 2023), gevolgd door China met 24.860.319 ton en Egypte als derde met 3.804.076 ton. In Europa neemt Nederland wel de leiding (1.605.300 in 2023), vóór Spanje (1.205.350 ton) en Oekraïne (889.010 ton). De cijfers komen van Faostat.

© JP Beemsterboer

"De Chinezen kunnen een prima ui telen", verzekert William. "En als India een goede oogst heeft, én Egypte doet mee, dan hebben we stevige concurrentie in het oosten, zeker als onze prijzen even te hoog zijn." Toch heeft Nederland volgens William belangrijke voordelen. "We zijn ongelooflijk efficiënt. Onze opbrengsten zijn hoog, onze faciliteiten uitstekend, en onze carbon footprint is laag. In andere landen is dat anders. Soms moeten ze daar de uien letterlijk van een berg afhalen. Met opbrengsten van amper 10 ton per hectare."

De verstoring van containerroutes en de beschikbaarheid van zeevervoer zijn de grootste oorzaak van de soms hoge prijzen voor Nederlandse uien en zetten een rem op de exportgroei, met name in het Verre Oosten. "Daar zie ik weinig mogelijkheden. Ook het openen van grenzen gaat moeizaam. Kijk maar naar Indonesië: die doen moeilijk over aaltjes."

West-Afrika: grote groei, grote uitdagingen
Waar William wel groeipotentieel ziet, is in West-Afrika. "Wij sturen elke tien dagen een boot met 5.000 ton uien naar Senegal", vertelt hij. "In drie maanden gaat dat om 55.000 ton, zo'n 40% van onze export. En die export naar West-Afrika zal nodig blijven, gezien de bevolkingsgroei."

Senegal telde vorig jaar 18,5 miljoen mensen, West-Afrika in totaal 468 miljoen, zo blijkt uit cijfers van de Wereldbank. Met een jaarlijkse verwachte bevolkingsgroei van iets meer dan 2% worden in West-Afrika over vijf jaar 519 miljoen inwoners verwacht en voor 2035 573 miljoen. Dat is ruim 100 miljoen meer dan nu. Ongeveer de helft van de Nederlandse exportuien gaat naar West-Afrika. "Al die mensen moeten eten. En ui is een basisproduct."

Project met lokale boeren
Toch proberen landen daar ook zelf meer te telen. Omdat de grenzen in Senegal pas opengaan wanneer de lokale teelt van de markt is verdwenen en omdat importeurs hun importquota zien stijgen naarmate ze meer lokale uien op de markt brengen, ondersteunde JP Beemsterboer zelf een project met lokale boeren, maar dat bleek geen succes.

"We leverden zaad en kunstmest, maar het ontbreekt Senegal nog aan professionalisme", zegt William. "Daarnaast zijn er nauwelijks opslagmogelijkheden en de korte daguien die ze telen zijn ook minder lang houdbaar. Zelfs een Indiër die daar mooie opslagfaciliteiten had gebouwd, zag zijn voorraad na drie dagen bederven. Dan heb je gewoon een probleem. Dus zie ik ons de komende jaren zeker nog naar West-Afrika exporteren!"

Voor meer informatie:
William Nannes
JP Beemsterboer
Stationsstraat 17
1749 EG Warmenhuizen
Tel: +31(0)226-396464
[email protected]
www.beemsterboer.nl

Dit artikel is afkomstig uit de uienspecial van het vakblad Primeur. Klik hier om een abonnement af te sluiten.

Gerelateerde artikelen → Zie meer