Tholen - Vlissingen is niet alleen een Zeeuwse havenstad — het is inmiddels dé uienhaven van West-Europa. In twaalf jaar tijd groeide North Sea Port uit tot een logistiek knooppunt voor de internationale uienhandel. Jean Ruinard, die zelf ook al ruim twaalf jaar bij North Sea Port werkt, heeft in die tijd de Zeeuwse haven vanaf vrijwel niets zien uitgroeien tot een van de grootste spelers in de uienhandel van West-Europa.
© North Sea Port
"Toen ik iets meer dan twaalf jaar geleden bij North Sea Port begon, was het mijn taak om voor meer containerverkeer te zorgen", vertelt Ruinard. "Het havengebied heeft veel containeroverslag, maar veel van die ladingen gingen via de binnenvaart of over de weg naar Rotterdam en Antwerpen. Ons doel was altijd om de haven economisch sterker te maken door meer activiteiten en partners aan te trekken."
Hoe de uienhandel op gang kwam
De eerste stap richting een prominente rol in de uienhandel werd gezet door te inventariseren hoe ladingstromen in en om de haven destijds liepen. Dat daarbij de focus lag op de stroom van uien was een gemakkelijke keuze, de uien liggen immers zo ongeveer in de achtertuin van Vlissingen. "We zijn toen onder meer gaan kijken hoe deze uien, die voorheen via Antwerpen gingen, slimmer konden worden verscheept", legt Ruinard uit. "Antwerpen heeft veel congestie en vrachtwagenchauffeurs konden vaak maar één of twee keer per dag heen en weer rijden. Het doel was de logistiek efficiënter te maken voor klanten én de haven te versterken."
Het traject begon met gesprekken met MSP, Kloosterboer (nu Lineage) en de Franse mega-carrier CMA CGM. Het was in eerste instantie een langzame start, met een kleine 80 containers met uien naar West-Afrika, maar het groeide al snel uit naar wekelijkse afvaarten met veel grotere aantallen containers. "Het succes werd verder ontwikkeld. Buiten de uien is er ook fruit vanuit Zuid-Amerika, zoals de bananen van Chiquita, dat via North Sea Port wordt geïmporteerd voor verdere distributie Europa in. Het succes van de eerste ui heeft ons laten zien dat Vlissingen een volwaardige haven kan zijn voor allerlei agrarische producten."
Van 80 containers naar marktleider
Vandaag de dag verwerkt de haven van Vlissingen jaarlijks méér dan 60% van de Nederlandse uienexport. North Sea Port heeft andere omliggende havens inmiddels ingehaald als uienhaven en de Zeeuwse haven groeit nog altijd gestaag door.
© North Sea Port
"We zijn ook de afgelopen jaren flink gegroeid", zegt Ruinard vol trots. "Onze haven is niet langer slechts een logistiek alternatief – we zijn een volwaardige haven die bewust kiest voor niches. We willen voor wat betreft containers geen tweede Rotterdam of Antwerpen zijn, maar laten zien dat containerisatie ook in de niches krachtig en succesvol kan zijn, niet alleen binnen de Benelux, maar voor heel West-Europa. Dat merken we ook aan de interesse van nieuwe spelers die nog niet eerder met Vlissingen werkten."
Logistiek en efficiëntie
Het succes van Vlissingen als uienhaven heeft volgens Ruinard veel te maken met efficiëntie en gemak. "Het grote voordeel ten opzichte van Antwerpen is dat er in Vlissingen geen congestie is. Als een container via Antwerpen gaat, dan kan er misschien één of twee keer per dag een container met de vrachtwagen naar Antwerpen, meer gaat niet. Maar bij Vlissingen is die congestie er niet en kun je wel zes keer per dag heen en weer rijden. Dat scheelt enorm in tijd en kosten voor onze klanten."
© North Sea Port
De logistiek vraagt wel strakke planning. Uien komen van het land, worden verwerkt en verpakt op pallets, waarna ze aan boord van schepen gaan. Bij containerladingen is dat relatief rechttoe-rechtaan, maar conventionele schepen vragen extra coördinatie. "Alles moet op elkaar worden afgestemd: het ophalen van de uien, het sorteren, verwerken, het contact met de rederij en het laden aan boord. Veel van deze lading gaat naar West-Afrika, waar de vraag enorm is."
Daarnaast speelt het plannen van opslagcapaciteit een belangrijke rol. "Het is niet alleen het laden van de schepen", legt Ruinard uit. "De 'conventionele uien', dus de uien die op pallets staan en direct in het schip geladen worden, moeten tijdelijk worden opgeslagen. Dat gebeurt vaak in gecontroleerde omstandigheden, zodat de kwaliteit behouden blijft. Daar komt veel kennis en ervaring bij kijken, vooral bij grote volumes van honderdduizenden tonnen per jaar."
West-Afrika als belangrijkste afzetmarkt
Zoals gezegd gaat het merendeel van de uien via Vlissingen naar West-Afrika. Ruinard kan kort zijn over hoe dat komt: "Het is heel simpel, er worden daar simpelweg heel veel uien gegeten. Het is een stabiele afzetmarkt, waardoor onze haven een belangrijke rol kan spelen in de keten."
Naast West-Afrika zijn er ook kleinere volumes voor andere landen, maar de focus ligt duidelijk op dit continent. Voor de haven betekent dit dat de uienexport een constante stroom van activiteiten garandeert en daarmee werkgelegenheid en economische waarde creëert. Bovendien biedt het een belangrijke kans voor andere logistieke diensten, zoals koel- en opslagfaciliteiten, transportplanning en scheepsafhandeling.
De toekomst van Vlissingen als AGF-hub
De ontwikkeling van Vlissingen als uienhaven is indrukwekkend: van 80 containers twaalf jaar geleden naar marktleider nu. En Ruinard ziet nog altijd veel ruimte voor groei: "We zien uitbreiding bij bestaande klanten, met mogelijk zelfs een verdubbeling van de capaciteit. Andere partijen hebben Vlissingen nog niet helemaal ontdekt en kiezen nu nog voor een andere route. Maar als de haven bij hen eenmaal op de kaart staat, wordt het een vanzelfsprekende keuze."
© North Sea Port
Uiteraard hangt alles af van het aanbod van uien: een slecht seizoen door te droge of te natte omstandigheden kan direct invloed hebben op de volumes die via de haven van Vlissingen geëxporteerd worden. Maar op de lange termijn ziet Ruinard alleen maar groei: "Als de productie stijgt, stijgt ook onze rol in de keten. Alles wijst erop dat Vlissingen verder zal uitgroeien als uienhaven en als belangrijke haven voor andere AGF-producten."
Spin-off
Het succes van de uienexport heeft bovendien een effect op andere sectoren. Bananen, en mogelijk andere groenten en fruit, profiteren van de infrastructuur en expertise die voor de uienhandel is opgebouwd. "Door de uien staan we nu ook op de kaart voor andere AGF-producten. Dat versterkt de haven nog verder", aldus Ruinard.
Het resultaat is dat Vlissingen, ooit relatief onbekend, nu een volwaardige speler is in de Europese AGF-handel. "We waren in het begin nog onbekend en wellicht daardoor onbemind", zegt Ruinard lachend. "Maar nu weten veel partijen ons te vinden. Door te laten zien wat de mogelijkheden van Vlissingen zijn, heeft de haven zich ontwikkeld tot wat het nu is."
Zeeland als logistieke hub
Volgens Ruinard is de positie van Zeeland niet alleen van belang voor de uienexport zelf, maar ook voor de bredere logistieke infrastructuur in de regio. "Onze ligging aan de Westerschelde, de verbindingen met het achterland en de mogelijkheden voor zowel binnenvaart als wegtransport maken ons uniek. Dat helpt ons om een breed scala aan agrarische producten efficiënt te verschepen."
Door de combinatie van ligging, ervaring en infrastructuur heeft North Sea Port zich ontwikkeld tot een belangrijke spil in de Europese voedselketen. Met de voortdurende groei van uienvolumes en nieuwe markten in het vizier, lijkt de toekomst van Vlissingen als uienhaven verzekerd. De Zeeuwse haven is daarmee niet langer een verborgen parel, maar een strategische spil in de Europese AGF-logistiek.
Voor meer informatie:
Jean Ruinard
North Sea Port
Schelpenpad 2
4531 PD Terneuzen
Tel: +31(0)115 647400
[email protected]
www.northseaport.com
Dit artikel is afkomstig uit de uienspecial van het vakblad Primeur. Klik hier om een abonnement af te sluiten.